1b. Aan de
slag : Kennis, Wat is WPC, Schema's
- Wat
voor kennis op dit gebied wordt er van je
verwacht ?
Enige ervaring in het repareren van flipperkasten
wordt er wel van je verwacht. Basiskennis
electriciteit is gewenst maar geen noodzaak. Wel
wordt er van je verwacht dat je zeer goed kunt
solderen en weet hoe je met een universeelmeter
moet omgaan.
Wat is WPC ?
WPC betekent "Williams Pinball Controller". Het
is een door Williams speciaal voor flipperkasten
ontwikkelde computer die van 1990 tot 1999 werd toegepast.
Technisch gesproken functioneert de WPC chip als adres
decoder, handelt de I/O af die vroeger door TTL logica en
6821 PIO's werd verwerkt maar ook de systeem klok, de
bewaking en de realtime klok. Er zijn meerdere generaties
van WPC (kijk bij Verschillende WPC
Generaties).
Heb je de schema's ?
Het bezit van een schema voor je kast is natuurlijk
ideaal, soms kun je de kast echter ook repareren zonder
schema. Het Speelautomatenarchief van Klaas Boomsma is
een zeer goede bron van alle mogelijke en onmogelijke
schema's, Wizard en André Jansen hebben ook een grote
collectie handboeken en schema's te koop.
De WPC Schema boeken.
Bij enkele WPC kasten uit 1991 en eerder staan de
schema's in het gewone handboek, (Gilligan's Island en
ouder). Van alle andere WPC kasten, staan de schema's van
de printen in de kopkast in een apart schemaboek (CPU, (dotmatrix)driver,
sound en fliptronics)
- Pre-DCS
(Funhouse tot Twilight Zone):
bestelnummer 16-9473
- WPC
DCS/WPC-S (Indiana Jones tot Jackbot):
bestelnummer 16-9834.2
- WPC-95
(Congo tot Monster Bash): bestelnummer 16-10159.2
1c. Aan de slag :
Gereedschappen
- Voor
het repareren van flipperkasten heb je
wat gereedschap nodig, het meeste is vrij
standaard spul en de weinige speciale
zaken zijn redelijk makkelijk te
verkrijgen.
Standaard gereedschap :
- Een
goede werklamp, liefst met klem
- Schroevendraaiers,
Gewone en kruiskop (geen posidriv)
in alle soorten en maten
- Moersleutels
(topsleutels) 7,5, 8, 9 en 10mm.
Voor de 7,5mm sleutel is een
bithouder zeer goed te gebruiken.
- Diverse
tangen van een fijne punttang tot
een kombinatietang
Speciaal gereedschap :
- Een
soldeerboutje van maximaal 15Watt
of een soldeerstation
- Soldeertin
60/40 1 mm
- Een
tinzuiger of een ander soort
desoldeerapparaat
- Een
universeelmeter
- Een
infrarood detector
- Diverse
meetsnoeren
- Een
Logic probe of oscilloscoop
Deze oscilloscoop hoeft echt geen
hypermodern snel instrument te
zijn, iedere goed werkende 10MHz.
scoop volstaat. Zelf gebruik ik
een stokoude Tektronics buizenbak
uit de jaren 70.
(Het ding vertelt me wat ik weten
wil, niets meer en niets minder)
Schoonmaak- en
poetsspullen :
- Turtle
wax
- Valma
Autowax (met Carnauba, groene
flacon)
- Teflon
wax (Wizard)
- Terpentijn
(niet terpentine)
1d. Aan de slag : Onderdelen die je bij de hand
moet hebben
- Het
is beslist aan te bevelen om een aantal
onderdelen bij de hand te hebben.
Benodigde onderdelen :
- #44
lampjes: Zorg dat je er altijd een stuk
of 50 bij de hand hebt.
- #555
lampen : Zorg dat je er altijd een stuk
of 20 bij de hand hebt.
- #906
of #912 flasher lampen: Een voorraad van
10 stuks is voldoende.
- #89
flashers : Ook van deze een voorraadje
van 10 aanleggen.
- #86
lampjes : Deze worden gebruikt in
ondermeer Twilight Zone.
- #455
of #545 lampjes: De klassieke bimetaal
knipperlampjes.
- Zekeringen
: Zorg dat je van alle waarden er een
vijftal op voorraad hebt.
32mm zekeringen voor WPC-S
en eerdere kasten :
- 3/8
ampere snel (voor het dot matrix
display)
- 3/4
ampere traag (voor de 12 volt)
- 2
1/2 ampere traag (voor de
flippers bij niet-Fliptronic
kasten)
- 3
ampere traag (voor de spoelen, 12
volt en de flippers)
- 5
ampere traag (Voor de algemene
verlichtingg, flash lampen,
spoelen en de +5 volt)
- 7
ampere traag (voor de spoelen)
- 8
ampere snel (voor speelveld
lampen en 220volt voeding)
20mm zekeringen voor WPC-95
kasten
Deze flippers gebruiken de modernere 20mm zekeringen, de
volgende waarden hoor je op voorraad te hebben
- T0.315
ampere traag (audio- videobord)
- T0.63
ampere traag (driverbord)
- T2.5
ampere traag (audio- videobord)
- T4.0
ampere traag (driverbord)
- T5.0
ampere traag (driverbord,
netzekering)
- T6.3
ampere traag (driverbord)
- Teflon
coilsleeves: Zorg dat je een stuk of tien
exemplaren van de langste in huis hebt,
heb je toch een keer een kortere nodig
dan snijdt je hem gewoon op lengte af.
- Flipper
plungers en links : Deze heb je nodig als
je de flippers wilt reconstrueren zodat
ze weer als nieuwe spelen. Er zijn twee
types, met nok voor veer ( ref. A10656 voor
1992) en met ronde kop (ref. A10656 vanaf
1992)
- Flipperlink
lagerbusjes : Dit zijn de metalen busjes
die in de nylon link zitten, verslijten
doen ze nauwelijks maar kwijtraken des te
meer.
- Flipper
coilstops: Ook HARD nodig bij het
herbouwen van de flippers.
- Flipper
End-Of-Stroke contacten: Deze
willen nog wel eens afbreken.
- 8mm
krimpsok: Ideaal voor de isolatie om de
EOS nok van de flipperarm.
- Ballen
: Een nieuw stel ballen is een must om de
zoveel tijd, een gekraste bal vernielt
het speelveld in zeer korte tijd.
- Rubbers
: Bij de meeste leveranciers kun je een
komplete rubberset voor jouw kast
bestellen, vergeet niet de kleur erbij te
vermelden en denk aan de shootertip.
- Transistoren:
Zorg ervoor een paar TIP102, TIP107, 2N5401,
2N4403, en TIP36c bij de hand te hebben.
- Diodes:
Ook een stel 1N4007 diodes in de EHBO
doos zijn zeker nuttig.
- Bruggelijkrichters:
De grote 35 ampere 200 volt bruggen
willen nog wel eens defect raken
- ULN2803
IC: Voor het driverbord.
- LM339
chip: Voor de driver-, flipper- en
optoborden.
- NTE5671
Triacs: Voor de Algemene verlichtings
circuits
- Connectoren
en pennen: Om verbrande exemplaren te
vervangen.
De meeste van deze spullen
kun je bij Wizard kopen, soms is het nuttig om eens bij
een plaatselijke electronicawinkel te vragen of die het
hebben of kunnen bestellen omdat de prijzen daar een stuk
lager liggen.
1e. Aan de slag : De verschillende WPC Generaties
- Er
zijn zes verschillende generaties van het WPC
systeem. Het is noodzakelijk dat je weet welk
systeem in jouw kast wordt gebruikt omdat er hier
en daar behoorlijke verschillen tussen zitten.
- WPC
Alfanummeriek: Werd gebruikt vanaf
Funhouse (oktober 1990) tot en met The
Machine BOP (april 1991). Deze WPC
generatie gebruikt 16 cijferige
alfanummerieke displays. Ook de flipper
in deze kasten werden nog "gewoon"
aangestuurd zonder een Fliptronics bord.
Deze kasten zijn eenvoudig te herkennen
aan de displays en het ontbreken van het
fliptronicsbord en de dotmatrix
controllerI (enkele Dr.Dude kasten zijn
ook met dit systeem uitgerust hoewel de
meesten met System11 werden gebouwd).
Alle Dr.Dude WPC en de eerste exemplaren
van Funhouse gebruikten het System11
geluidbord.
- WPC
Dotmatrix: In gebruik vanaf
Terminator2 (juni 1991) tot Party Zone (oktober
1991). Deze generatie WPC kasten hadden
nog een "ouderwetse"
flipperbesturing, dus zonder Fliptronics
bord. Party Zone is hier weer de
uitzondering omdat enkele exemplaren weer
wel een Fliptronicsbord hebben en toch in
deze generatie thuishoren.
- WPC
Fliptronics: Dit systeem werd
gebruikt vanaf Addams Family (februari
1992) tot Twilight Zone (mei 1993).
Enkele van de laatst gebouwde Party Zone
kasten hebben ook dit systeem aan boord.
Het Fliptronics-1 bord dat in Addams
Family en Party Zone werd gebruikt
verschilt enigzins van het latere
Fliptronics-2 bord. Het verschil is de
voeding die bij versie 1 nog vanaf het
driverbord kwam maar bij versie 2 op het
bord zelf werd gelijkgericht. Bij het
Fliptronics-2 bord zitten ook de
flipperzekeringen op het bord zelf.
- WPC
DCS: Vanaf Indiana Jones (oktober
1993) heeft Williams het soundbord
verbeterd naar digitaal gecomprimeerd
geluid (digital compressed sound = DCS).
Dit had als resultaat een sterk
verbeterde geluidskwaliteit en door de
compressie kon er nu ook veel meer geluid
worden opgeslagen in de roms.
Een WPC-Security CPU
bord. De chip met
de witte barcode is de security PIC.
Deze chip is per kast verschillend en vervangings
chips zijn uitsluitend via Williams te koop voor $180 per
stuk.
Merk op dat de batterij op een aparte print zit bij deze
WPC-S CPU borden.
- WPC-Security
(WPC-S): Beginnende met World Cup
Soccer (maart 1994) werd een security PIC
toegevoegd aan het CPU bord in alle WPC-S
kasten. Deze PIC (programable integrated
circuit) was voor iedere kast
verschillend. CPU borden kunnen niet
tussen verschillende kasten zonder ook de
PIC te vervangen door het juiste type PIC
(dus op een Corvette CPUbord dat in een
Shadow kast wordt gezet moet ook de
Corvette PIC naar een Shadow PIC worden
gewijzigd). Iedere security PIC had een
speciaal serie nummer gecodeerd in de
chip zitten. Dit nummer wordt weergegeven
tijdens het opstarten van de kast. Aan
dit serie nummer kun je zien aan welke
distributeur de kast was geleverd vanuit
de fabriek. Dit werd door Williams gedaan
zodat in Europa distributeurs de kasten
niet langer buiten hun verkoop regio
konden verkopen. Iedereen kon nu een kast
inschakelen, het serienummer noteren en
daarmee bepalen of een kast geen "grijze
import" was. Jammer genoeg voor ons
maakt de aanwezigheid van deze PIC
reparatie van de CPU een stuk moeilijker
omdat deze borden niet zondermeer tussen
de kasten kunnen worden uitgewisseld
zonder ook de PIC te vervangen. Nog
vervelender is het dat de PIC alleen maar
van Williams kan worden gekocht voor maar
liefst 180 dollar. De hoge prijs is
alleen maar om de distributeurs te
ontmoedigen om deze PIC te vervangen en
staat in geen verhouding tot de
werkelijke kostprijs. Inmiddels is er
gelukkig een gehackte PIC te koop die wel
een normale prijs heeft.
- WPC-95:
Vanaf de productie van Congo (maart 1996)
(en enkele Jackbot kasten), heeft
Williams het nieuwe WPC-95 CPU driverbord
gebruikt, dit bord is een samentrekking
van het Fliptronicsbord, het geluidsbord,
de dotmatrixcontroller en het oude
driverbord gedeelte. WPC-95 gebruikt ook
de security PIC. Het overgrote deel van
de cicuits is gelijk aan het WPC-S
systeem. De uitzondering bestaat daaruit
dat alle dotmatrix- en geluidslogica in
een enkele logische array zitten (vergelijkbaar
met de WPC chip op de cpu).
1f. Aan de slag : De WPC kasten
- Dit
is de lijst van WPC kasten en welk WPC systeem ze
gebruiken.
o
WPC Alfanummeriek ·
Dr.Dude, oktober 1990 *
·
Funhouse, oktober 1990 *
·
Harley Davidson, maart 1991
·
The Machine BOP, april 1991
WPC Dot Matrix
·
Slugfest (honkbalkast), maart 1991
·
Terminator2, juli 1991
·
Gilligan's Island, juli 1991
·
Party Zone, oktober 1991 *
WPC Fliptronics
·
Party Zone, oktober 1991 *
·
Addams Family, februari 1992
·
Hurricane, februari 1992
·
The Getaway, april 1992
·
Black Rose, augustus 1992
·
Fish Tales, oktober 1992
·
Dr.Who, december 1992
·
WhiteWater, januari 1993
·
Creature from the Black Lagoon, januari 1993
·
Dracula, mei 1993
·
Twilight Zone, mei 1993 (sp)
WPC DCS
·
Indiana Jones, oktober 1993 (sp)
·
Judge Dredd, oktober 1993 (sp)
·
Star Trek Next Generation, november 1993 (sp)
·
Demolition Man, maart 1994 (sp)
·
Popeye, maart 1994 (sp)
|
o
WPC-S (security) ·
World Cup Soccer, maart 1994
·
Flintstones, juli 1994
·
Corvette, augustus 1994
·
Red and Ted RoadShow, november 1994 (sp)
·
Dirty Harry, maart 1995
·
The Shadow, maart 1995
·
Theatre of Magic, april 1995
·
No Fear, mei 1995
·
Indianapolis 500, september 1995
·
Johnny Mnemonic, oktober 1995
·
Jackbot, oktober 1995 *
WPC-95
·
Jackbot, oktober 1995 *
·
Congo, maart 1996
·
Who Dunnit, maart 1996
·
Attack from Mars, maart 1996
·
Scared Stiff, maart 1996
·
Safe Cracker, mei 1996
·
Tales of Arabian Nights, juli 1996
·
Junkyard, januari 1997
·
NBA Fast Break, maart 197
·
Medieval Madness, september 1997
·
Circus Voltaire, november 1997
·
No Good Gofers, januari 1998
·
Championship Pub, juni 1998
·
Monster Bash, september 1998
·
Cactus Canyon, maart 1999
|
* These games share two
different systems. Only about 100 Dr.Dudes are WPC (most
are System11). Early production Funhouse and all WPC Dr.Dude
games use System11 sound boards. Most Party Zone games
are not WPC Fliptronics. Only a few Jackbot games were
WPC-95.
Playfield Glass Size.
# - These games are "super-pins" with wide
playfield bodies. These use 23 3/4" x 43" x 3/16"
tempered playfield glass, instead of the normal 21"
x 43" x 3/16" tempered playfield glass used on
most other pinballs from the 1950's through WPC. Safe
Cracker, a smaller pinball, uses 18.5" x 36.5"
x 3/16" tempered playfield glass.
1g. Aan de slag : Smering, olie, vet en andere
viezigheid.
- Het
is voor ons liefhebbers en welwetenden
ongelofelijk als we weer eens een nieuwe kast
weten te bemachtigen en dan voor de zoveelste
keer een samengeklonterde smeerboel aantreffen
waar de keuringsdient van waren nog voor op de
loop zou gaan.
Echt; Flipperkasten
hebben geen olie nodig, toe nou, geloof me, ik smeek
het je, de ellende die wordt aangericht door het gebruik
van allerlei soorten olie, vet en sprays is ontzettend,
het betekent dat je alles tot de laatste schroef moet
gaan demonteren en ontvetten om het weer goed werkend te
krijgen.
Dus wees verstandig en
gebruik onder geen enkele voorwaarde enige vorm van olie
of spray in de kast, dat geldt overigens ook voor
contactspray die totaal overbodig is en zelfs giftige
chemische reacties kan laten ontstaan in de kast.
Uiteraard zijn er weer enkele uitzonderingen op deze
regel maar die komen vanzelf aan bod in dit verhaal.
De nieuwste rage is het
gebruik van Teflonspray, voor dit gladde glibberspul
geldt precies hetzelfde, het hoort niet in een
flipperkast thuis.
1h. Aan de slag : De printplaten.
In een WPC flipperkast vindt je diverse soorten
printplaten, een printplaat werd vroeger ook wel "gedrukte
bedrading genoemd"
Er zijn verschillende soorten printplaten in de kast
aanwezig met ieder een vaak heel specifieke taak.
- Het
CPU bord
Dit is de print met de microprocessor en
geheugen IC's die de hele kast bestuurd.
In feite is een WPC flipperkast niets anders dan
een zeer fraaie toepassing van computer besturing.
- Het
Driverbord
Dit bord bevat de gelijkrichters voor de diverse
spanningen die de flipperkast nodig heeft.
Bovendien zitten de stuurtransistoren op dit bord
die de zwakke digitale signalen van de CPU
omzetten naar de krachtige stroom die de spoelen
en lampen aansturen.
- Het
DotMatrix controller bord
Dit bord vertaalt de signalen van de CPU naar een
voor het display bruikbaar signaal, omdat het
dotmatrix bord met hoogspanning werkt is dit een
plek om vooral met je vingers uit de buurt te
blijven.
- Het
Fliptronics bord
Dit is een kleinere printplaat met daarop de
krachtige transistoren die de flippers aansturen,
tevens bevindt zich hierop de uitlezing van de
flipperknoppen en een vorm van beveiliging tegen
het beruchte doorbranden van de flipperspoelen.
- Het
geluidsbord
Dit is de print waarop zich de electronica
bevindt die het geluid opwekt dat de kast
produceerd. In feite niets meer en niets minder
dan een moderne CD speler met als enige verschil
dat het geluid in chips zit inplaats van een
compact disc.
Dit is een kopkast van een 91er Gilligan's Island (tweede
generatie WPC). Het CPU bord zit linksonder. Het driver
bord is de grote "lap"midden rechts met daar
rechtsboven de dotmatrix controller en links erboven het
geluidsbord. In de linkerbovenhoek is een open plaats, op
deze plek vind je bij latere kasten het Fliptronicsbordje
WPC-95 printen. Je ziet dat er minder printen in dit
type kast zitten. Het Fliptronicsbord is bij dit systeem
samengevoegd met het driverbord en de dotmatrix
controller en het geluidsbord zij ook samengevoegd tot
één enkele print.
- De
WPC Powerdriverprint.
De meeste reparaties aan een flipperkast uit de
WPC serie komen voor aan dit bord. Het is dus
zaak om er goed vertrouwd mee te zijn, des te
makkelijker en sneller je een fout zult kunnen
opsporen en herstellen. Het driverbord bevat
bijna alle stuurtransistoren, de
verlichtingsbesturing, de gelijkrichters en
nagenoeg alle zekeringen.
Deze tekening toont de bestemming van de
aansluitingen, zekeringen en transistoren op een WPC-S
bord en de voorlopers ervan.
De verschillende soorten printen die er voorkomen (generaties).
Let op, de "A" voor een nummer staat niet op de
print in kwestie maar verwijst naar het nummer in het
handboek. Dit zijn de "assembly" (artikel)
nummers van Williams. Het nummer staat meestal op een
sticker die aan de voorzijde van de print is geplakt. Het
tweede nummer is het artikelnummer van de kale print, dus
zonder de gemonteerde onderdelen. Dit nummer vindt je
tevens aan de achterkant van de print waar het is ingeëtst.
Sommige printen kunnen tussen bepaalde kasten worden
uitgewisseld.
Het CPU bord.
- A-12742-kastnummer
(5764-12431-00): de versie zonder
beveiligingschip (dus zonder PIC) die gebruikt
werd van Funhouse tot en met Popeye. Deze borden
kunnen tussen alle kasten uit deze serie worden
uitgewisseld als je de juiste eprom er insteekt.
Bij de oudste versies dienen bovendien de jumpers
te worden ingesteld op het gebruikte type eprom (512Kb=27C512
, 1Mb=27C010 , 2Mb 27C020 of 4Mb 27C040)
- A-17651-kastnummer:
WPC-S (security) deze versie werd gebruikt in de
kasten vanaf World Cup Soccer tot en met
WhoDunnit. Dit bord is ook weer alleen maar
tussen deze kasten uitwisselbaar met dien
verstande dat de juiste PIC en de juiste
gamesoftware in eprom wordt geplaatst.
- A-20119-kastnummer:
WPC-95 CPU dit bord gebruikt een 32k x 8
statische RAM en kan worden gebruikt in iedere
kast van Congo tot de laatste, Cactus Canyon, ook
hier dienen dan wel de juiste PIC en de juiste
gamesoftware in eprom worden geplaatst.
- A-21377-kastnummer
(5764-14823-0): WPC-95 CPU deze processorkaart
heeft een 8k x 8 statische RAM en kan ook worden
gebruikt in iedere kast van Congo tot Cactus
Canyon, ook hier weer moet de juiste PIC en
gamerom worden geplaatst.
CPU borden zijn NIET uitwisselbaar tussen
verschillende WPC generaties.
Een CPU uit Twilight Zone (WPC) kan dus niet in een
Flintstones (WPC-S) worden gebruikt ook al zet je er de
goede eprom in.
De EPROM jumpers van het CPU Bord (W1/W2).
Op de eersteWPC CPU borden (A-12742) zitten er twee
jumpers die de grootte van de gebruikte EPROM in voet U6
bepalen (dit is de gamerom). Meestal hoeven deze jumper
niet te worden gewijzigd maar bij enkele zeer vroege WPC
kasten werden kleinere 1Megabit EPROMS gebruikt (Funhouse,
Harley Davidson, Bride of Pinbot) en dient soms een
wijziging te worden aangebracht. Bezit je bijvoorbeeld
een Funhouse waar nog de originele eerste software in
draait en dus een 1Mb 27C010 EPROM inzit, wilt
opwaarderen naar de nieuwste versie die in een 2Megabit (27C020
EPROM) zit, dan moeten de jumpers worden gewijzigd.
Hetzelfde geldt als je dit originele Funhouse CPU bord
wilt gebruiken in een andere kast die een 4Megabit (27C040)
EPROM nodig heeft.
Er zijn twee van deze jumpers en ze zitten rechts
naast de voet van de EPROM U6 als je naar het bord kijkt
terwijl het zich in de kast bevindt. (kijk op de
onderstaande foto). In feite is een jumper gewoon een
stukje draad dat twee soldeerpunten op de printplaat met
elkaar verbindt. Op het bord staan stippellijntjes op de
plaatsen waar al dan niet een verbinding moet worden
gelegd. Een jumper kan gewoon een stukje blank draad zijn
maar soms worden ook wel op weerstanden lijkende
dingetjes gebruikt of zit een keramisch isolatortje om
het draadje. Voor het wijzigen van deze jumpers heb je
uiteraard een soldeerbout nodig en meestal twee nieuwe
stukjes draad.
De instellingstabel voor de gamerom jumpers.
Pre WPC-S CPU Board
EPROM Jumpers
|
EPROM Grootte
|
Jumper W1
|
Jumper W2
|
1meg (27C010)
|
open
|
verbonden
|
2meg (27C020)
|
verbonden
|
verbonden
|
4meg (27C040)
|
verbonden
|
open
|
Hier zie je de jumpers W1 en W2 op
een WPC CPU print.
Deze bepalen de grootte van de gebruikte eprom in voet U6.
De instelling op deze print is voor een 27C020 of 27040
EPROM.
Latere CPU printen, dus de WPC-S en volgenden hebben
deze jumpers niet meer.
Op sommige schemas worden deze W1/W2 jumpers gebruikt
om het type display in te stellen (alfanummeriek of
dotmatrix). Voor een dotmatrixdisplay wordt dan W1
verbonden en W2 opengelaten. Een alfanummeriek display
wordt ingesteld met W1 open en W2 verbonden.
De CPU Bord landinstellings jumpers of dipswitches
(W14-W18).
Op de borden vóór WPC-S (A-12742)zitten er vijf jumpers
die de landsinstelling van de kast bepalen. Deze
instelling is meestal van geen belang maar als de kast
echter naar factory default wordt teruggesteld of de
batterijen raken leeg dan kan het gebeuren dat je opeens
een Franstalige kast hebt, begrijp je dan ook nog geen
woord Frans dan wordt het lastig om de instelling weer
naar Engels terug te stellen. Deze jumpers bepalen alleen
maar de voorkeurs taal, muntinworp en spelinstellingen
voor als de kast in het betreffende land wordt gebruikt.
Net als bij de eerder besproken EPROM jumpers kunnen dit
gewoon draadjes zijn of een luxere weerstand van nul Ohm.
Ook hier is de soldeerbout nodig om de instellingen te
wijzigen.
Landsinstelling
jumpertabel |
Land of regio
|
Jumper
W14
|
Jumper
W15
|
Jumper
W16
|
Jumper
W17
|
Jumper
W18
|
USA
|
verbonden
|
verbonden
|
verbonden
|
verbonden
|
verbonden
|
Europa
|
verbonden
|
verbonden
|
open
|
verbonden
|
verbonden
|
Frankrijk
|
verbonden
|
verbonden
|
verbonden
|
open
|
verbonden
|
Duitsland
|
verbonden
|
verbonden
|
verbonden
|
verbonden
|
open
|
Hier zie je de
landsinstellingsjumpers op een dergelijke CPU print
zitten links van de grote vierkante U9 chip.
Deze flipperkast is ingesteld op gebruik in de USA.
Vanaf een aantal WPC-DCS en de WPC-95 printen heeft
Williams de jumpers vervangen door een dipswitchblokje
met acht schakelaartjes. Bij deze kasten kun je de
instellingen wijzigen zonder de soldeerbout te hoeven
opwarmen.
Hieonder staan de instellingen.
Landsinstelling
jumpertabel voor WPC-S/WPC-95
|
Land
of regio |
SW1 |
SW2 |
SW3 |
SW4 |
SW5 |
SW6 |
SW7 |
SW8 |
USA
|
Uit
|
Uit
|
Aan
|
Aan
|
Aan
|
Aan
|
Aan
|
Aan
|
Europa
|
Uit
|
Uit
|
Aan
|
Aan
|
Aan
|
Uit
|
Aan
|
Aan
|
Frankrijk
|
Uit
|
Uit
|
Aan
|
Aan
|
Aan
|
Aan
|
Uit
|
Uit
|
Duitsland
|
Uit
|
Uit
|
Aan
|
Aan
|
Uit
|
Aan
|
Aan
|
Aan
|
Het driverbord.
- A-12697-1
(5763-12405-00): Het driverbord dat gebruikt werd
in Funhouse tot halverwege de productie van
Twilight Zone. Op het bord is een flipperrelais
aanwezig. Dit bord kan worden gebruikt in kasten
vanaf Funhouse tot en met WhoDunnit en is daarmee
het meest inzetbare bord van alle niet WPC95
driverborden.
- A-12697-3:
Vanaf halverwege de productie van Twilight Zone
is het flipperrelais niet langer op het bord
aanwezig (omdat deze kasten een Fliptronics bord
hebben is het relais totaal overbodig geworden).
Deze printen kunnen worden gebruikt van Addams
Family tot en met WhoDunnit maar niet in de
kasten vanaf Funhouse tot en met Party Zone omdat
deze laatsten het flipperrelais nog wel degelijk
gebruiken.
- A-12697-4:
Bij dit type is een 4 ampere zekering toegevoegd
aan één van de spoelencircuits. Ze kunnen
gebruikt worden van Addams Family tot en met
WhoDunnit. Deze borden zaten oorspronkelijk in
slechts een paar kasten (Johnny Mnemonic en soms
Corvette).
- A-20028
(5763-14525-06): Dit bord kan uitsluitend worden
gebruikt in WPC-95 kasten, dus van Congo tot en
met Cactus Canyon en verder nergens in.
Het geluidsbord.
- A-12738-kastnummer:
Analoog/digital hybride. Kan worden gebruikt van
Funhouse t/m Twilight Zone vooropgesteld dat je
er de juiste eproms in steekt.
- A-16917-kastnummer:
DCS geluidsbord met uitsluitend DSP (digital
signal processing) geluid. Kan worden gebruikt
van Indiana Jones t/m WhoDunnit, vooropgesteld
dat je er de juiste eproms in steekt.
- A-20516-kastnummer
(5760-14495-10): Dit bord wordt alleen in de WPC-95
kasten gebruikt en is een gecombineerd audio/video
bord. Inzetbaar in kasten vanaf Congo t/m Cactus
Canyon, vooropgesteld dat je er de juiste eproms
in steekt.
Het displaycontrollerbord.
- A-12739-1:
Alfanummeriek WPC displaydriverbord, gebruikt van
Funhouse t/m The Machine BOP.
- A-14039
(5760-12710-00 REV 6): Dotmatrix driverbord,
gebruikt van Terminator2 t/m Popeye
- A-14039.1
(5760-12710-12): Dotmatrix driverbord, gebruikt
van World Cup Soccer t/m WhoDunnit.
- De
WPC-95 kasten hebben geen apart displaydriverbord
omdat dit bord bij dit systeem was geïntegreerd
met het geluidsbord, dus de kasten vanaf Congo t/m
Cactus Canyon. Zie verder hierboven bij
geluidsborden
Opmerking :
De borden "5760-12710-00 REV 6" en "5760-12710-12"
zijn volledig uitwisselbaar en hebben dezelfde
aansluitingen. Het enige verschil van het nieuwere -12
bord is de toevoeging van een 74HCT138 IC (U12, tussen U11
en U34). Het oudere -00 bord heeft wel de open plaats
voor dit IC maar het IC is niet gemonteerd. (en nee, je
kunt dit IC niet toevoegen om een -00 bord op te
waarderen naar een -12 bord omdat er nog meer wijzigingen
moeten worden gemaakt). De oorzaak van deze wijziging was
het gebruik van steeds modernere en snellere componenten
zoals geheugen IC's en de ondersteunende logica waardoor
er synchronisatie- en timingsproblemen ontstonden in de
oorspronkelijke schakeling, iets waar men bij het
originele "REV 6" ontwerp nooit aan heeft
gedacht. Als je een ouder "REV 6" bord
repareert kun je tegen dezelfde problemen aanlopen omdat
de huidige electronica uiteraard ook sneller is.
Problemen die kunnen optreden zijn "zwervende"
en/of knipperende dots op het display.
Het Fliptronics bord.
- A-15028:
Flipper Controller Assembly (Fliptronics I), werd
alleen gebruikt in Addams Family, deze kast heeft
twee apart gemonteerde zekeringen om dit bord van
stroom te voorzien. Dit bord is in geenéén
andere kast te gebruiken zonder vergaande
wijzigingen.
- A-15472:
Fliptronics II bord, gebruikt van Getaway t/m
Twilight Zone. Op dit Fliptronics II bord is een
bruggelijkrichter toegevoegd en allevier de
flipperzekeringen
- A-15472-1:
Fliptronics II bord, gebruikt van Indiana Jones t/m
WhoDunnit.
- De
WPC-95 kasten hebben geen apart Fliptronics bord
omdat dit (weer) geïntegreerd werd met de
powerdriver. Congo t/m Cactus Canyon hebben dus
geen los Fliptronicsbord
De Flipper optobordjes.
Halverwege de productie van Addams Family begon Williams
een flipperoptobord te gebruiken inplaats van de tot dat
moment gebruikelijke contactbladen. Ieder flipperoptobord
(er zijn er uiteraard twee, één voor iedere flipperknop)
bevat twee U-vormige opto interruptors met vier
aansluitingsdraadjes. Het bordje heeft één opto voor
een normale (onder)flipper en één voor een mogelijke
bovenflipper (dus ook als de kast alleen maar de normale
twee onderste flippers heeft). Met de introductie van WPC-95
veranderde de opto naar een vijfdradige versie (technisch
bekend als een Schmitt trigger opto). Deze nieuwere
vijfpotige opto's hebben minder problemen met stof en
haperen minder snel. Beide typen optobord kunnen in
iedere kast worden gebruikt waar optoborden in horen te
zitten.
- A-17316
(5768-13469-00): WPC-S en eerder 4-poot "U"
flipper optobord.
- A-20207.1
(5768-145-8-00): WPC-95 5-poot "U"
flipper optobord.
1i. Aan de slag : Hoe werkt het nou allemaal ?
- In
dit hoofdstuk vindt je enorm veel technische
theorie. Als je dat niet ziet zitten sla je het
gewoon over. Hoewel het buitengewoon interessant
is (gezien door de bril van de echte fröbelaar)
heb je het niet echt nodig om de kast te kunnen
repareren (maar het is wel een verrekt stuk
makkelijker als je begrijpt hoe het allemaal
functioneert)
Door de aard van electronica in het algemeen is
het ook niet goed mogelijk om alle begrippen naar
Nederlands te vertalen, woorden als "microprocessor"
en "comparator" zijn theoretisch wel te
vertalen in "centrale verwerkingseenheid en
"spanningsvergelijker" maar dat wordt
gewoon een onmogelijke en onleesbare rotzooi. De
echte electronicakreten heb ik dan ook gelaten in
hun meest bekende vorm.
- Dit
hoofdstuk is niet geschreven voor de beginner, er
wordt in dit gedeelte vanuit gegaan dat je het
technische "grieks" van de electronicus
redelijk begrijpt.
Toch wil ik de beginner aanraden om tenminste te proberen
zich door deze rijstebrijberg heen te werken
omdat zich aan de andere kant ervan een
vurrukkulluk land van glashelder begrip in
electronica bevindt
(denk eraan dat ook ik niet geboren ben met al
deze kennis)
Als je echt met iets blijft zitten doe dan je
mond open en vraag het me.
Mijn e-mailadres is Hans@shootmagain.nl,
houdt er wel rekening mee dat Hotmail en
aanverwante anonieme e-mail door mijn computer
automatisch wordt verwijderd.
Connectoren, zekeringen
en printnummers.
Iedere connector in de kast heeft een uniek nummer, uit
de opbouw van dit nummer kun je eenvoudig opmaken waar
deze thuishoort. Als voorbeeld nemen we J101, dit is dan
een connector die op bord nummer 1 plek 01 hoort te
worden gestoken. Staat er nog een streepje achter gevolgd
door een cijfer dan duidt dit een bepaalde pen aan van de
connector. J103-2 betekent bijvoorbeeld dan bord 1, plug
3, pen 2.
De zekeringen zijn op een
zelfde wijze genummerd. F501 is dus bord 5 zekering 1.
De printen zijn als volgt
genummerd:
- 1
= De powerdriver
- 2
= De CPU
- 3
= Het display driverbord
- 4
= Dubbel of enkel displaybord
- 5
= Het geluidsbord
- 6
= De dotmatrix controller
- 7
= Een eventueel printerbord
- 9
= Het fliptronicsbord
De functiebeschrijving
van de printen.
- Het
CPU bord: Het CPU bord bevat een 68B09
microprocessor en bestuurt alle alle
logica en zorgt voor de uitlezing van
alle contacten.
- Het
powerdriverbord: Deze grote print bevat
geen elementen die speciaal voor een
bepaalde kast zijn. Uitsluitend algemeen
gebruikte electronica is op dit bord
geplaatst zoals de circuits voor de
algemene verlichting (die met triacs
wordt aangestuurd), het flipperrelais (voor
kasten zonder fliptronics) en de circuits
die de spoelen en de lampen aansturen.
Tevens zitten op dit bord de
gelijkrichters en stabilisatoren voor de
+5volt, +12volt, +18 en +50 volt
spanningen.
- Het
display driverbord nummer A-12739 : Deze
alfanummerieke displaydriver werd
gebruikt in kasten die nog geen dotmatrix
display hadden. Omdat dit bord kan worden
gebruikt met meerdere displays kun je aan
het streepje gevolgd door een cijfer zien
voor hoeveel displays het bord in kwestie
geschikt is. "-1" wil zeggen:
Geen extra display. een extra display
ziet er uit als "-2" en twee
extra displays als "-3".
- Het
enkele display driverbord nummer A-12794
: In gebruik bij kasten voor het
dotmatrixdisplay in gebruik kwam, er is
één 16cijferig alfanummeriek display op
gemonteerd.
- Het
dubbele display driverbord nummer A-12793
: In gebruik bij kasten voor het
dotmatrixdisplay in gebruik kwam, er zijn
twee 16cijferige alfanummerieke displays
op gemonteerd.
- Het
dotmatrix controllerbord : Dit voorziet
het dotmatrixdisplay van de juiste
gegevens om te kunnen functioneren.
Algemeen uitwisselbaar.
- Het
dotmatrixdisplay met driverbord : Dit is
een standaard 128x32 dots plasma display
van het fabrikaat Cherry, Babcock of
Vishay. Bij vervanging hiervan heeft het
merk Vishay verreweg de voorkeur.
- Het
geluidsbord : Hier wordt alle muziek en
spraak opgewekt.
De werking van de CPU :
Het CPU bord verricht voornamelijk twee belangrijke
functies : Het beheer van alle computerlogica en de
contact uitlezing.
- Een
microprocessor (U4) van het type 68B09E
wordt gebruikt als centrale
verwerkingseenheid, deze doet dus alle
rekenwerk, verzorgt de opslag naar het
geheugen en stuurt de resultaten naar de
gebruiker terug. Bij uitlezing met een
oscilloscoop van de data en adres lijnen
hoor je een blokgolf te krijgen met een
spanning van minstens 4volt tussen de
toppen. De processor loopt op een
kloksnelheid van 2 MHz die door de ASIC
wordt gegenereerd op pennen 81 en 82. Op
pennen 34 en 35 dient een blokgolf
van tenminste 5 volt top-top aanwezig te
zijn. De spanning op de RESET en IRQ (pen
37 en pen 3) van de processor hoort
tijdens normaal bedrijf logisch hoog te
zijn (tenminste 4 volt).
- ROM
(U6): Een 1 tot 8 Megabit eprom bevat de
software van de kast. Bij uitlezing met
een oscilloscoop van de data en adres
lijnen hoor je een blokgolf te krijgen
met een spanning van 4 volt top-top.
- RAM
(U8): Een 2064 CMOS RAM geheugen waar de
kast de boekhouding en instellingen in
opslaat. Een circuit met drie penlite
batterijen wordt gebruikt om dit geheugen
te beveiligen bij uitschakelen van de
kast. Dit wordt bereikt door de
batterijen over 2 diodes aan te sluiten (kathodezijde
van D1 en D2) deze diodes houden de
spanning op pennen 26 en 28 hoger dan op
tenmiste 4volt, de diodes voorkomen dat
bij ingeschakelde netspanning de
batterijen spanning terugkrijgen. Als de
kast is ingeschakeld dien je op pen 26 en
28 5volt te meten. Valt de spanning op
deze pennen om wat voor reden dan ook
terug onder de 4 volt dan zal
geheugenverlies optreden en zal de kast
naar Factory Defaults resetten.
- De
ASIC (U9): (Application Specific
Integrated Circuit). Deze chip handeld de
adres logica af maar ook de, systeem
timing, de real time klok en de
procesafhandeling wordt hier gedaan. Bij
meting met een oscilloscoop dienen de
adres en data lijnen tenminste 4 volt top-top
te geven. De diverse andere pennen van
dit IC dienen of logisch hoog, of logisch
laag te zijn zonder enige puls. Deze PLCC
chip is niet speciaal voor een bepaalde
kast ontwikkeld maar vormt het hart van
het hele WPC systeem. Hij bevat twee
klokken (real time en system timing).
Deze ASIC verzorgt tevens een blanking
van het systeem gedurende power-up. Deze
blanking is actief gedurende het op gang
komen van de cpu en voorkomt het
ongewenste random inschakelen van
spoelen, motoren en lampen. Pas als de
microprocessor volledig is gereset wordt
het blanking signaal naar logish hoog
gezet en kan de kast toegang krijgen tot
de besturingscircuits op de powerdriver.
- De
overige buffers en latches (U1, U2, U3, U5,
U7, U12, U21): Deze standaard logica
wordt gebruikt voor tijdelijke data
opslag, decodering en encodering van
signalen. Ook hier moeten de adres en
data lijnen 4 volt top-top zijn.
Eventuele lijnen die kloksignaal voeren
dienen logisch hoog of laag te zijn maar
niet te zweven.
De
contactenmatrix (alle WPC kasten)
|
speciale
contacten
(tegen massa)
|
Kolom/Rij
|
1
Groen-
Bruin
|
2
Groen-
Rood
|
3
Groen-
Oranje
|
4
Groen-
Geel
|
5
Groen-
Zwart
|
6
Groen-
Blauw
|
7
Groen-
Paars
|
8
Groen-
Grijs
|
D1 Oranje-Bruin
Linker muntinworp
|
1 Wit-
Bruin
|
11 Rechter
Flipper
|
21
Slamtilt
|
31
|
41
|
51
|
61
|
71
|
81
|
D2 Oranje-Red
middelste muntinworp
|
2 Wit-
Rood
|
12 Linker
Flipper
|
22
Muntdeur
|
32
|
42
|
52
|
62
|
72
|
82
|
D3 Oranje-Zwart
Rechter muntinworp
|
3 Wit-
Oranje
|
13 Startknop
|
23 Ticket
Dispenser
|
33
|
43
|
53
|
63
|
73
|
83
|
D4 Oranje-Geel
4de muntinworp
|
4 Wit-
Geel
|
14
Tilt
|
24 Altijd
gesloten *
|
34
|
44
|
54
|
64
|
74
|
84
|
D5 Oranje-Groen
Service credits
|
5 Wit-
Groen
|
15
|
25
|
35
|
45
|
55
|
65
|
75
|
85
|
D6 Oranje-Blauw
Volume lager
|
6 Wit-
Blauw
|
16
|
26
|
36
|
46
|
56
|
66
|
76
|
86
|
D7 Oranje-Paars
Volume hoger
|
7 Wit-
Paars
|
17
|
27
|
37
|
47
|
57
|
67
|
77
|
87
|
D8 Oranje-Grijs
Enter (menu)
|
8 Wit-
Grijs
|
18
|
28
|
38
|
48
|
58
|
68
|
78
|
88
|
Merk
op dat bij alle kasten op positie 24 van de
matrix zich een "altijd gesloten"
contact bevindt, dit contact dient ter controle
door de cpu op de aanwezigheid van de +12volt en
op eventuele kortsluitng tegen massa. Ook dit
"contact" wordt tot stand gebracht
middels een diode. |
·
- Het
hele contactencircuit werkt op +12 volt.
De meeste contacten bevinden zich in een
rijen/kolommen circuit maar een aantal
speciale contacten worden rechtstreeks
tegen massa gelegd bij sluiten van het
betreffende contact. Dit wordt gedaan om
bij een mogelijke matrixfout gratis
spelen of spontaan oproepen van het
setupmenu onmogelijk te maken. De
speelveld en cabinet contacten bevinden
zich allemaal in de matrix, de muntdeur
en setup contacten zijn uiteraard
allemaal speciale contacten.
De Contactenmatrix.
·
o
- De
werking van de contactenmatrix :
De microprocessor geeft
doorlopend pulsen af op de
kolommen van de matrix. Als de
ULN2803 (kolom) laag schakelt
door een gesloten contact dan is
de betreffende kolom actief.
Als een contact sluit dan wordt
punt C aan de rijen kant ook laag.
Hierdoor raakt de "+"
ingang van de LM339 onder +5 volt
en is dus punt D ook laag, de rij
is dan actief. Als de betreffende
rij en kolom op hetzelfde moment
actief zijn is er sprake van een
gesloten contact en registreert
de microprocessor dit. Als het
contact opent raakt punt C aan de
rijenkant weer hoog en de ingang
van de LM339 gaat naar +5volt,
hierdoor wordt punt D ook weer
hoog en is de rij niet langer
actief.
- De
werking van de speciale contacten:
Deze contacten werken op dezelfde
manier als de rijenkant van de
matrix. De werking ervan is ook
hetzelfde. Als een speciaal
contact wordt gesloten wordt een
contact met massa gemaakt en
wordt de schakeling laag,
hierdoor ziet de microprocessor
het contact als gesloten.
Speciaal contact
·
o
- Voedingsspanning
: De voeding voor de CPU komt van
het driverbord en deze +12 en +5
volt komen binnen via connector J210.
Het powerdriverbord.
Alle lampen, spoelen en de algemene verlichting (GI)
worden vanaf dit bord aangestuurd, de besturing van het
driverbord wordt weer door de flippercomputer (het CPU
bord) gedaan, de signalen komen via J113 (de connector
met de flatcable) binnen op de driver.
De
lampmatrix (alle WPC kasten)
|
Kolom/
Rij
|
1
Geel-
Bruin
|
2
Geel-
Rood
|
3
Geel-
Oranje
|
4
Geel-
Zwart
|
5
Geel-
Groen
|
6
Geel-
Groen
|
7
Geel-
Paars
|
8
Geel-
Grijs
|
1 Rood-
Bruin
|
11
|
21
|
31
|
41
|
51
|
61
|
71
|
81
|
2 Rood-
Zwart
|
12
|
22
|
32
|
42
|
52
|
62
|
72
|
82
|
3 Rood-
Oranje
|
13
|
23
|
33
|
43
|
53
|
63
|
73
|
83
|
4 Rood-
Geel
|
14
|
24
|
34
|
44
|
54
|
64
|
74
|
84
|
5 Rood-
Groen
|
15
|
25
|
35
|
45
|
55
|
65
|
75
|
85
|
6 Rood-
Groen
|
16
|
26
|
36
|
46
|
56
|
66
|
76
|
86
|
7 Rood-
Paars
|
17
|
27
|
37
|
47
|
57
|
67
|
77
|
87
|
8 Rood-
Grijs
|
18
|
28
|
38
|
48
|
58
|
68
|
78
|
88
|
- De
lampenschakeling : Om een lampje
in te schakelen stuurt de
processor een signaal naar de ULN2803
waardoor de uitgang hiervan (punt
A) laag wordt. De TIP107 raakt
hierdoor ook in geleiding en gaat
de +18 volt door te laten, de
uitgang (punt B) wordt dus hoog.
Tegelijkertijd trekt de CPU (punt
G) de uitgang van een 74LS74 (punt
F) hoog. De hierop volgende TIP102
transistor begint te geleiden en
de collector ervan wordt (punt E)
laag. De HOGE uitgang van de PNP
TIP107 (punt B) en tegelijk LAGE
uitgang van de NPN TIP102 (punt E)
voltooien hiermee een stroomloop
door de betreffende lamp in de
matrix en de lamp gaat branden.
De microprocessor schakelt
de lamp uit door punt G hoog te maken. Wordt de
schakeling echter overbelast dan wordt deze door de LM339
comparator uitgeschakeld (this is known as "strobing").
Bij brandende lamp fungeert de 0,2 ohm weerstand als
stroomsensor terwijl de 1k ohm weerstand en 0,22 Uf
condensator samen een filter vormen. Deze componenten
bewaken de rijenschakeling en sturen een spanningssignaal
naar de ingang van de LM339 (punt D). Als je spanning bij
punt D boven de 1,4 volt stijgt wordt de uitgang van de
LM339 (punt C) laag, dit wordt dan als clearsignaal naar
de flipflop 74LS74 gevoerd die hiermee naar zijn
beginstand terugschakelt met als gevolg dat de rij
uitschakeld (de TIP 102 transistor geleidt niet meer). Om
de rij nu weer in te schakelen is opnieuw een
triggersignaal van de cpu naar deze flipflop nodig.
Lampmatrix.
·
- De
spoelenschakelingen: Er worden
vier verschillende soorten
spoelenschakeling gebruikt.
Highpower, lowpower, flashlamp en
diverse doeleinden. De meeste
spoelen worden slechts een kort
moment aangestuurd (gepulst) maar
er zijn ook spoelen die voor
langere tijd worden aangestuurd (denk
hierbij aan relais en motoren)
- De
Highpower spoelenschakeling: Deze
werken op een +50 volt
ongestabiliseerde spanning en
bestaan meestal uit een AE-26-1200
spoel. De stuurschakeling bestaat
uit een TIP36 stuurtransistor en
een 1N4004 (of 1N4007) blusdiode
die de zelfinductie van de spoel
laat wegvloeien. Spoelen 1 tot en
met 8 zijn highpower spoelen.
De microprocessor zet de
databus op een 74LS374. Hierdoor wordt afhankelijk van
het bitpatroon (een 8bits woord) een bepaalde uitgang (punt
A) laag. Doordat de basis van de van de
voorversterkertransistor 2N5401 laag wordt, wordt de
collector hiervan op zijn beurt weer hoog (punt B). De
collector van de TIP102 (punt C) en de emitter van de TIP36
(punt D) worden daardoor laag en de TIP36 is nu in
geleiding. Hierdoor wordt de spoel tegen massa gelegd en
deze trekt aan. De spoel schakelt uit als de uitgang van
de 74LS374 (punt A) weer hoog wordt.
Merk op dat in tegenstelling tot veel oudere kasten de
blusdiode zich niet op de spoel zelf bevindt maar op de
driverprint.
Voorbeeld van een highpower spoelschakeling
·
o
- De
Lowpower spoelenschakeling: Deze
schakeling wordt door dezelfde
ongestabiliseerde voeding van +50
volt voorzien als het de
highpower spoelen. De meest
voorkomende spoel is de AE-26-1500
ook hier bevindt de blusdiode
zich op de driverprint inplaats
van op de spoel zelf. Spoelen 9 t/m
16 zijn lowpower spoelen en een
TIP102 transistor wordt gebruikt
om ze aan te sturen.
De microprocessor zet de
databus op een 74LS374. Hierdoor wordt afhankelijk van
het bitpatroon (een 8bits woord) een bepaalde uitgang (punt
A) laag. Hierdoor gaat de voorversterker, een 2N5401,
geleiden en de collector wordt hoog (punt B). Op zijn
beurt gaat nu de TIP102 in geleiding en hiervan wordt de
collector (punt C) dan laag. Dit sluit een stroomkring
naar massa voor de spoel die dan dus aantrekt. Zodra de
betreffende uitgang van de 74LS374 (punt A) weer hoog
wordt schakelt de transistor de spoel weer uit.
Een Lowpower spoelschakeling.
·
o
- De
Flashers werkend op +20 volts
ongestabiliseerde gelijkspanning.
Deze schakeling werkt verder
gelijk aan de andere met als
enige verschil dat er geen
blusdiode aanwezig is omdat
lampen nou eenmal geen
zelfinductie geven. De drivers 17
t/m 20 zijn voor de flashers.
De microprocessor zet de
databus op een 74LS374. Hierdoor wordt afhankelijk van
het bitpatroon (een 8bits woord) een bepaalde uitgang (punt
A) laag. Hierdoor gaat de voorversterker,een 2N5401
geleiden en de collector wordt hoog (punt B). Op zijn
beurt gaat nu de TIP102 in geleiding en hiervan wordt de
collector (punt C) dan laag. Dit sluit een stroomkring
naar massa voor de spoel die dan dus aantrekt. Zodra de
betreffende uitgang van de 74LS374 (punt A) weer hoog
wordt schakelt de transistor de spoel weer uit.
Een flasher schakeling.
·
o
- Diverse
doeleinden: Deze schakeling houdt
het midden tussen een lowpower-
en een flasherschakelingt. De
blusdiode is niet standaard
aanwezig en wordt bepaald door
het gebruik van de betreffende
uitgang. Als de schakeling een
spoel aanstuurt wordt de diode
verbonden aan de +50 volt. Wordt
de schakeling benut als
flashersturing dan wordt een
verbinding gelegd naar +20 volt
en wordt er geen diode gebruikt.
Deze uitgangen zijn de nummers 21
t/m 28.
Net als bij de andere
spoelbesturingen stuurt de microprocessor een signaal
naar een 74LS374 (punt A) waardoor een uitgang hiervan
laag wordt. De 2N5401 gaat geleiden en de collector ervan
(punt B) wordt hoog. Hierdoor raakt de TIP102 in
geleiding en de stroomkring naar massa wordt voltooid.
Zodra de betreffende uitgang van de 74LS374 (punt A) weer
hoog wordt schakelt de transistor de spoel weer uit.
Diverse doeleinden schakeling. De blusdiode bij
punt C wordt weggelaten als een flasher is aangesloten.
·
o
- Algemene
verlichting (GI): Deze schakeling
bestaat uit 5 gescheiden
lampketens die ieder maximaal 18
lampjes kunnen bevatten met een
gezamelijk maximum van 90 lampjes.
Iedere keten wordt door een Triac
aangestuurd die op zijn beurt
door de microprocessor wordt
bestuurd. Net als bij de
spoelbesturing komt het
stuursignaal van de cpu binnen
als 8bits woord op een 74LS374
waarvan de uitgang via een
voorversterkertransistor dan de
de triac stuurt. Een lampenketen
kan zelfs worden gedimd door de
cpu omdat de cpu in staat is om
de nuldoorgang van de
wisselspanning te detecteren. De
cpu stuurt de inschakelpuls dan
vertraagd (ten opzichte van de
nuldoorgang) naar de 74LS374
decoder die de triac inschakelt.
Net als bij iedere
dimmerschakeling zal de triac
minder van de sinus doorlaten
naarmate de sinus de nuldoorgang
verder is gepasseerd.
Om de lampen zonder ze te
dimmen aan te doen wordt een signaal hiertoe op de 74LS374
gezet zonder nuldoorgangsvertraging waardoor de uitgang (punt
A) laag wordt, de collector van de 2N4403 (punt B)
transistor wordt laag en gate van de triac (punt C) wordt
hoog. Hierdoor gaat de triac geleiden en de lampen gaan
branden.
Algemene verlichtingsschakeling.
·
o
- Het
flippercircuit bestaat simpelweg
uit een enkel relais dat aantrekt
als het een signaal hiertoe
krijgt van de cpu. Hierdoor wordt
een stroomkring naar de massa
gesloten voor de flipperspoelen.
De flippers werken op +50 volt.
Op een onbelaste schakeling meet
je hier 60 volt of meer, bij een
belaste spoel ongeveer 48 volt.
- De
voedingen: Het driverbord bevat
de voedingen voor de +5 volt (de
logica), de +12 volt voor de
contactenmatrix en motoren/relais,
+18 volt voor de lampenmatrix, +20
volt voor de flashers, +50 volt
voor de spoelen en de 6,3volt
wisselspanning voor de algemene
verlichting. Voor de +5 en +12
volt wordt de secondaire
wisselspanning van de trafo door
een brugcel met afvlakcondensator
gelijkgericht, dit levert dan een
ongestabiliseerde gelijkspanning
op. Vervolgens worden deze door
een spanningsstabilisator tot een
+5 en +12volt (digital) stabiele
spanning bewerkt. De
ongestabiliseerde +12 volt, de +18,
+20 en +50 volt spanningen worden
niet gestabiliseerd en worden
slechts gelijkgericht en
afgevlakt. De 6,3 volt
wisselspanning voor de algemene
verlichting wordt rechtstreeks
aan de triacs toegevoerd. Alle
spanningen hebben een eigen
zekering.
Merk op dat de hoogspanningen
voor het dotmatrix of
alfanummerieke display zich niet
op het driverbord bevinden, deze
worden op het display driverbord
gelijkgericht en gestabiliseerd.
De netspanningsbewaking.
WPC benut de +18 volt voeding om te controleren of de
netspanning te hoog of te laag is. De is een typisch
probleem waar men in de USA mee te maken heeft, door de
ontzettend millieuONbewuste instelling van de mensen daar
(ze zetten de airco zo hoog dat ze de verwarming moeten
aanzetten omdat ze het te koud krijgen) komt het
regelmatig voor dat de netstroomafname groter is dan de
centrales kunnen leveren met als gevolg zeer sterke
netspanningsschommelingen. In Nederland komt dit probleem
zelden nog voor en ook in België behoort het zo
langzaamaan tot het verleden. De schakeling bestaat uit
een LM339 comparator, twee ledjes en een spanningsdeler.
Er mag beslist geen lamp branden van de kast als je de
ledjes bekijkt ter controle van de netspanning. (de kast
kan het beste in testmode staan en beslist niet in
attractmode).
- Spanning
oke: LED2=aan, LED3=uit
- Spanning
te hoog: LED2=uit, LED3=uit
- Spanning
te laag: LED2=aan, LED3=aan
Besef ook dat ze in de
USA een netspanning van 110/120 volt hebben, dit vraagt
een veel dikkere bedrading om de benodigde electrische
energie op de plaats van bestemming te krijgen, men gaat
echter uit van het normale gemiddelde en bij te grote
stroomafname zal de spanningsdip dan ook een stuk groter
zijn vergeleken met een 220/380volt netspanning.
De adviezen over het
wijzigen van de transformatoraansluiting bij afwijkende
netspanning heb ik hier geschrapt omdat het: A, niet
nodig is in ons land en B, levensgevaarlijk is om daar
aan te gaan zitten prutsen.
Het Fliptronicsbord.
Vanaf het ontwerp van The Addams Family heeft WMS een
fliptronicsbord aan de kast toegevoegd, dit had tot
gevolg dat het flipperrelais voortaan overbodig was en de
flippers voortaan door de cpu bestuurd konden worden.
Bij deze kasten heb je dan ook de mogelijkheid om de
flippers vanuit het testmenu te controleren en de kast
zelf (denk aan "Thing Flips") kan de flippers
ook besturen zonder tussenkomst van de speler.
De stuuruitgangen van het Fliptronicsbord zijn identiek
aan een Highpowerspoel schakeling. De ingangen bestaan
uit 2 LM339 spanningsvergelijkers, wordt één van de
ingangen van een LM339 laag doordat deze door een
flipperknop tegen massa wordt gelegd dan stuurt deze een
signaal naar de 74LS244 die dit in een 8 bits woord
vertaalt dat op de databus naar de cpu wordt gezet. De
cpu geeft nu een 8 bits woord terug op de 74LS374 die
hiermee een of meerdere uitgangen actief maakt. De cpu
kan dit datawoord ook onafhankelijk van de speler op de
74LS374 zetten, dit biedt de ontwerpers de mogelijkheid
om tijdens het spel een flipper te activeren zonder dat
er een flipperknop wordt ingedrukt. Ook de End-Of-Stroke
contacten worden door een LM339 op het Fliptronicsbord op
dezelfde manier uitgelezen en aan de cpu toegevoerd.
Het enige verschil tussen Fliptronics 1 en 2 is de
aanwezigheid van zowel de gelijkrichters als de
zekeringen voor de +50volt flipperspanning op versie 2.
Bij Fliptronics 1 moest WMS zijn toevlucht nemen tot een
extra zekeringbord dat boven het driverbord in de kast
werd geplaatst. Het is duidelijk dat Fliptronics 1 een (goed
geslaagde) experimentele versie was.
Het dotmatrix
controllerbord.
Het dotmatrix controllerbord voorziet het display van de
benodigde hoogspanning en fungeert als interface tussen
de cpu en het display.
De CPU schrijft de beelden
als bitmap (pages) in het ramgeheugen van de
controller en bepaald daarna welk van die beelden (page)
wordt weergegeven op het display. Het bitmapped beeld
komt overeen met de dots van het display. Het ramgeheugen
kan 16 volledige pages tegelijkertijd opslaan. De
drie 74LS175 pageregisters zorgen voor de toegang
van de cpu naar dit ramgeheugen. Het hoogste en het
laagste pageregister zijn direct toegangkelijk voor de
cpu, deze twee registers wijzen naar een van de 16
plaatsen in het ramgeheugen waar een beeld kan worden
opgeslagen. Het derde pageregister wijst naar de
pagina (het beeld) dat op dat moment wordt weergegeven.
Een extra register zorgt ervoor dat de cpu kan zien welke
rij van het display de controller aan het verversen is.
De in het ramgeheugen aanwezige beelden worden door de
controller automatisch gemultiplexed en aan het display
toegevoerd, doordat de systemclock van de cpu voor
de timing zorgt loopt de controller synchroon met de cpu
en zijn waitstates niet nodig. De controller kan
beelden die reeds in het geheigen staan zeer snel met
elkaar afwisselen terwijl de cpu tegelijkertijd nieuwe
beelden naar het geheugen schrijft. Hierdoor is de
beeldweergave ondanks te relatief trage techniek
behoorlijk snel.
Alle benodigde spanningen (behalve
de +5volt waarin door het driverbord wordt voorzien)
worden door de dotmatrixcontroller zelf geleverd. Het
betreft hier allemaal gestabiliseerde gelijkspanningen.
De spanningen zijn : +62 volt (voeding), -125 volt (voeding)
en -113 volt de +12 volt voor de logica wordt verkregen
uit de som van -113 min -125 volt.
Een 74HCL138 decoder (U1,
poort) bepaalt of de toegang naar het ramheugen of naar
een van de registers wordt vrijgegeven. Een tweede 74HCT138
(U2, control) bepaald tot welk register er toegang wordt
verkregen.
Her circuit van het
ramgeheugen gebruikt de twee 74LS175 IC's bij U33 en U35
om te bepalen tot welke beeldpagina de cpu toegang krijgt.
De 74LS175 IC's bij U31 en U32 bepalen welke pagina er
door het display wordt weergegeven. De 74LS157 IC's bij U25,
U26 en U27 multiplexen de toegang naar het ramgeheugen
tussen de controller en de cpu, deze toegang is
afhankelijk van het logische niveau van de E klok. Als de
E klok laag is dan heeft de cpu toegang, is deze klok
hoog dan heeft de controller toegang.
De controle logica benut de
drie 74HCT161 IC's U10, U11 en U12 voor de starten van de
uitlezing van de displayrij. De 74HC193 IC's U13, U14 en
U15 adresseren de bitvolgorde op de serieele poort naar
het display. U22, U21 en U5 leveren de interrupt tijdens
de weergave van een door de cpu te bepalen rij, de rij in
kwestie kan dan worden uitgelezen. U23 en U6 zorgen voor
de synchronisatie door te detecteren wanneer rij 1 actief
is.
Het dotmatrixdisplay en
bijhorend driverBord.
Het dotmatrixdisplay zelf is een 128 koloms maal 32 rijen
gasontladingsbuis. De kolomdrivers van het eraan
vastzittende driverbord hebben vergrendelbare uitgangen
zodat de data voor de volgende weer te geven. Het display
gebruikt drie positieve en twee negatieve
voedingsspanningen, een kloksignaal en een serieële data
input.
Het geluidsbord.
Het geluidsbord levert alle muziek, spraak en overige
geluiden, het bevat een eigen 6809 microprocessor die op
een kloksnelheid van 8MHz. loopt en een ramgeheugen van
het type 2064 als buffergeheugen.
Een schakeling met een DAC
(digital analoog converter) genereert alle
standaardgeluiden. (dus geen spraak of muziek). Deze DAC
krijgt zijn invoer als digitale informatie aangevoerd,
zet dit om naar analoog en stuurt het naar een versterker.
Er zijn tevens een spraak-
en mixerschakeling aanwezig op het bord. De mixer voegt
de signalen van de DAC, de muziek en de spraak
samen en stuurt deze naar een MC3340 verzwakker die de
geluidssterkte bepaald. Hiermee wordt dan de
eindversterker gevoed en tenslotte wordt het versterkte
signaal naar de luidsprekers gevoerd.
·
1j. Aan de slag : Foutzoeken (de korte uitleg)
Dit gedeelte komt rechtstreeks uit een boek van Williams
van 1991 genaamd "WPC theory of operation" (#16-9289).
Aangezien dit een nogal gedateerd boek is komen zaken als
DCS, fliptronics, WPC-S en WPC-95 er niet in aan de orde.
Toch is veel informatie uit dit boek nog steeds van
toepassing op modernere kasten.
- Foutzoeken
op het CPU bord.
Op het CPU bord bevinden zich aan de
linkerkant drie LEDjes met de nummers D19,
D20 en D21. Bij inschakelen van de kast
gaan D19 en D21 een kort moment branden.
D19 gaat daarna uit, D20 begint snel te
knipperen en D21 blijft permanent branden.
Er is sprake van een storing als :
- D20
één keer knippert: ROM U6 is
defect
- D20
twee keer knippert: RAM U8 is
defect
- D20
drie keer knippert: Asic U9 is
defect
CPU problemen en
mogelijke oplossingen :
4.
De kast springt steeds terug naar "Factory
Settings Restored". Alle persoonlijke instellingen
en highscores zijn spoorloos verdwenen.
Dit betekent simpelweg dat het ramgeheugen is gewist, als
iets dergelijks gebeurt bevat dit geheugen geen zinvolle
informatie meer wat door de cpu wordt gezien, de cpu zet
vervolgens de fabrieksinstellingen (de factory defaults)
terug (deze instellingen bevinden zich in het
onuitwisbare romgeheugen). Dit probleem wordt meestal
veroorzaakt doordat de drie penlite batterijen (type AA)
leeg zijn of geen goed contact met de houder maken. Dit
wordt verderop uitgebreid besproken.
5.
De kast geeft "Time and Date Not Set" als
foutmelding.
De realtime klok loopt niet of er is een probleem met de
batterijen (zie hierboven).
6.
U6 Checksum Error.
Controleer of de eprom in U6 goed op zijn plaats zit, het
komt wel voor dat één van de pootjes dubbelgevouwen
onder dit IC zit en soms wel, soms niet, contact maakt.
Een slechte soldeerverbinding of beschadigde (uitgelubberde)
icvoet kan ook de oorzaak zijn. U6 bevat de
besturingssoftware van de flipperkast.
7.
De CPU werkt helemaal niet meer.
Het is erg moeilijk om de oorzaak hiervan te bepalen. Het
grootste probleem is dat de data en adres lijnen
permanent laag blijven of zweven. Begin met controleren
van de +5 volt voedingsspanning en de massaverbinding.
Bekijk de print nauwkerug en controleer hem op
printbreuken, soldeerklodders (kortsluiting) of een
voorwerp dat tussen een verbinding terecht is gekomen,
kijk ook goed tussen en onder de IC voeten. Controleer
met een oscilloscoop of er kloksignalen uit de ASIC
komen 8MHz en 32KHz) en controleer de latch uitgangen op
de aanwezigheid van de 4 volt blokgolf. Als niets helpt
verwissel dan één voor één de IC's U4, U6 en U9 om te
kijken of deze goed zijn.
Contactproblemen en
mogelijke oplossingen:
8.
De kast start correct maar accepteert geen munten en
ook de startknop weigert dienst.
Controleer of zekering F115 op het powerdriverbord niet
is doorgeslagen. Kijk de bedrading van contact nummer 13
na (de startknop). De wit-oranje en groen-bruine draden
dienen te zijn verbonden als normaal open. Controleer of
de connectoren onderaan het cpubord op hun plaats zitten,
dit zijn J206, J207, J208 en J209, Trek ze een keer los
en steek ze terug. Meet of pin 1 van U20 hoog is (>4
volt) en pin 18 laag (<2volt). Meet ook de pennen 2 en
5 van U18, deze horen laag te zijn. Tenslotte kan ook een
defecte diode D5 de oorzaak zijn.
9.
Alle contacten in een kolom doen tegelijkertijd niets
meer of zijn allemaal gesloten.
Controleer de IC's U20 en U14. Een kortsluiting tegen
massa van de kolomdraad kan ook de oorzaak zijn.
10.
Alle contacten in een rij doen tegelijkertijd niets
meer of zijn allemaal gesloten.
Meet de 1N4148 diodes door van alle contacten in de rij
en contrleer de LM339 comparators U13 en U15.
11.
De menuknop functioneert niet.
Controleer of de menu-entertoets goed is aangesloten, ook
een draadbreuk in de kabelboom van de muntdeur komt wel
eens voor door het bewegen van de deur. Kijk of de
massadraad goed is aangesloten en controleer of connector
J205 goed op het cpu bord zit. Ook komt het voor dat een
eerdere exploitant een sleutelschakelaar heeft
aangebracht om te voorkomen dat een kroeguitbater de
instellingen kon wijzigen, draai in zo'n geval gewoon
deze schakelaar in de aanstand of, als je de sleutel niet
bezit of de schakelaar is uit de kast gesloopt, verbindt
de draden weer met elkaar door, meestal zijn zowel de
Enter- als de Escapeknop onderbroken (om tevens de
servicecredits uit te schakelen)
12.
Twee of meer contacten die ogenschijnlijk niets met
elkaar te maken hebben reageren altijd tegelijk.
Kijk de betreffende contacten na op defecte diodes en
kortsluiting tegen massa. Kijk ook het de
contactuitleesschakeling van de cpu na op kortsluiting (soldeertinklodders).
13.
Het setupmenu geeft de boodschap "Check Switch
#xx".
Dat betekent dat het contact in kwestie niet gebruikt is
gedurende de laatste 30 keer speIen of gedurende de
laatste 90 ballen. Controleer de LM339 waar het contact
op aangesloten is en controleer U20. Kijk het betreffende
contact na op draadbreuk (ook de diode). Deze foutmelding
kan overigens misleiding zijn, als een bepaald schot in
de kast erg moeilijk is en gedurende de bovenstaande
spellen/ballen niet is gemaakt kan de kast "denken"dat
het contact defect is. De oplossing hiervoor is : Leer
eens flipperen......... Een berucht voorbeeld van deze
situatie is het rampschot naar het Borgschip van Star
Trek the next generation. Wat de oorzaak ook is, de kast
zal automatisch compenseren voor het defecte contact.
14.
De kast geeft de melding "Pinball Missing".
Er zit een flipperbal te weinig in de kast (het correcte
aantal staat op een sticker onder de lockbar) of er zit
een bal ergens vast op het speelveld. een enkele keer is
de bal op één of andere manier onder in de kast
gevallen. Een technische fout kan ook de oorzaak zijn,
een defect outholecontact of balltroughcontact
(of opto), kortsluiting of draadbreuk, en bij de
kasten met opto's in de balltrough wil er nog wel
eens sprake zijn van slechte soldeerverbindingen, in het
bijzonder de grote weerstanden op het optozenderbordje
van 220 Ohm willen door hun hoge temperatuur nog wel eens
zichzelf lossolderen. Meet ook de diodes door bij de balltroughcontacten
en controleer U20 en de LM339 IC's op het cpu bord.
15.
De melding "## Switch is stuck On"
verschijnt op het display.
De kast heeft ontdekt dat een contact dat geopend hoort
te zijn in rust nu gesloten is. In dit specifieke geval
gaat het om een contact dat essentieel is voor de kast om
te kunnen functioneren (tilt, muntinworp, etc.). Meestal
wordt dit veroorzaakt door een afgebroken draad die tegen
massa sluiting maakt.
16.
De kast meldt "Wht-xxx Row x Short".
Dit is een indicatie van een contactrij die tegen massa
sluiting maakt. Kijk de muntdeur- en de
speelveldcontacten van de betreffende rij na op sluiting
tegen massa.
17.
De kast wil niet meer in Game Over gaan.
Kijk de outhole- en de ballthroughcontacten
na op draadbreuk. Controleer de diodes van deze contacten
en U20 en de LM339 op het cpu bord.
Flipperproblemen en
mogelijke oplossingen:
18.
De flipperknoppen doen niets in kasten zonder
Fliptronicsbord :
(contacten 11 en 12).
Dit kan worden veroorzaakt door een defect aan U7 of U8
op het driverboard of U20 en U18 op het cpu bord.
19.
Een flipperspoel wordt veel te heet of is doorgebrand
in een kast zonder Fliptronicsbord
:
Controleer of het contact dat bij deze spoel zit wel
opent als de flipperhelemaal omhoog staat.
20.
De Lanechange werkt niet in kasten zonder
Fliptronicsbord :
Dit wordt bijna altijd veroorzaakt door een defect een U7
(linker flipper) of U8 (rechter flipper).
21.
De flippers werken helemaal niet in een kast met
Fliptronicsbord.
Controleer bij Addams Family of zekeringen F101
en F102 op het driverbord heel zijn alsmede de zekeringen
op het extra zekeringbord. Bij alle andere fliptronics(2)
kasten controleer je de zekeringen op het fliptronicsbord.
Kijk of connectoren J902 en J904 goed op hun plaats
zitten en kijk de solderingen van de pennen hiervan na op
breuken.
22.
De flipperknoppen en de lanechange doen niets maar de
flippers werken wel in testmode in kasten met
Fliptronicsbord :
Controleer eerst of het fliptronicsbord correct
werkt, dit doe je door pen 1, 3,4 en 5 van connector J905
één voor één tegen massa te leggen. De aanwezige
flippers horen nu te reageren, heeft de kast 2 of 3
flippers dan zullen niet alle pennen een reactie geven,
gaat deze test goed dan zit de fout in de
flipperbedrading, opto's of contacten. Gebeurt er niets
dan moet de oorzaak op het fliptronicsbord worden
gezocht,
Fliptronics fout: In de regel is één van de LM339 IC's
U4 of U6 defect. Controleer ook of connectoren J905 (flipperknoppen
ingang) en J903 (verbinding met de cpu) goed op hun
plaats zitten Controleer of er 12volt aanwezig is op pen
3 van U4. Ook een defect aan de adres-encoder U5 is niet
uitgesloten.
Bedrading, opto of contacten fout : Bij kasten zonder
opto's bij de flipperknoppen dien je de contactbladen na
te zien op goede werking en loszittende bedrading. Heeft
de kast optobordjes dan kijk je of de connectoren goed op
het bord zitten, controleer aan de soldeerzijde of de
solderingen van de connector niet loszitten. Controleer
of het plaatje wel goed tussen de opto valt, verwissel
het optobord met die van de andere flipperknop en kijk of
het probleem zich dan daarheen verplaatst, zo ja dan is
dit optobord defect.
23.
De flippers werken wel maar vallen terug als er een
bal mee wordt opgevangen terwijl je toch de flipperknop
vasthoudt in een kast met Fliptronicsbord.
Controleer of connector J9055 goed op zijn
plaats zit. Er is ook een kans dat één van de LM339
IC's U4 of U6 defect is. Ook een defect aan de adres-encoder
U5 is niet uitgesloten.
24.
Er wordt een flipperspoel veel te heet of deze brandt
door in een kast met Fliptronicsbord.
Controleer de corresponderende TIP36 transistor
op het fliptronicsbord. Ook de TIP102 transistor en de
voorversterker 2B4403 kunnen defect zijn. Tenslotte is
ook de 74LS374 decoder een mogelijke oorzaak.
25.
De kast flippert uit zichzelf zonder tussenkomst van de
speler en doet dit ook in attractmode bij kasten met
Fliptronicsbord.
Meestal is bruggelijkrichter BR1 op het
driverbord is defect of de solderingen hiervan zitten los.
Ook een defecte flipperopto kan de oorzaak zijn.
Lampproblemen en
mogelijke oplossingen:
26.
Alle lampen in de matrix weigeren (de gestuurde lampen).
Werp eerst een blik op LED6 van het driverbord. Als deze
uit is controleer dan zekering F114 en bruggelijkrichter
BR1. Brandt deze LED wel kijk dan de IC's U9 en U18 na.
De uitgangen van beide IC's horen hoge (>4 volt)
pulsen te geven. Controleer de +18 volt draad op breuk.
In zeer zeldzame gevallen is de 18 volt wikkeling van de
transformator kapot.
27.
Alle lampen van een rij branden veel te fel of
helemaal niet.
De TIP102 transistor die deze rij stuurt is vermoedelijk
kapot. De LM339 comparator is ook een mogelijke oorzaak
en een enkele keer veroorzaakt de flipflop 74LS74 deze
storing.
TIP: Om snel te bepalen of een TIP102 transistor al dan
niet kapot is kun je de behuizing (de metalen opstaande
rand) ervan tegen massa houden met een meetsnoertje, gaat
in dat geval de hele lampenrij branden dan is de
transistor waarschijnlijk defect, gebeurt er niets dan is
de transistor waarschijnlijk goed.
28.
Alle lampen in een kolom blijven continu branden.
Dit wordt meestal veroorzaakt door een defect aan de TIP107
transistor die de kolom aanstuurt.
29.
Alle lampen in een rij blijven continu branden.
Dit wordt meestal veroorzaakt door een defect aan de TIP102
transistor die de rij aanstuurt.
30.
Een aantal lampen die niets met elkaar hebben uit te
staan gaan nooit branden.
Kijk eerst of de lampjes nog wel goed zijn en goed
contact met hun fitting maken. Controleer of de bedrading
wel goed aan de fitting is gesoldeerd. Als de lamp in
kwestie op een printplaat zit dan dien je de
connectorpennen op de print na te kijken op losgeraakte
soldeerverbindingen (zwarte rand om de pen aan de
soldeerzijde)
31.
Alle lampen blijven permanent branden.
Meestal is U9 dan defect en het komt vrij vaak voor dat
tegelijkertijd U18 ook kapot is.
Problemen met spoelen en
mogelijke oplossingen:
32.
Geen van de 50 volt spoelen wil werken.
Controleer zekering F112 en bruggelijkrichter BR3.
33.
Een motor of relais werkt niet.
Controleer zekering F103, de TIP102 transistor die de
motor aanstuurt en de bedrading van de betreffende motor
of relais. Natuurlijk kan de motor of het relais gewoon
kapot zijn.
34.
Een bepaalde spoel doet het niet.
Controleer de TIP36 en/of de TIP102 transistor die de
spoel aanstuurt. Kijk bovendien de
voorversterkertransistor 2N4403 na. Uiteraard ook hier
weer nazien of de bedrading goed is gemonteerd en geen
kortsluiting maakt. Meet aan de spoel de +50 volt na t.o.v.
de massa. In theorie kan de fout ook in de 74LS374
adresdecoder zitten maar erg waarschijnlijk is dit niet.
Tip: Een snelle manier om een transistor te testen
is het kortsluiten van de metalen behuizing tegen massa.
Als de bijhorende spoel nu aantrekt is het vrij zeker dat
de transistor defect is, gebeurt er niets dan zit de fout
blijkbaar elders en is de transistor waarschijnlijk in
orde.
35.
Een bepaalde spoel blijft aangetrokken staan.
De TIP36 en/of TIP102 transistoren die deze spoel
aansturen zijn vrijwel zeker doorgeslagen. Controleer (en
vervang) ook de 2N4403 voorversterkertransistor. Het is
in een geval als dit altijd verstandig om de hele cascade
van transistoren te vervangen, dus de 2N4403 en de
TIP102 en de eventuele TIP36C. Ook de blusdiode
dient altijd te worden vervangen.
36.
Er is een spoel doorgebrand.
In zo'n geval is er gegarandeerd ook iets mis met het
driverbord, het vervangen van de spoel alleen resulteert
dan in opnieuw doorbranden omdat de bijhorende
stuurtransistor ook kapot is.
De oorzaak van een dergelijk doorbranden ligt overigens
meestal bij de betreffende transistor, de preciese
oorzaak is meestal niet meer te achterhalen maar een
defecte blusdiode is een goede mogelijkheid. Ook de 74LS374
adresdecoder of de voorversterkertransistor kunnen
kortgesloten zijn waardoor de spoel is blijven aantrekken.
Kijk ook of de spoel niet ergens kortsluiting met een
ander metalen deel van het speelveld heeft gemaakt (is de
papierwikkel doorgeschuurd ?)
37.
Twee of meer spoelen trekken tegelijkertijd aan.
Controleer het driverbord op kortsluiting tussen de
connectorpennen (soldeerklodders). Meet of uitgangen van
de 74LS374 adresdecoder correct reageren op de cpu (testmode).
Ook kortsluiting in de draadboom onder het speelveld
tussen de draden van deze spoelen kan de oorzaak zijn.
38.
Zekering F111 of F112 slaat door.
Een kortgesloten (verbrandde)spoel of kortsluiting in een
flashlampfitting kan de oorzaak zijn. Ook motoren en
relais dienen te worden gecontroleerd op inwendige
sluiting. Mogelijk is bruggelijkrichter BR3 of BR4 kapot.
Als zekering F111 of F112 vaker doorslaan is er
waarschijnlijk ook iets mis op het driverbord.
Problemen met
flasherlampen en mogelijke oplossingen:
39.
Een enkele flasher licht nooit op.
Kijk of de lamp zelf niet stuk is. Controleer de
bijhorende TIP102 stuurtransistor. Kijk of er geen
problemen met de bedrading of de fitting zijn. Ook de
voorversterkertransistor 2N4403 kan de oorzaak zijn..
40.
Een enkele flasher blijft continu branden of brandt
veel te fel.
Controleer de bijhorende TIP102 stuurtransistor en de 2N4403
voorversterkertransistors. Soms blijft de adresdecoder 74LS374
hangen waardoor het probleem ontstaat.
41.
Geen van de flashlampen wil gaan branden.
Meet of de +20 volt op de fitting aanwezig is.Controleer
vervolgens zekering F111 en bruggelijkrichter BR4.
42.
Bepaalde flashlampen branden veel vaker door dan de
rest van de flashers.
Er staat vermoedellijk een hogere spanning dan 20 volt op
deze lampen. Controleer de spanning op de fitting ten
opzichte van de massa, meet je een (veel) hogere spanning
dan is er waarschijnlijk sluiting tussen de
flasherbedrading en de spoelbedrading. Is de spanning
goed dan zal de TIP102 transistor waarschijnlijk de
oorzaak zijn.
Problemen met de
algemene verlichting.
43.
Een enkele reeks algemene verlichtingslampen brandt
niet.
Controleer de zekering van die lampenreeks, is deze in
orde kijk dan de connector na of deze niet verbrandt is.
Kijk de bedrading na. Controleer of de triac van die
lampenreeks in orde is.
44.
De hele algemene verlichting doet het niet.
Controleer de 74LS374 adresdecoder. Meet of de 6.3 volt
wisselspanning van de transformator wel op het driverbord
aanwezig is.
45.
Een enkele lampenreeks wil niet dimmen.
Meestal is dan de triac defect maar de 74LS374
adresdecoder kan ook de oorzaak zijn.
46.
Geen van de lampenreeksen wil dimmen.
Of de 74LS374 adresdecoder is kapot of de nuldoorgangs
detectieschakeling is defect. In dat laatste geval is
meestal de LM339 comparator defect. Theoretisch kan een
defecte microprocessor de oorzaak zijn.
47.
De algemene verlichting gaat niet meer uit.
De nuldoorgangs detectieschakeling is defect. Meestal is
dan de LM339 comparator hier de oorzaak. Theoretisch kan
een defecte microprocessor de oorzaak zijn.
Voedings problemen en
mogelijke oplossingen:
Als één de voedingscircuits op het driverbord niet
werkt kijk dan altijd eerst de zekering na. Is deze goed
of slaat deze direct weer door als je een nieuwe plaats
controleer dan de betreffende bruggelijkrichter en evt
spanningsstabilisator. Kijk ook naar de volgende
mogelijke oorzaken:
48.
F106-F110 slaan door : Kortsluiting in een fitting vd.
alg. verlichting.
49.
F111 slaat door : Kortsluiting in een flasherfitting.
50.
F101-F105 of F112 slaan door : Kortsluiting in een spoel.
51.
F113 slaat door : Kortsluiting van de +5 volt tegen massa.
52.
F114 slaat door : Kortsluiting in een fitting vd.
lampmatrix.
53.
F115 slaat door : Soms een kapot IC U20.
Problemen met
alfanummerieke displays en mogelijke oplossingen:
Aangezien de displaydriver en de enkele of dubbele
displays gescheiden printen zijn begin je altijd met ze
te verwisselen om het probleem te isoleren.
Alvast een waarschuwing voordat je alle electronica
winkels afloopt.......
Het IC UDN-7180 is niet meer leverbaar.
54.
Ontbrekende segmenten.
Meestal wordt dit veroorzaakt door een kapot UDN-7180 IC.
De 74LS374 kan tegelijkertijd kapot gaan.
55.
Er ontbreken hele cijfers.
Meestal wordt dit veroorzaakt door een kapot UDN-6118 IC.
De 74LS240 kan tegelijkertijd kapot gaan.
56.
Helemaal geen displayweergave.
Controleer zekering F301. Weez er van overtuigd dat de 90
volt aanwezig is.
57.
De cijfers worden langzaam over het display gescand.
De 90 volt spanning is gezakt onder tot ongeveer 30 volt.
Kijk de voeding op het displat driverbord na.
58.
Segmenten vloeien in elkaar over.
Een van de platte kabels die van het display driverbord
loopt zit verkeerd om.
Dotmatrixdisplay
problemen en mogelijke oplossingen:
Opmerking : In de meeste gevallen betekent een
dotmatrixprobleem dat in het display zelf zit (glas plus
print) dat je het hele ding kunt weggooien. De gebruikte
IC's zijn vaak SMD en de verbinding tussen glas is met
uitzondering van het fabrikaat Cherry een zg. foilcable
waar niet bij is te komen en niets aan te repareren valt.
Kies bij aanschaf van een nieuw display altijd voor het
merk Vishay, deze zijn verreweg het beste en kosten niets
meer (en helaas ook niets minder)
59.
Een stuk van het beeld ontbreekt of is te zwak.(vooral
bij het aanzetten van de kast aan de bovenrand).
Dit betekent dat het display niet genoeg edelgas meer
bevat om de gasontlading op alle gewenste plaatsen te
laten plaatsvinden. Met spoed vervangen is de enige
oplossing daar anders het controllerbord ook kapot zal
gaan.
60.
Er ontbreken dots op het scherm.
Kijk of je een losgeraakte soldering kunt vinden in de
verbindingen tussen het glas en de print (alleen Cherry
display)
61.
Er ontbreken kolommen op het scherm (van 32 dots)
Een of meer van de kolomdriver IC's op de print is kapot
of er is een slechte verbinding tussen het glas en de
print.
62.
Helemaal geen weergave op het display.
Het display of aanzittend driverbord is defect of één
van de voedingsspanningen is niet (helemaal) aanwezig
63.
Het display is onleesbaar.
Het ramgeheugen op het controllerbord is defect.
64.
Het display geeft verkeerde beelden of herhaalt
beelden foutief.
Eén van de 74HCT138 ingangsselectors op de controller is
defect.
Geluidsproblemen en
mogelijke oplossingen:
65.
Helemaal geen geluid of alleen gekraak.
Meestal is de LM1875 eindversterkertransistor defect of
deze heeft een slecht soldeerverbinding met de print.
Meet of je -26 volt op pen 3 en +26 volt op pen 5 hebt.
De verzwakker MC3340 kan defect zijn. De roms of de ram
kunnen defect zijn. Controleer ook de solderingen van de
voedingsconnector en kijk of de luidspreker wel is
aangesloten.
66.
Geen spelgeluiden.
Dit komt vaak door een kapotte AD7524 DAC.
67.
Geen spraak.
Dit wordt vaak veroorzaakt door een defect aan de 55536
CVSD, de TL040 op-amp of de TL082 op-amp.
68.
De spraak klinkt vervormd.
Meestal is de 55536 CVSD kapot maar een kapotte 74LS74
flipflop kan ook.
69.
Geen musiek.
In de regel is de YM3012 of de YM2151 kapot.
70.
Het geluid is te zacht maar de volumeregelaar werkt
ogenschijnlijk wel.
Mogelijk een kapotte TL084 of TL082 op-amp.
71.
Het hele bord doet niets meer.
Waarschijnlijk zijn de plus en min 12 volt afwezig.
Controleer zekeringen F501 en F502.
72.
Geluidsbord foutcodes bij het inschakelen:
- 1
piepje = soundbord Oke.
- 2
piepjes = U9 RAM defect.
- 3
piepjes = U18 ROM defect.
- 4
piepjes = U15 ROM defect.
- 5
piepjes = U14 ROM defect.
* Ga naar WPC
reparatiepagina Deel twee
* Ga naar WPC reparatiepagina Deel
drie
* Ga naar WPC reparatiepagina Deel
vier
* Ga naar onze homepage
|