Reparatie van Williams/Bally WPC flipperkasten van 1990 tot 1999

Niets uit dit document mag worden overgenomen met de bedoeling dit commercieel te gebruiken of op enige andere wijze te gelde te doen komen zonder schriftelijke toestemming van de auteur en vertaler.

Inhoud :

1. Aan de slag :

  1. Een paar welgemeende waarschuwingen
  2. Kennis, wat is WPC?, Schema's
  3. Het gereedschap dat je nodig hebt
  4. Onderdelen die je bij de hand moet hebben
  5. De verschillende WPC Generaties
  6. De WPC kasten
  7. Smering, olie en andere viezigheid
  8. De printplaten
  9. Hoe werkt het nou allemaal
  10. Foutzoeken, (de korte uitleg)

2. Voordat je de kast aanzet :

  1. Controleer de zekeringen
  2. Verbrandde Connectoren (en WPC-95 GI Diodes)
  3. Even snel de transistoren testen
  4. Moet de kast aan blijven staan ?

3. When Things Don't Work:

  1. Removing the Driver board
  2. Replacing Components
  3. Checking Transistors and Coils (stuck on coils and flashlamps)
  4. Game Resets (Bridge Rectifiers and Diodes)
  5. Problems with Flippers
  6. The Lamp Matrix
  7. The Switch Matrix
  8. Infrared Optic Switches
  9. Eddy Sensors (electronic ball sensors)
  10. Ball Trough Problems (random multi-ball)
  11. Dot Matrix/AlphaNumeric Score Displays
  12. Power-On LEDs and Sound Beeps
  13. "Factory Settings Restored" error (Battery Problems)
  14. Lightning Strikes
  15. Sound Problems
  16. General Illumination (GI) Problems
  17. Test Report & The Diagnostic Dot
  18. Fixing a Dead or non-booting CPU board
  19. Game Specific & Miscellaneous Repair Tips

4. Finishing Up:

  1. Rebuilding Flippers
  2. New Coil Sleeves
  3. Protecting Slingshot Plastics
  4. Cleaning and Waxing the Playfield
  5. Playfield Rubber

 

1b. Aan de slag : Kennis, Wat is WPC, Schema's
  • Wat voor kennis op dit gebied wordt er van je verwacht ?
    Enige ervaring in het repareren van flipperkasten wordt er wel van je verwacht. Basiskennis electriciteit is gewenst maar geen noodzaak. Wel wordt er van je verwacht dat je zeer goed kunt solderen en weet hoe je met een universeelmeter moet omgaan.

Wat is WPC ?
WPC betekent "Williams Pinball Controller". Het is een door Williams speciaal voor flipperkasten ontwikkelde computer die van 1990 tot 1999 werd toegepast. Technisch gesproken functioneert de WPC chip als adres decoder, handelt de I/O af die vroeger door TTL logica en 6821 PIO's werd verwerkt maar ook de systeem klok, de bewaking en de realtime klok. Er zijn meerdere generaties van WPC (kijk bij Verschillende WPC Generaties).

Heb je de schema's ?
Het bezit van een schema voor je kast is natuurlijk ideaal, soms kun je de kast echter ook repareren zonder schema. Het Speelautomatenarchief van Klaas Boomsma is een zeer goede bron van alle mogelijke en onmogelijke schema's, Wizard en André Jansen hebben ook een grote collectie handboeken en schema's te koop.

De WPC Schema boeken.
Bij enkele WPC kasten uit 1991 en eerder staan de schema's in het gewone handboek, (Gilligan's Island en ouder). Van alle andere WPC kasten, staan de schema's van de printen in de kopkast in een apart schemaboek (CPU, (dotmatrix)driver, sound en fliptronics)

    • Pre-DCS (Funhouse tot Twilight Zone): bestelnummer 16-9473
    • WPC DCS/WPC-S (Indiana Jones tot Jackbot): bestelnummer 16-9834.2
    • WPC-95 (Congo tot Monster Bash): bestelnummer 16-10159.2

1c. Aan de slag : Gereedschappen

    • Voor het repareren van flipperkasten heb je wat gereedschap nodig, het meeste is vrij standaard spul en de weinige speciale zaken zijn redelijk makkelijk te verkrijgen.

Standaard gereedschap :

      • Een goede werklamp, liefst met klem
      • Schroevendraaiers, Gewone en kruiskop (geen posidriv) in alle soorten en maten
      • Moersleutels (topsleutels) 7,5, 8, 9 en 10mm. Voor de 7,5mm sleutel is een bithouder zeer goed te gebruiken.
      • Diverse tangen van een fijne punttang tot een kombinatietang

Speciaal gereedschap :

      • Een soldeerboutje van maximaal 15Watt of een soldeerstation
      • Soldeertin 60/40 1 mm
      • Een tinzuiger of een ander soort desoldeerapparaat
      • Een universeelmeter
      • Een infrarood detector
      • Diverse meetsnoeren
      • Een Logic probe of oscilloscoop
        Deze oscilloscoop hoeft echt geen hypermodern snel instrument te zijn, iedere goed werkende 10MHz. scoop volstaat. Zelf gebruik ik een stokoude Tektronics buizenbak uit de jaren 70.
        (Het ding vertelt me wat ik weten wil, niets meer en niets minder)

Schoonmaak- en poetsspullen :

      • Turtle wax
      • Valma Autowax (met Carnauba, groene flacon)
      • Teflon wax (Wizard)
      • Terpentijn (niet terpentine)

1d. Aan de slag : Onderdelen die je bij de hand moet hebben

  • Het is beslist aan te bevelen om een aantal onderdelen bij de hand te hebben.

Benodigde onderdelen :

    • #44 lampjes: Zorg dat je er altijd een stuk of 50 bij de hand hebt.
    • #555 lampen : Zorg dat je er altijd een stuk of 20 bij de hand hebt.
    • #906 of #912 flasher lampen: Een voorraad van 10 stuks is voldoende.
    • #89 flashers : Ook van deze een voorraadje van 10 aanleggen.
    • #86 lampjes : Deze worden gebruikt in ondermeer Twilight Zone.
    • #455 of #545 lampjes: De klassieke bimetaal knipperlampjes.
    • Zekeringen : Zorg dat je van alle waarden er een vijftal op voorraad hebt.

32mm zekeringen voor WPC-S en eerdere kasten :

      • 3/8 ampere snel (voor het dot matrix display)
      • 3/4 ampere traag (voor de 12 volt)
      • 2 1/2 ampere traag (voor de flippers bij niet-Fliptronic kasten)
      • 3 ampere traag (voor de spoelen, 12 volt en de flippers)
      • 5 ampere traag (Voor de algemene verlichtingg, flash lampen, spoelen en de +5 volt)
      • 7 ampere traag (voor de spoelen)
      • 8 ampere snel (voor speelveld lampen en 220volt voeding)

20mm zekeringen voor WPC-95 kasten
Deze flippers gebruiken de modernere 20mm zekeringen, de volgende waarden hoor je op voorraad te hebben

      • T0.315 ampere traag (audio- videobord)
      • T0.63 ampere traag (driverbord)
      • T2.5 ampere traag (audio- videobord)
      • T4.0 ampere traag (driverbord)
      • T5.0 ampere traag (driverbord, netzekering)
      • T6.3 ampere traag (driverbord)
    • Teflon coilsleeves: Zorg dat je een stuk of tien exemplaren van de langste in huis hebt, heb je toch een keer een kortere nodig dan snijdt je hem gewoon op lengte af.
    • Flipper plungers en links : Deze heb je nodig als je de flippers wilt reconstrueren zodat ze weer als nieuwe spelen. Er zijn twee types, met nok voor veer ( ref. A10656 voor 1992) en met ronde kop (ref. A10656 vanaf 1992)
    • Flipperlink lagerbusjes : Dit zijn de metalen busjes die in de nylon link zitten, verslijten doen ze nauwelijks maar kwijtraken des te meer.
    • Flipper coilstops: Ook HARD nodig bij het herbouwen van de flippers.
    • Flipper End-Of-Stroke contacten: Deze willen nog wel eens afbreken.
    • 8mm krimpsok: Ideaal voor de isolatie om de EOS nok van de flipperarm.
    • Ballen : Een nieuw stel ballen is een must om de zoveel tijd, een gekraste bal vernielt het speelveld in zeer korte tijd.
    • Rubbers : Bij de meeste leveranciers kun je een komplete rubberset voor jouw kast bestellen, vergeet niet de kleur erbij te vermelden en denk aan de shootertip.
    • Transistoren: Zorg ervoor een paar TIP102, TIP107, 2N5401, 2N4403, en TIP36c bij de hand te hebben.
    • Diodes: Ook een stel 1N4007 diodes in de EHBO doos zijn zeker nuttig.
    • Bruggelijkrichters: De grote 35 ampere 200 volt bruggen willen nog wel eens defect raken
    • ULN2803 IC: Voor het driverbord.
    • LM339 chip: Voor de driver-, flipper- en optoborden.
    • NTE5671 Triacs: Voor de Algemene verlichtings circuits
    • Connectoren en pennen: Om verbrande exemplaren te vervangen.

De meeste van deze spullen kun je bij Wizard kopen, soms is het nuttig om eens bij een plaatselijke electronicawinkel te vragen of die het hebben of kunnen bestellen omdat de prijzen daar een stuk lager liggen.


1e. Aan de slag : De verschillende WPC Generaties

  • Er zijn zes verschillende generaties van het WPC systeem. Het is noodzakelijk dat je weet welk systeem in jouw kast wordt gebruikt omdat er hier en daar behoorlijke verschillen tussen zitten.
    • WPC Alfanummeriek: Werd gebruikt vanaf Funhouse (oktober 1990) tot en met The Machine BOP (april 1991). Deze WPC generatie gebruikt 16 cijferige alfanummerieke displays. Ook de flipper in deze kasten werden nog "gewoon" aangestuurd zonder een Fliptronics bord. Deze kasten zijn eenvoudig te herkennen aan de displays en het ontbreken van het fliptronicsbord en de dotmatrix controllerI (enkele Dr.Dude kasten zijn ook met dit systeem uitgerust hoewel de meesten met System11 werden gebouwd). Alle Dr.Dude WPC en de eerste exemplaren van Funhouse gebruikten het System11 geluidbord.
    • WPC Dotmatrix: In gebruik vanaf Terminator2 (juni 1991) tot Party Zone (oktober 1991). Deze generatie WPC kasten hadden nog een "ouderwetse" flipperbesturing, dus zonder Fliptronics bord. Party Zone is hier weer de uitzondering omdat enkele exemplaren weer wel een Fliptronicsbord hebben en toch in deze generatie thuishoren.
    • WPC Fliptronics: Dit systeem werd gebruikt vanaf Addams Family (februari 1992) tot Twilight Zone (mei 1993). Enkele van de laatst gebouwde Party Zone kasten hebben ook dit systeem aan boord. Het Fliptronics-1 bord dat in Addams Family en Party Zone werd gebruikt verschilt enigzins van het latere Fliptronics-2 bord. Het verschil is de voeding die bij versie 1 nog vanaf het driverbord kwam maar bij versie 2 op het bord zelf werd gelijkgericht. Bij het Fliptronics-2 bord zitten ook de flipperzekeringen op het bord zelf.
    • WPC DCS: Vanaf Indiana Jones (oktober 1993) heeft Williams het soundbord verbeterd naar digitaal gecomprimeerd geluid (digital compressed sound = DCS). Dit had als resultaat een sterk verbeterde geluidskwaliteit en door de compressie kon er nu ook veel meer geluid worden opgeslagen in de roms.

Een WPC-Security CPU bord. De chip met
de witte barcode is de security PIC.
Deze chip is per kast verschillend en vervangings
chips zijn uitsluitend via Williams te koop voor $180 per stuk.
Merk op dat de batterij op een aparte print zit bij deze WPC-S CPU borden.

WPC-S CPU board

    • WPC-Security (WPC-S): Beginnende met World Cup Soccer (maart 1994) werd een security PIC toegevoegd aan het CPU bord in alle WPC-S kasten. Deze PIC (programable integrated circuit) was voor iedere kast verschillend. CPU borden kunnen niet tussen verschillende kasten zonder ook de PIC te vervangen door het juiste type PIC (dus op een Corvette CPUbord dat in een Shadow kast wordt gezet moet ook de Corvette PIC naar een Shadow PIC worden gewijzigd). Iedere security PIC had een speciaal serie nummer gecodeerd in de chip zitten. Dit nummer wordt weergegeven tijdens het opstarten van de kast. Aan dit serie nummer kun je zien aan welke distributeur de kast was geleverd vanuit de fabriek. Dit werd door Williams gedaan zodat in Europa distributeurs de kasten niet langer buiten hun verkoop regio konden verkopen. Iedereen kon nu een kast inschakelen, het serienummer noteren en daarmee bepalen of een kast geen "grijze import" was. Jammer genoeg voor ons maakt de aanwezigheid van deze PIC reparatie van de CPU een stuk moeilijker omdat deze borden niet zondermeer tussen de kasten kunnen worden uitgewisseld zonder ook de PIC te vervangen. Nog vervelender is het dat de PIC alleen maar van Williams kan worden gekocht voor maar liefst 180 dollar. De hoge prijs is alleen maar om de distributeurs te ontmoedigen om deze PIC te vervangen en staat in geen verhouding tot de werkelijke kostprijs. Inmiddels is er gelukkig een gehackte PIC te koop die wel een normale prijs heeft.
    • WPC-95: Vanaf de productie van Congo (maart 1996) (en enkele Jackbot kasten), heeft Williams het nieuwe WPC-95 CPU driverbord gebruikt, dit bord is een samentrekking van het Fliptronicsbord, het geluidsbord, de dotmatrixcontroller en het oude driverbord gedeelte. WPC-95 gebruikt ook de security PIC. Het overgrote deel van de cicuits is gelijk aan het WPC-S systeem. De uitzondering bestaat daaruit dat alle dotmatrix- en geluidslogica in een enkele logische array zitten (vergelijkbaar met de WPC chip op de cpu).

1f. Aan de slag : De WPC kasten

  • Dit is de lijst van WPC kasten en welk WPC systeem ze gebruiken.
o                                WPC Alfanummeriek

·                                 Dr.Dude, oktober 1990 *

·                                 Funhouse, oktober 1990 *

·                                 Harley Davidson, maart 1991

·                                 The Machine BOP, april 1991

WPC Dot Matrix

·                                 Slugfest (honkbalkast), maart 1991

·                                 Terminator2, juli 1991

·                                 Gilligan's Island, juli 1991

·                                 Party Zone, oktober 1991 *

WPC Fliptronics

·                                 Party Zone, oktober 1991 *

·                                 Addams Family, februari 1992

·                                 Hurricane, februari 1992

·                                 The Getaway, april 1992

·                                 Black Rose, augustus 1992

·                                 Fish Tales, oktober 1992

·                                 Dr.Who, december 1992

·                                 WhiteWater, januari 1993

·                                 Creature from the Black Lagoon, januari 1993

·                                 Dracula, mei 1993

·                                 Twilight Zone, mei 1993 (sp)

WPC DCS

·                                 Indiana Jones, oktober 1993 (sp)

·                                 Judge Dredd, oktober 1993 (sp)

·                                 Star Trek Next Generation, november 1993 (sp)

·                                 Demolition Man, maart 1994 (sp)

·                                 Popeye, maart 1994 (sp)

o                                WPC-S (security)

·                                 World Cup Soccer, maart 1994

·                                 Flintstones, juli 1994

·                                 Corvette, augustus 1994

·                                 Red and Ted RoadShow, november 1994 (sp)

·                                 Dirty Harry, maart 1995

·                                 The Shadow, maart 1995

·                                 Theatre of Magic, april 1995

·                                 No Fear, mei 1995

·                                 Indianapolis 500, september 1995

·                                 Johnny Mnemonic, oktober 1995

·                                 Jackbot, oktober 1995 *

WPC-95

·                                 Jackbot, oktober 1995 *

·                                 Congo, maart 1996

·                                 Who Dunnit, maart 1996

·                                 Attack from Mars, maart 1996

·                                 Scared Stiff, maart 1996

·                                 Safe Cracker, mei 1996

·                                 Tales of Arabian Nights, juli 1996

·                                 Junkyard, januari 1997

·                                 NBA Fast Break, maart 197

·                                 Medieval Madness, september 1997

·                                 Circus Voltaire, november 1997

·                                 No Good Gofers, januari 1998

·                                 Championship Pub, juni 1998

·                                 Monster Bash, september 1998

·                                 Cactus Canyon, maart 1999

* These games share two different systems. Only about 100 Dr.Dudes are WPC (most are System11). Early production Funhouse and all WPC Dr.Dude games use System11 sound boards. Most Party Zone games are not WPC Fliptronics. Only a few Jackbot games were WPC-95.

Playfield Glass Size.
# - These games are "super-pins" with wide playfield bodies. These use 23 3/4" x 43" x 3/16" tempered playfield glass, instead of the normal 21" x 43" x 3/16" tempered playfield glass used on most other pinballs from the 1950's through WPC. Safe Cracker, a smaller pinball, uses 18.5" x 36.5" x 3/16" tempered playfield glass.


1g. Aan de slag : Smering, olie, vet en andere viezigheid.

  • Het is voor ons liefhebbers en welwetenden ongelofelijk als we weer eens een nieuwe kast weten te bemachtigen en dan voor de zoveelste keer een samengeklonterde smeerboel aantreffen waar de keuringsdient van waren nog voor op de loop zou gaan.

Echt; Flipperkasten hebben geen olie nodig, toe nou, geloof me, ik smeek het je, de ellende die wordt aangericht door het gebruik van allerlei soorten olie, vet en sprays is ontzettend, het betekent dat je alles tot de laatste schroef moet gaan demonteren en ontvetten om het weer goed werkend te krijgen.

Dus wees verstandig en gebruik onder geen enkele voorwaarde enige vorm van olie of spray in de kast, dat geldt overigens ook voor contactspray die totaal overbodig is en zelfs giftige chemische reacties kan laten ontstaan in de kast.
Uiteraard zijn er weer enkele uitzonderingen op deze regel maar die komen vanzelf aan bod in dit verhaal.

De nieuwste rage is het gebruik van Teflonspray, voor dit gladde glibberspul geldt precies hetzelfde, het hoort niet in een flipperkast thuis.


1h. Aan de slag : De printplaten.

In een WPC flipperkast vindt je diverse soorten printplaten, een printplaat werd vroeger ook wel "gedrukte bedrading genoemd"
Er zijn verschillende soorten printplaten in de kast aanwezig met ieder een vaak heel specifieke taak.

  • Het CPU bord
    Dit is de print met de microprocessor en geheugen IC's die de hele kast bestuurd.
    In feite is een WPC flipperkast niets anders dan een zeer fraaie toepassing van computer besturing.
  • Het Driverbord
    Dit bord bevat de gelijkrichters voor de diverse spanningen die de flipperkast nodig heeft. Bovendien zitten de stuurtransistoren op dit bord die de zwakke digitale signalen van de CPU omzetten naar de krachtige stroom die de spoelen en lampen aansturen.
  • Het DotMatrix controller bord
    Dit bord vertaalt de signalen van de CPU naar een voor het display bruikbaar signaal, omdat het dotmatrix bord met hoogspanning werkt is dit een plek om vooral met je vingers uit de buurt te blijven.
  • Het Fliptronics bord
    Dit is een kleinere printplaat met daarop de krachtige transistoren die de flippers aansturen, tevens bevindt zich hierop de uitlezing van de flipperknoppen en een vorm van beveiliging tegen het beruchte doorbranden van de flipperspoelen.
  • Het geluidsbord
    Dit is de print waarop zich de electronica bevindt die het geluid opwekt dat de kast produceerd. In feite niets meer en niets minder dan een moderne CD speler met als enige verschil dat het geluid in chips zit inplaats van een compact disc.

Dit is een kopkast van een 91er Gilligan's Island (tweede generatie WPC). Het CPU bord zit linksonder. Het driver bord is de grote "lap"midden rechts met daar rechtsboven de dotmatrix controller en links erboven het geluidsbord. In de linkerbovenhoek is een open plaats, op deze plek vind je bij latere kasten het Fliptronicsbordje
WPC (1991) boards

WPC-95 boards
WPC-95 printen. Je ziet dat er minder printen in dit type kast zitten. Het Fliptronicsbord is bij dit systeem samengevoegd met het driverbord en de dotmatrix controller en het geluidsbord zij ook samengevoegd tot één enkele print.

  • De WPC Powerdriverprint.
    De meeste reparaties aan een flipperkast uit de WPC serie komen voor aan dit bord. Het is dus zaak om er goed vertrouwd mee te zijn, des te makkelijker en sneller je een fout zult kunnen opsporen en herstellen. Het driverbord bevat bijna alle stuurtransistoren, de verlichtingsbesturing, de gelijkrichters en nagenoeg alle zekeringen.

Deze tekening toont de bestemming van de aansluitingen, zekeringen en transistoren op een WPC-S bord en de voorlopers ervan.
WPC power driver board

De verschillende soorten printen die er voorkomen (generaties).
Let op, de "A" voor een nummer staat niet op de print in kwestie maar verwijst naar het nummer in het handboek. Dit zijn de "assembly" (artikel) nummers van Williams. Het nummer staat meestal op een sticker die aan de voorzijde van de print is geplakt. Het tweede nummer is het artikelnummer van de kale print, dus zonder de gemonteerde onderdelen. Dit nummer vindt je tevens aan de achterkant van de print waar het is ingeëtst. Sommige printen kunnen tussen bepaalde kasten worden uitgewisseld.

Het CPU bord.

  • A-12742-kastnummer (5764-12431-00): de versie zonder beveiligingschip (dus zonder PIC) die gebruikt werd van Funhouse tot en met Popeye. Deze borden kunnen tussen alle kasten uit deze serie worden uitgewisseld als je de juiste eprom er insteekt. Bij de oudste versies dienen bovendien de jumpers te worden ingesteld op het gebruikte type eprom (512Kb=27C512 , 1Mb=27C010 , 2Mb 27C020 of 4Mb 27C040)
  • A-17651-kastnummer: WPC-S (security) deze versie werd gebruikt in de kasten vanaf World Cup Soccer tot en met WhoDunnit. Dit bord is ook weer alleen maar tussen deze kasten uitwisselbaar met dien verstande dat de juiste PIC en de juiste gamesoftware in eprom wordt geplaatst.
  • A-20119-kastnummer: WPC-95 CPU dit bord gebruikt een 32k x 8 statische RAM en kan worden gebruikt in iedere kast van Congo tot de laatste, Cactus Canyon, ook hier dienen dan wel de juiste PIC en de juiste gamesoftware in eprom worden geplaatst.
  • A-21377-kastnummer (5764-14823-0): WPC-95 CPU deze processorkaart heeft een 8k x 8 statische RAM en kan ook worden gebruikt in iedere kast van Congo tot Cactus Canyon, ook hier weer moet de juiste PIC en gamerom worden geplaatst.

CPU borden zijn NIET uitwisselbaar tussen verschillende WPC generaties.
Een CPU uit Twilight Zone (WPC) kan dus niet in een Flintstones (WPC-S) worden gebruikt ook al zet je er de goede eprom in.

De EPROM jumpers van het CPU Bord (W1/W2).
Op de eersteWPC CPU borden (A-12742) zitten er twee jumpers die de grootte van de gebruikte EPROM in voet U6 bepalen (dit is de gamerom). Meestal hoeven deze jumper niet te worden gewijzigd maar bij enkele zeer vroege WPC kasten werden kleinere 1Megabit EPROMS gebruikt (Funhouse, Harley Davidson, Bride of Pinbot) en dient soms een wijziging te worden aangebracht. Bezit je bijvoorbeeld een Funhouse waar nog de originele eerste software in draait en dus een 1Mb 27C010 EPROM inzit, wilt opwaarderen naar de nieuwste versie die in een 2Megabit (27C020 EPROM) zit, dan moeten de jumpers worden gewijzigd. Hetzelfde geldt als je dit originele Funhouse CPU bord wilt gebruiken in een andere kast die een 4Megabit (27C040) EPROM nodig heeft.

Er zijn twee van deze jumpers en ze zitten rechts naast de voet van de EPROM U6 als je naar het bord kijkt terwijl het zich in de kast bevindt. (kijk op de onderstaande foto). In feite is een jumper gewoon een stukje draad dat twee soldeerpunten op de printplaat met elkaar verbindt. Op het bord staan stippellijntjes op de plaatsen waar al dan niet een verbinding moet worden gelegd. Een jumper kan gewoon een stukje blank draad zijn maar soms worden ook wel op weerstanden lijkende dingetjes gebruikt of zit een keramisch isolatortje om het draadje. Voor het wijzigen van deze jumpers heb je uiteraard een soldeerbout nodig en meestal twee nieuwe stukjes draad.

De instellingstabel voor de gamerom jumpers.

Pre WPC-S CPU Board EPROM Jumpers

EPROM Grootte

Jumper W1

Jumper W2

1meg (27C010)

open

verbonden

2meg (27C020)

verbonden

verbonden

4meg (27C040)

verbonden

open

Hier zie je de jumpers W1 en W2 op een WPC CPU print.
Deze bepalen de grootte van de gebruikte eprom in voet U6.
De instelling op deze print is voor een 27C020 of 27040 EPROM.

Latere CPU printen, dus de WPC-S en volgenden hebben deze jumpers niet meer.

Op sommige schemas worden deze W1/W2 jumpers gebruikt om het type display in te stellen (alfanummeriek of dotmatrix). Voor een dotmatrixdisplay wordt dan W1 verbonden en W2 opengelaten. Een alfanummeriek display wordt ingesteld met W1 open en W2 verbonden.

De CPU Bord landinstellings jumpers of dipswitches (W14-W18).
Op de borden vóór WPC-S (A-12742)zitten er vijf jumpers die de landsinstelling van de kast bepalen. Deze instelling is meestal van geen belang maar als de kast echter naar factory default wordt teruggesteld of de batterijen raken leeg dan kan het gebeuren dat je opeens een Franstalige kast hebt, begrijp je dan ook nog geen woord Frans dan wordt het lastig om de instelling weer naar Engels terug te stellen. Deze jumpers bepalen alleen maar de voorkeurs taal, muntinworp en spelinstellingen voor als de kast in het betreffende land wordt gebruikt. Net als bij de eerder besproken EPROM jumpers kunnen dit gewoon draadjes zijn of een luxere weerstand van nul Ohm. Ook hier is de soldeerbout nodig om de instellingen te wijzigen.

Landsinstelling jumpertabel

Land of regio

Jumper
W14

Jumper
W15

Jumper
W16

Jumper
W17

Jumper
W18

USA

verbonden

verbonden

verbonden

verbonden

verbonden

Europa

verbonden

verbonden

open

verbonden

verbonden

Frankrijk

verbonden

verbonden

verbonden

open

verbonden

Duitsland

verbonden

verbonden

verbonden

verbonden

open

Hier zie je de landsinstellingsjumpers op een dergelijke CPU print zitten links van de grote vierkante U9 chip.
Deze flipperkast is ingesteld op gebruik in de USA.

Vanaf een aantal WPC-DCS en de WPC-95 printen heeft Williams de jumpers vervangen door een dipswitchblokje met acht schakelaartjes. Bij deze kasten kun je de instellingen wijzigen zonder de soldeerbout te hoeven opwarmen.
Hieonder staan de instellingen.

Landsinstelling jumpertabel voor WPC-S/WPC-95

Land of regio SW1 SW2 SW3 SW4 SW5 SW6 SW7 SW8

USA

Uit

Uit

Aan

Aan

Aan

Aan

Aan

Aan

Europa

Uit

Uit

Aan

Aan

Aan

Uit

Aan

Aan

Frankrijk

Uit

Uit

Aan

Aan

Aan

Aan

Uit

Uit

Duitsland

Uit

Uit

Aan

Aan

Uit

Aan

Aan

Aan

Het driverbord.

  • A-12697-1 (5763-12405-00): Het driverbord dat gebruikt werd in Funhouse tot halverwege de productie van Twilight Zone. Op het bord is een flipperrelais aanwezig. Dit bord kan worden gebruikt in kasten vanaf Funhouse tot en met WhoDunnit en is daarmee het meest inzetbare bord van alle niet WPC95 driverborden.
  • A-12697-3: Vanaf halverwege de productie van Twilight Zone is het flipperrelais niet langer op het bord aanwezig (omdat deze kasten een Fliptronics bord hebben is het relais totaal overbodig geworden). Deze printen kunnen worden gebruikt van Addams Family tot en met WhoDunnit maar niet in de kasten vanaf Funhouse tot en met Party Zone omdat deze laatsten het flipperrelais nog wel degelijk gebruiken.
  • A-12697-4: Bij dit type is een 4 ampere zekering toegevoegd aan één van de spoelencircuits. Ze kunnen gebruikt worden van Addams Family tot en met WhoDunnit. Deze borden zaten oorspronkelijk in slechts een paar kasten (Johnny Mnemonic en soms Corvette).
  • A-20028 (5763-14525-06): Dit bord kan uitsluitend worden gebruikt in WPC-95 kasten, dus van Congo tot en met Cactus Canyon en verder nergens in.

Het geluidsbord.

  • A-12738-kastnummer: Analoog/digital hybride. Kan worden gebruikt van Funhouse t/m Twilight Zone vooropgesteld dat je er de juiste eproms in steekt.
  • A-16917-kastnummer: DCS geluidsbord met uitsluitend DSP (digital signal processing) geluid. Kan worden gebruikt van Indiana Jones t/m WhoDunnit, vooropgesteld dat je er de juiste eproms in steekt.
  • A-20516-kastnummer (5760-14495-10): Dit bord wordt alleen in de WPC-95 kasten gebruikt en is een gecombineerd audio/video bord. Inzetbaar in kasten vanaf Congo t/m Cactus Canyon, vooropgesteld dat je er de juiste eproms in steekt.

Het displaycontrollerbord.

  • A-12739-1: Alfanummeriek WPC displaydriverbord, gebruikt van Funhouse t/m The Machine BOP.
  • A-14039 (5760-12710-00 REV 6): Dotmatrix driverbord, gebruikt van Terminator2 t/m Popeye
  • A-14039.1 (5760-12710-12): Dotmatrix driverbord, gebruikt van World Cup Soccer t/m WhoDunnit.
  • De WPC-95 kasten hebben geen apart displaydriverbord omdat dit bord bij dit systeem was geïntegreerd met het geluidsbord, dus de kasten vanaf Congo t/m Cactus Canyon. Zie verder hierboven bij geluidsborden

Opmerking :
De borden "5760-12710-00 REV 6" en "5760-12710-12" zijn volledig uitwisselbaar en hebben dezelfde aansluitingen. Het enige verschil van het nieuwere -12 bord is de toevoeging van een 74HCT138 IC (U12, tussen U11 en U34). Het oudere -00 bord heeft wel de open plaats voor dit IC maar het IC is niet gemonteerd. (en nee, je kunt dit IC niet toevoegen om een -00 bord op te waarderen naar een -12 bord omdat er nog meer wijzigingen moeten worden gemaakt). De oorzaak van deze wijziging was het gebruik van steeds modernere en snellere componenten zoals geheugen IC's en de ondersteunende logica waardoor er synchronisatie- en timingsproblemen ontstonden in de oorspronkelijke schakeling, iets waar men bij het originele "REV 6" ontwerp nooit aan heeft gedacht. Als je een ouder "REV 6" bord repareert kun je tegen dezelfde problemen aanlopen omdat de huidige electronica uiteraard ook sneller is. Problemen die kunnen optreden zijn "zwervende" en/of knipperende dots op het display.

Het Fliptronics bord.

  • A-15028: Flipper Controller Assembly (Fliptronics I), werd alleen gebruikt in Addams Family, deze kast heeft twee apart gemonteerde zekeringen om dit bord van stroom te voorzien. Dit bord is in geenéén andere kast te gebruiken zonder vergaande wijzigingen.
  • A-15472: Fliptronics II bord, gebruikt van Getaway t/m Twilight Zone. Op dit Fliptronics II bord is een bruggelijkrichter toegevoegd en allevier de flipperzekeringen
  • A-15472-1: Fliptronics II bord, gebruikt van Indiana Jones t/m WhoDunnit.
  • De WPC-95 kasten hebben geen apart Fliptronics bord omdat dit (weer) geïntegreerd werd met de powerdriver. Congo t/m Cactus Canyon hebben dus geen los Fliptronicsbord

De Flipper optobordjes.
Halverwege de productie van Addams Family begon Williams een flipperoptobord te gebruiken inplaats van de tot dat moment gebruikelijke contactbladen. Ieder flipperoptobord (er zijn er uiteraard twee, één voor iedere flipperknop) bevat twee U-vormige opto interruptors met vier aansluitingsdraadjes. Het bordje heeft één opto voor een normale (onder)flipper en één voor een mogelijke bovenflipper (dus ook als de kast alleen maar de normale twee onderste flippers heeft). Met de introductie van WPC-95 veranderde de opto naar een vijfdradige versie (technisch bekend als een Schmitt trigger opto). Deze nieuwere vijfpotige opto's hebben minder problemen met stof en haperen minder snel. Beide typen optobord kunnen in iedere kast worden gebruikt waar optoborden in horen te zitten.

  • A-17316 (5768-13469-00): WPC-S en eerder 4-poot "U" flipper optobord.
  • A-20207.1 (5768-145-8-00): WPC-95 5-poot "U" flipper optobord.

1i. Aan de slag : Hoe werkt het nou allemaal ?

  • In dit hoofdstuk vindt je enorm veel technische theorie. Als je dat niet ziet zitten sla je het gewoon over. Hoewel het buitengewoon interessant is (gezien door de bril van de echte fröbelaar) heb je het niet echt nodig om de kast te kunnen repareren (maar het is wel een verrekt stuk makkelijker als je begrijpt hoe het allemaal functioneert)
    Door de aard van electronica in het algemeen is het ook niet goed mogelijk om alle begrippen naar Nederlands te vertalen, woorden als "microprocessor" en "comparator" zijn theoretisch wel te vertalen in "centrale verwerkingseenheid en "spanningsvergelijker" maar dat wordt gewoon een onmogelijke en onleesbare rotzooi. De echte electronicakreten heb ik dan ook gelaten in hun meest bekende vorm.
  • Dit hoofdstuk is niet geschreven voor de beginner, er wordt in dit gedeelte vanuit gegaan dat je het technische "grieks" van de electronicus redelijk begrijpt.
    Toch wil ik de beginner aanraden om tenminste te
    proberen zich door deze rijstebrijberg heen te werken omdat zich aan de andere kant ervan een vurrukkulluk land van glashelder begrip in electronica bevindt
    (denk eraan dat ook ik niet geboren ben met al deze kennis)
    Als je echt met iets blijft zitten doe dan je mond open en vraag het me.
    Mijn e-mailadres is
    Hans@shootmagain.nl, houdt er wel rekening mee dat Hotmail en aanverwante anonieme e-mail door mijn computer automatisch wordt verwijderd.

Connectoren, zekeringen en printnummers.
Iedere connector in de kast heeft een uniek nummer, uit de opbouw van dit nummer kun je eenvoudig opmaken waar deze thuishoort. Als voorbeeld nemen we J101, dit is dan een connector die op bord nummer 1 plek 01 hoort te worden gestoken. Staat er nog een streepje achter gevolgd door een cijfer dan duidt dit een bepaalde pen aan van de connector. J103-2 betekent bijvoorbeeld dan bord 1, plug 3, pen 2.

De zekeringen zijn op een zelfde wijze genummerd. F501 is dus bord 5 zekering 1.

De printen zijn als volgt genummerd:

    • 1 = De powerdriver
    • 2 = De CPU
    • 3 = Het display driverbord
    • 4 = Dubbel of enkel displaybord
    • 5 = Het geluidsbord
    • 6 = De dotmatrix controller
    • 7 = Een eventueel printerbord
    • 9 = Het fliptronicsbord

De functiebeschrijving van de printen.

    • Het CPU bord: Het CPU bord bevat een 68B09 microprocessor en bestuurt alle alle logica en zorgt voor de uitlezing van alle contacten.
    • Het powerdriverbord: Deze grote print bevat geen elementen die speciaal voor een bepaalde kast zijn. Uitsluitend algemeen gebruikte electronica is op dit bord geplaatst zoals de circuits voor de algemene verlichting (die met triacs wordt aangestuurd), het flipperrelais (voor kasten zonder fliptronics) en de circuits die de spoelen en de lampen aansturen. Tevens zitten op dit bord de gelijkrichters en stabilisatoren voor de +5volt, +12volt, +18 en +50 volt spanningen.
    • Het display driverbord nummer A-12739 : Deze alfanummerieke displaydriver werd gebruikt in kasten die nog geen dotmatrix display hadden. Omdat dit bord kan worden gebruikt met meerdere displays kun je aan het streepje gevolgd door een cijfer zien voor hoeveel displays het bord in kwestie geschikt is. "-1" wil zeggen: Geen extra display. een extra display ziet er uit als "-2" en twee extra displays als "-3".
    • Het enkele display driverbord nummer A-12794 : In gebruik bij kasten voor het dotmatrixdisplay in gebruik kwam, er is één 16cijferig alfanummeriek display op gemonteerd.
    • Het dubbele display driverbord nummer A-12793 : In gebruik bij kasten voor het dotmatrixdisplay in gebruik kwam, er zijn twee 16cijferige alfanummerieke displays op gemonteerd.
    • Het dotmatrix controllerbord : Dit voorziet het dotmatrixdisplay van de juiste gegevens om te kunnen functioneren. Algemeen uitwisselbaar.
    • Het dotmatrixdisplay met driverbord : Dit is een standaard 128x32 dots plasma display van het fabrikaat Cherry, Babcock of Vishay. Bij vervanging hiervan heeft het merk Vishay verreweg de voorkeur.
    • Het geluidsbord : Hier wordt alle muziek en spraak opgewekt.

De werking van de CPU :
Het CPU bord verricht voornamelijk twee belangrijke functies : Het beheer van alle computerlogica en de contact uitlezing.

    • Een microprocessor (U4) van het type 68B09E wordt gebruikt als centrale verwerkingseenheid, deze doet dus alle rekenwerk, verzorgt de opslag naar het geheugen en stuurt de resultaten naar de gebruiker terug. Bij uitlezing met een oscilloscoop van de data en adres lijnen hoor je een blokgolf te krijgen met een spanning van minstens 4volt tussen de toppen. De processor loopt op een kloksnelheid van 2 MHz die door de ASIC wordt gegenereerd op pennen 81 en 82. Op pennen 34 en 35 dient een blokgolf van tenminste 5 volt top-top aanwezig te zijn. De spanning op de RESET en IRQ (pen 37 en pen 3) van de processor hoort tijdens normaal bedrijf logisch hoog te zijn (tenminste 4 volt).
    • ROM (U6): Een 1 tot 8 Megabit eprom bevat de software van de kast. Bij uitlezing met een oscilloscoop van de data en adres lijnen hoor je een blokgolf te krijgen met een spanning van 4 volt top-top.
    • RAM (U8): Een 2064 CMOS RAM geheugen waar de kast de boekhouding en instellingen in opslaat. Een circuit met drie penlite batterijen wordt gebruikt om dit geheugen te beveiligen bij uitschakelen van de kast. Dit wordt bereikt door de batterijen over 2 diodes aan te sluiten (kathodezijde van D1 en D2) deze diodes houden de spanning op pennen 26 en 28 hoger dan op tenmiste 4volt, de diodes voorkomen dat bij ingeschakelde netspanning de batterijen spanning terugkrijgen. Als de kast is ingeschakeld dien je op pen 26 en 28 5volt te meten. Valt de spanning op deze pennen om wat voor reden dan ook terug onder de 4 volt dan zal geheugenverlies optreden en zal de kast naar Factory Defaults resetten.
    • De ASIC (U9): (Application Specific Integrated Circuit). Deze chip handeld de adres logica af maar ook de, systeem timing, de real time klok en de procesafhandeling wordt hier gedaan. Bij meting met een oscilloscoop dienen de adres en data lijnen tenminste 4 volt top-top te geven. De diverse andere pennen van dit IC dienen of logisch hoog, of logisch laag te zijn zonder enige puls. Deze PLCC chip is niet speciaal voor een bepaalde kast ontwikkeld maar vormt het hart van het hele WPC systeem. Hij bevat twee klokken (real time en system timing). Deze ASIC verzorgt tevens een blanking van het systeem gedurende power-up. Deze blanking is actief gedurende het op gang komen van de cpu en voorkomt het ongewenste random inschakelen van spoelen, motoren en lampen. Pas als de microprocessor volledig is gereset wordt het blanking signaal naar logish hoog gezet en kan de kast toegang krijgen tot de besturingscircuits op de powerdriver.
    • De overige buffers en latches (U1, U2, U3, U5, U7, U12, U21): Deze standaard logica wordt gebruikt voor tijdelijke data opslag, decodering en encodering van signalen. Ook hier moeten de adres en data lijnen 4 volt top-top zijn. Eventuele lijnen die kloksignaal voeren dienen logisch hoog of laag te zijn maar niet te zweven.

De contactenmatrix (alle WPC kasten)

speciale
contacten
(tegen massa)

Kolom/Rij

1
Groen-
Bruin

2
Groen-
Rood

3
Groen-
Oranje

4
Groen-
Geel

5
Groen-
Zwart

6
Groen-
Blauw

7
Groen-
Paars

8
Groen-
Grijs

D1 Oranje-Bruin
    Linker muntinworp

1 Wit-
   Bruin

11 Rechter
   Flipper

21
Slamtilt

31

41

51

61

71

81

D2 Oranje-Red
    middelste muntinworp

2 Wit-
   Rood

12 Linker
Flipper

22
Muntdeur

32

42

52

62

72

82

D3 Oranje-Zwart
    Rechter muntinworp

3 Wit-
   Oranje

13 Startknop

23 Ticket
Dispenser

33

43

53

63

73

83

D4 Oranje-Geel
    4de muntinworp

4 Wit-
   Gee
l

14
Tilt

24 Altijd
gesloten *

34

44

54

64

74

84

D5 Oranje-Groen
    Service credits

5 Wit-
   Groen

15

25

35

45

55

65

75

85

D6 Oranje-Blauw
Volume lager

6 Wit-
   Blauw

16

26

36

46

56

66

76

86

D7 Oranje-Paars
    Volume hoger

7 Wit-
   Paars

17

27

37

47

57

67

77

87

D8 Oranje-Grijs
    Enter (menu)

8 Wit-
   Grijs

18

28

38

48

58

68

78

88

Merk op dat bij alle kasten op positie 24 van de matrix zich een "altijd gesloten" contact bevindt, dit contact dient ter controle door de cpu op de aanwezigheid van de +12volt en op eventuele kortsluitng tegen massa. Ook dit "contact" wordt tot stand gebracht middels een diode.

·         

    • Het hele contactencircuit werkt op +12 volt. De meeste contacten bevinden zich in een rijen/kolommen circuit maar een aantal speciale contacten worden rechtstreeks tegen massa gelegd bij sluiten van het betreffende contact. Dit wordt gedaan om bij een mogelijke matrixfout gratis spelen of spontaan oproepen van het setupmenu onmogelijk te maken. De speelveld en cabinet contacten bevinden zich allemaal in de matrix, de muntdeur en setup contacten zijn uiteraard allemaal speciale contacten.

De Contactenmatrix.

·         

o        

      • De werking van de contactenmatrix : De microprocessor geeft doorlopend pulsen af op de kolommen van de matrix. Als de ULN2803 (kolom) laag schakelt door een gesloten contact dan is de betreffende kolom actief.
        Als een contact sluit dan wordt punt C aan de rijen kant ook laag. Hierdoor raakt de "+" ingang van de LM339 onder +5 volt en is dus punt D ook laag, de rij is dan actief. Als de betreffende rij en kolom op hetzelfde moment actief zijn is er sprake van een gesloten contact en registreert de microprocessor dit. Als het contact opent raakt punt C aan de rijenkant weer hoog en de ingang van de LM339 gaat naar +5volt, hierdoor wordt punt D ook weer hoog en is de rij niet langer actief.

      • De werking van de speciale contacten: Deze contacten werken op dezelfde manier als de rijenkant van de matrix. De werking ervan is ook hetzelfde. Als een speciaal contact wordt gesloten wordt een contact met massa gemaakt en wordt de schakeling laag, hierdoor ziet de microprocessor het contact als gesloten.

Speciaal contact

·         

o        

      • Voedingsspanning : De voeding voor de CPU komt van het driverbord en deze +12 en +5 volt komen binnen via connector J210.

Het powerdriverbord.
Alle lampen, spoelen en de algemene verlichting (GI) worden vanaf dit bord aangestuurd, de besturing van het driverbord wordt weer door de flippercomputer (het CPU bord) gedaan, de signalen komen via J113 (de connector met de flatcable) binnen op de driver.

De lampmatrix (alle WPC kasten)

Kolom/
Rij

1
Geel-
Bruin

2
Geel-
Rood

3
Geel-
Oranje

4
Geel-
Zwart

5
Geel-
Groen

6
Geel-
Groen

7
Geel-
Paars

8
Geel-
Grijs

1 Rood-
Bruin

11

21

31

41

51

61

71

81

2 Rood-
Zwart

12

22

32

42

52

62

72

82

3 Rood-
   Oranje

13

23

33

43

53

63

73

83

4 Rood-
  
Geel

14

24

34

44

54

64

74

84

5 Rood-
  
Groen

15

25

35

45

55

65

75

85

6 Rood-
  
Groen

16

26

36

46

56

66

76

86

7 Rood-
   Paars

17

27

37

47

57

67

77

87

8 Rood-
   Grijs

18

28

38

48

58

68

78

88

      • De lampenschakeling : Om een lampje in te schakelen stuurt de processor een signaal naar de ULN2803 waardoor de uitgang hiervan (punt A) laag wordt. De TIP107 raakt hierdoor ook in geleiding en gaat de +18 volt door te laten, de uitgang (punt B) wordt dus hoog. Tegelijkertijd trekt de CPU (punt G) de uitgang van een 74LS74 (punt F) hoog. De hierop volgende TIP102 transistor begint te geleiden en de collector ervan wordt (punt E) laag. De HOGE uitgang van de PNP TIP107 (punt B) en tegelijk LAGE uitgang van de NPN TIP102 (punt E) voltooien hiermee een stroomloop door de betreffende lamp in de matrix en de lamp gaat branden.

De microprocessor schakelt de lamp uit door punt G hoog te maken. Wordt de schakeling echter overbelast dan wordt deze door de LM339 comparator uitgeschakeld (this is known as "strobing"). Bij brandende lamp fungeert de 0,2 ohm weerstand als stroomsensor terwijl de 1k ohm weerstand en 0,22 Uf condensator samen een filter vormen. Deze componenten bewaken de rijenschakeling en sturen een spanningssignaal naar de ingang van de LM339 (punt D). Als je spanning bij punt D boven de 1,4 volt stijgt wordt de uitgang van de LM339 (punt C) laag, dit wordt dan als clearsignaal naar de flipflop 74LS74 gevoerd die hiermee naar zijn beginstand terugschakelt met als gevolg dat de rij uitschakeld (de TIP 102 transistor geleidt niet meer). Om de rij nu weer in te schakelen is opnieuw een triggersignaal van de cpu naar deze flipflop nodig.

Lampmatrix.

·         

      • De spoelenschakelingen: Er worden vier verschillende soorten spoelenschakeling gebruikt. Highpower, lowpower, flashlamp en diverse doeleinden. De meeste spoelen worden slechts een kort moment aangestuurd (gepulst) maar er zijn ook spoelen die voor langere tijd worden aangestuurd (denk hierbij aan relais en motoren)
      • De Highpower spoelenschakeling: Deze werken op een +50 volt ongestabiliseerde spanning en bestaan meestal uit een AE-26-1200 spoel. De stuurschakeling bestaat uit een TIP36 stuurtransistor en een 1N4004 (of 1N4007) blusdiode die de zelfinductie van de spoel laat wegvloeien. Spoelen 1 tot en met 8 zijn highpower spoelen.

De microprocessor zet de databus op een 74LS374. Hierdoor wordt afhankelijk van het bitpatroon (een 8bits woord) een bepaalde uitgang (punt A) laag. Doordat de basis van de van de voorversterkertransistor 2N5401 laag wordt, wordt de collector hiervan op zijn beurt weer hoog (punt B). De collector van de TIP102 (punt C) en de emitter van de TIP36 (punt D) worden daardoor laag en de TIP36 is nu in geleiding. Hierdoor wordt de spoel tegen massa gelegd en deze trekt aan. De spoel schakelt uit als de uitgang van de 74LS374 (punt A) weer hoog wordt.
Merk op dat in tegenstelling tot veel oudere kasten de blusdiode zich niet op de spoel zelf bevindt maar op de driverprint.

Voorbeeld van een highpower spoelschakeling

·         

o        

      • De Lowpower spoelenschakeling: Deze schakeling wordt door dezelfde ongestabiliseerde voeding van +50 volt voorzien als het de highpower spoelen. De meest voorkomende spoel is de AE-26-1500 ook hier bevindt de blusdiode zich op de driverprint inplaats van op de spoel zelf. Spoelen 9 t/m 16 zijn lowpower spoelen en een TIP102 transistor wordt gebruikt om ze aan te sturen.

De microprocessor zet de databus op een 74LS374. Hierdoor wordt afhankelijk van het bitpatroon (een 8bits woord) een bepaalde uitgang (punt A) laag. Hierdoor gaat de voorversterker, een 2N5401, geleiden en de collector wordt hoog (punt B). Op zijn beurt gaat nu de TIP102 in geleiding en hiervan wordt de collector (punt C) dan laag. Dit sluit een stroomkring naar massa voor de spoel die dan dus aantrekt. Zodra de betreffende uitgang van de 74LS374 (punt A) weer hoog wordt schakelt de transistor de spoel weer uit.

Een Lowpower spoelschakeling.

·         

o        

      • De Flashers werkend op +20 volts ongestabiliseerde gelijkspanning. Deze schakeling werkt verder gelijk aan de andere met als enige verschil dat er geen blusdiode aanwezig is omdat lampen nou eenmal geen zelfinductie geven. De drivers 17 t/m 20 zijn voor de flashers.

De microprocessor zet de databus op een 74LS374. Hierdoor wordt afhankelijk van het bitpatroon (een 8bits woord) een bepaalde uitgang (punt A) laag. Hierdoor gaat de voorversterker,een 2N5401 geleiden en de collector wordt hoog (punt B). Op zijn beurt gaat nu de TIP102 in geleiding en hiervan wordt de collector (punt C) dan laag. Dit sluit een stroomkring naar massa voor de spoel die dan dus aantrekt. Zodra de betreffende uitgang van de 74LS374 (punt A) weer hoog wordt schakelt de transistor de spoel weer uit.

Een flasher schakeling.

·         

o        

      • Diverse doeleinden: Deze schakeling houdt het midden tussen een lowpower- en een flasherschakelingt. De blusdiode is niet standaard aanwezig en wordt bepaald door het gebruik van de betreffende uitgang. Als de schakeling een spoel aanstuurt wordt de diode verbonden aan de +50 volt. Wordt de schakeling benut als flashersturing dan wordt een verbinding gelegd naar +20 volt en wordt er geen diode gebruikt. Deze uitgangen zijn de nummers 21 t/m 28.

Net als bij de andere spoelbesturingen stuurt de microprocessor een signaal naar een 74LS374 (punt A) waardoor een uitgang hiervan laag wordt. De 2N5401 gaat geleiden en de collector ervan (punt B) wordt hoog. Hierdoor raakt de TIP102 in geleiding en de stroomkring naar massa wordt voltooid. Zodra de betreffende uitgang van de 74LS374 (punt A) weer hoog wordt schakelt de transistor de spoel weer uit.

Diverse doeleinden schakeling. De blusdiode bij punt C wordt weggelaten als een flasher is aangesloten.

·         

o        

      • Algemene verlichting (GI): Deze schakeling bestaat uit 5 gescheiden lampketens die ieder maximaal 18 lampjes kunnen bevatten met een gezamelijk maximum van 90 lampjes. Iedere keten wordt door een Triac aangestuurd die op zijn beurt door de microprocessor wordt bestuurd. Net als bij de spoelbesturing komt het stuursignaal van de cpu binnen als 8bits woord op een 74LS374 waarvan de uitgang via een voorversterkertransistor dan de de triac stuurt. Een lampenketen kan zelfs worden gedimd door de cpu omdat de cpu in staat is om de nuldoorgang van de wisselspanning te detecteren. De cpu stuurt de inschakelpuls dan vertraagd (ten opzichte van de nuldoorgang) naar de 74LS374 decoder die de triac inschakelt. Net als bij iedere dimmerschakeling zal de triac minder van de sinus doorlaten naarmate de sinus de nuldoorgang verder is gepasseerd.

Om de lampen zonder ze te dimmen aan te doen wordt een signaal hiertoe op de 74LS374 gezet zonder nuldoorgangsvertraging waardoor de uitgang (punt A) laag wordt, de collector van de 2N4403 (punt B) transistor wordt laag en gate van de triac (punt C) wordt hoog. Hierdoor gaat de triac geleiden en de lampen gaan branden.

Algemene verlichtingsschakeling.

·         

o        

      • Het flippercircuit bestaat simpelweg uit een enkel relais dat aantrekt als het een signaal hiertoe krijgt van de cpu. Hierdoor wordt een stroomkring naar de massa gesloten voor de flipperspoelen. De flippers werken op +50 volt. Op een onbelaste schakeling meet je hier 60 volt of meer, bij een belaste spoel ongeveer 48 volt.
      • De voedingen: Het driverbord bevat de voedingen voor de +5 volt (de logica), de +12 volt voor de contactenmatrix en motoren/relais, +18 volt voor de lampenmatrix, +20 volt voor de flashers, +50 volt voor de spoelen en de 6,3volt wisselspanning voor de algemene verlichting. Voor de +5 en +12 volt wordt de secondaire wisselspanning van de trafo door een brugcel met afvlakcondensator gelijkgericht, dit levert dan een ongestabiliseerde gelijkspanning op. Vervolgens worden deze door een spanningsstabilisator tot een +5 en +12volt (digital) stabiele spanning bewerkt. De ongestabiliseerde +12 volt, de +18, +20 en +50 volt spanningen worden niet gestabiliseerd en worden slechts gelijkgericht en afgevlakt. De 6,3 volt wisselspanning voor de algemene verlichting wordt rechtstreeks aan de triacs toegevoerd. Alle spanningen hebben een eigen zekering.
        Merk op dat de hoogspanningen voor het dotmatrix of alfanummerieke display zich niet op het driverbord bevinden, deze worden op het display driverbord gelijkgericht en gestabiliseerd.

De netspanningsbewaking.
WPC benut de +18 volt voeding om te controleren of de netspanning te hoog of te laag is. De is een typisch probleem waar men in de USA mee te maken heeft, door de ontzettend millieuONbewuste instelling van de mensen daar (ze zetten de airco zo hoog dat ze de verwarming moeten aanzetten omdat ze het te koud krijgen) komt het regelmatig voor dat de netstroomafname groter is dan de centrales kunnen leveren met als gevolg zeer sterke netspanningsschommelingen. In Nederland komt dit probleem zelden nog voor en ook in België behoort het zo langzaamaan tot het verleden. De schakeling bestaat uit een LM339 comparator, twee ledjes en een spanningsdeler. Er mag beslist geen lamp branden van de kast als je de ledjes bekijkt ter controle van de netspanning. (de kast kan het beste in testmode staan en beslist niet in attractmode).

      • Spanning oke: LED2=aan, LED3=uit
      • Spanning te hoog: LED2=uit, LED3=uit
      • Spanning te laag: LED2=aan, LED3=aan

Besef ook dat ze in de USA een netspanning van 110/120 volt hebben, dit vraagt een veel dikkere bedrading om de benodigde electrische energie op de plaats van bestemming te krijgen, men gaat echter uit van het normale gemiddelde en bij te grote stroomafname zal de spanningsdip dan ook een stuk groter zijn vergeleken met een 220/380volt netspanning.

De adviezen over het wijzigen van de transformatoraansluiting bij afwijkende netspanning heb ik hier geschrapt omdat het: A, niet nodig is in ons land en B, levensgevaarlijk is om daar aan te gaan zitten prutsen.

Het Fliptronicsbord.
Vanaf het ontwerp van The Addams Family heeft WMS een fliptronicsbord aan de kast toegevoegd, dit had tot gevolg dat het flipperrelais voortaan overbodig was en de flippers voortaan door de cpu bestuurd konden worden.
Bij deze kasten heb je dan ook de mogelijkheid om de flippers vanuit het testmenu te controleren en de kast zelf (denk aan "Thing Flips") kan de flippers ook besturen zonder tussenkomst van de speler.
De stuuruitgangen van het Fliptronicsbord zijn identiek aan een Highpowerspoel schakeling. De ingangen bestaan uit 2 LM339 spanningsvergelijkers, wordt één van de ingangen van een LM339 laag doordat deze door een flipperknop tegen massa wordt gelegd dan stuurt deze een signaal naar de 74LS244 die dit in een 8 bits woord vertaalt dat op de databus naar de cpu wordt gezet. De cpu geeft nu een 8 bits woord terug op de 74LS374 die hiermee een of meerdere uitgangen actief maakt. De cpu kan dit datawoord ook onafhankelijk van de speler op de 74LS374 zetten, dit biedt de ontwerpers de mogelijkheid om tijdens het spel een flipper te activeren zonder dat er een flipperknop wordt ingedrukt. Ook de End-Of-Stroke contacten worden door een LM339 op het Fliptronicsbord op dezelfde manier uitgelezen en aan de cpu toegevoerd.
Het enige verschil tussen Fliptronics 1 en 2 is de aanwezigheid van zowel de gelijkrichters als de zekeringen voor de +50volt flipperspanning op versie 2. Bij Fliptronics 1 moest WMS zijn toevlucht nemen tot een extra zekeringbord dat boven het driverbord in de kast werd geplaatst. Het is duidelijk dat Fliptronics 1 een (goed geslaagde) experimentele versie was.

Het dotmatrix controllerbord.
Het dotmatrix controllerbord voorziet het display van de benodigde hoogspanning en fungeert als interface tussen de cpu en het display.

De CPU schrijft de beelden als bitmap (pages) in het ramgeheugen van de controller en bepaald daarna welk van die beelden (page) wordt weergegeven op het display. Het bitmapped beeld komt overeen met de dots van het display. Het ramgeheugen kan 16 volledige pages tegelijkertijd opslaan. De drie 74LS175 pageregisters zorgen voor de toegang van de cpu naar dit ramgeheugen. Het hoogste en het laagste pageregister zijn direct toegangkelijk voor de cpu, deze twee registers wijzen naar een van de 16 plaatsen in het ramgeheugen waar een beeld kan worden opgeslagen. Het derde pageregister wijst naar de pagina (het beeld) dat op dat moment wordt weergegeven. Een extra register zorgt ervoor dat de cpu kan zien welke rij van het display de controller aan het verversen is. De in het ramgeheugen aanwezige beelden worden door de controller automatisch gemultiplexed en aan het display toegevoerd, doordat de systemclock van de cpu voor de timing zorgt loopt de controller synchroon met de cpu en zijn waitstates niet nodig. De controller kan beelden die reeds in het geheigen staan zeer snel met elkaar afwisselen terwijl de cpu tegelijkertijd nieuwe beelden naar het geheugen schrijft. Hierdoor is de beeldweergave ondanks te relatief trage techniek behoorlijk snel.

Alle benodigde spanningen (behalve de +5volt waarin door het driverbord wordt voorzien) worden door de dotmatrixcontroller zelf geleverd. Het betreft hier allemaal gestabiliseerde gelijkspanningen. De spanningen zijn : +62 volt (voeding), -125 volt (voeding) en -113 volt de +12 volt voor de logica wordt verkregen uit de som van -113 min -125 volt.

Een 74HCL138 decoder (U1, poort) bepaalt of de toegang naar het ramheugen of naar een van de registers wordt vrijgegeven. Een tweede 74HCT138 (U2, control) bepaald tot welk register er toegang wordt verkregen.

Her circuit van het ramgeheugen gebruikt de twee 74LS175 IC's bij U33 en U35 om te bepalen tot welke beeldpagina de cpu toegang krijgt. De 74LS175 IC's bij U31 en U32 bepalen welke pagina er door het display wordt weergegeven. De 74LS157 IC's bij U25, U26 en U27 multiplexen de toegang naar het ramgeheugen tussen de controller en de cpu, deze toegang is afhankelijk van het logische niveau van de E klok. Als de E klok laag is dan heeft de cpu toegang, is deze klok hoog dan heeft de controller toegang.

De controle logica benut de drie 74HCT161 IC's U10, U11 en U12 voor de starten van de uitlezing van de displayrij. De 74HC193 IC's U13, U14 en U15 adresseren de bitvolgorde op de serieele poort naar het display. U22, U21 en U5 leveren de interrupt tijdens de weergave van een door de cpu te bepalen rij, de rij in kwestie kan dan worden uitgelezen. U23 en U6 zorgen voor de synchronisatie door te detecteren wanneer rij 1 actief is.

Het dotmatrixdisplay en bijhorend driverBord.
Het dotmatrixdisplay zelf is een 128 koloms maal 32 rijen gasontladingsbuis. De kolomdrivers van het eraan vastzittende driverbord hebben vergrendelbare uitgangen zodat de data voor de volgende weer te geven. Het display gebruikt drie positieve en twee negatieve voedingsspanningen, een kloksignaal en een serieële data input.

Het geluidsbord.
Het geluidsbord levert alle muziek, spraak en overige geluiden, het bevat een eigen 6809 microprocessor die op een kloksnelheid van 8MHz. loopt en een ramgeheugen van het type 2064 als buffergeheugen.

Een schakeling met een DAC (digital analoog converter) genereert alle standaardgeluiden. (dus geen spraak of muziek). Deze DAC krijgt zijn invoer als digitale informatie aangevoerd, zet dit om naar analoog en stuurt het naar een versterker.

Er zijn tevens een spraak- en mixerschakeling aanwezig op het bord. De mixer voegt de signalen van de DAC, de muziek en de spraak samen en stuurt deze naar een MC3340 verzwakker die de geluidssterkte bepaald. Hiermee wordt dan de eindversterker gevoed en tenslotte wordt het versterkte signaal naar de luidsprekers gevoerd.


·         1j. Aan de slag : Foutzoeken (de korte uitleg)
Dit gedeelte komt rechtstreeks uit een boek van Williams van 1991 genaamd "WPC theory of operation" (#16-9289). Aangezien dit een nogal gedateerd boek is komen zaken als DCS, fliptronics, WPC-S en WPC-95 er niet in aan de orde. Toch is veel informatie uit dit boek nog steeds van toepassing op modernere kasten.

    • Foutzoeken op het CPU bord.
      Op het CPU bord bevinden zich aan de linkerkant drie LEDjes met de nummers D19, D20 en D21. Bij inschakelen van de kast gaan D19 en D21 een kort moment branden. D19 gaat daarna uit, D20 begint snel te knipperen en D21 blijft permanent branden. Er is sprake van een storing als :
      • D20 één keer knippert: ROM U6 is defect
      • D20 twee keer knippert: RAM U8 is defect
      • D20 drie keer knippert: Asic U9 is defect

CPU problemen en mogelijke oplossingen :

4.     De kast springt steeds terug naar "Factory Settings Restored". Alle persoonlijke instellingen en highscores zijn spoorloos verdwenen.
Dit betekent simpelweg dat het ramgeheugen is gewist, als iets dergelijks gebeurt bevat dit geheugen geen zinvolle informatie meer wat door de cpu wordt gezien, de cpu zet vervolgens de fabrieksinstellingen (de factory defaults) terug (deze instellingen bevinden zich in het onuitwisbare romgeheugen). Dit probleem wordt meestal veroorzaakt doordat de drie penlite batterijen (type AA) leeg zijn of geen goed contact met de houder maken. Dit wordt verderop uitgebreid besproken.

5.     De kast geeft "Time and Date Not Set" als foutmelding.
De realtime klok loopt niet of er is een probleem met de batterijen (zie hierboven).

6.     U6 Checksum Error.
Controleer of de eprom in U6 goed op zijn plaats zit, het komt wel voor dat één van de pootjes dubbelgevouwen onder dit IC zit en soms wel, soms niet, contact maakt. Een slechte soldeerverbinding of beschadigde (uitgelubberde) icvoet kan ook de oorzaak zijn. U6 bevat de besturingssoftware van de flipperkast.

7.     De CPU werkt helemaal niet meer.
Het is erg moeilijk om de oorzaak hiervan te bepalen. Het grootste probleem is dat de data en adres lijnen permanent laag blijven of zweven. Begin met controleren van de +5 volt voedingsspanning en de massaverbinding. Bekijk de print nauwkerug en controleer hem op printbreuken, soldeerklodders (kortsluiting) of een voorwerp dat tussen een verbinding terecht is gekomen, kijk ook goed tussen en onder de IC voeten. Controleer met een oscilloscoop of er kloksignalen uit de ASIC komen 8MHz en 32KHz) en controleer de latch uitgangen op de aanwezigheid van de 4 volt blokgolf. Als niets helpt verwissel dan één voor één de IC's U4, U6 en U9 om te kijken of deze goed zijn.

Contactproblemen en mogelijke oplossingen:

8.     De kast start correct maar accepteert geen munten en ook de startknop weigert dienst.
Controleer of zekering F115 op het powerdriverbord niet is doorgeslagen. Kijk de bedrading van contact nummer 13 na (de startknop). De wit-oranje en groen-bruine draden dienen te zijn verbonden als normaal open. Controleer of de connectoren onderaan het cpubord op hun plaats zitten, dit zijn J206, J207, J208 en J209, Trek ze een keer los en steek ze terug. Meet of pin 1 van U20 hoog is (>4 volt) en pin 18 laag (<2volt). Meet ook de pennen 2 en 5 van U18, deze horen laag te zijn. Tenslotte kan ook een defecte diode D5 de oorzaak zijn.

9.     Alle contacten in een kolom doen tegelijkertijd niets meer of zijn allemaal gesloten.
Controleer de IC's U20 en U14. Een kortsluiting tegen massa van de kolomdraad kan ook de oorzaak zijn.

10. Alle contacten in een rij doen tegelijkertijd niets meer of zijn allemaal gesloten.
Meet de 1N4148 diodes door van alle contacten in de rij en contrleer de LM339 comparators U13 en U15.

11. De menuknop functioneert niet.
Controleer of de menu-entertoets goed is aangesloten, ook een draadbreuk in de kabelboom van de muntdeur komt wel eens voor door het bewegen van de deur. Kijk of de massadraad goed is aangesloten en controleer of connector J205 goed op het cpu bord zit. Ook komt het voor dat een eerdere exploitant een sleutelschakelaar heeft aangebracht om te voorkomen dat een kroeguitbater de instellingen kon wijzigen, draai in zo'n geval gewoon deze schakelaar in de aanstand of, als je de sleutel niet bezit of de schakelaar is uit de kast gesloopt, verbindt de draden weer met elkaar door, meestal zijn zowel de Enter- als de Escapeknop onderbroken (om tevens de servicecredits uit te schakelen)

12. Twee of meer contacten die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben reageren altijd tegelijk.
Kijk de betreffende contacten na op defecte diodes en kortsluiting tegen massa. Kijk ook het de contactuitleesschakeling van de cpu na op kortsluiting (soldeertinklodders).

13. Het setupmenu geeft de boodschap "Check Switch #xx".
Dat betekent dat het contact in kwestie niet gebruikt is gedurende de laatste 30 keer speIen of gedurende de laatste 90 ballen. Controleer de LM339 waar het contact op aangesloten is en controleer U20. Kijk het betreffende contact na op draadbreuk (ook de diode). Deze foutmelding kan overigens misleiding zijn, als een bepaald schot in de kast erg moeilijk is en gedurende de bovenstaande spellen/ballen niet is gemaakt kan de kast "denken"dat het contact defect is. De oplossing hiervoor is : Leer eens flipperen......... Een berucht voorbeeld van deze situatie is het rampschot naar het Borgschip van Star Trek the next generation. Wat de oorzaak ook is, de kast zal automatisch compenseren voor het defecte contact.

14. De kast geeft de melding "Pinball Missing".
Er zit een flipperbal te weinig in de kast (het correcte aantal staat op een sticker onder de lockbar) of er zit een bal ergens vast op het speelveld. een enkele keer is de bal op één of andere manier onder in de kast gevallen. Een technische fout kan ook de oorzaak zijn, een defect outholecontact of balltroughcontact (of opto), kortsluiting of draadbreuk, en bij de kasten met opto's in de balltrough wil er nog wel eens sprake zijn van slechte soldeerverbindingen, in het bijzonder de grote weerstanden op het optozenderbordje van 220 Ohm willen door hun hoge temperatuur nog wel eens zichzelf lossolderen. Meet ook de diodes door bij de balltroughcontacten en controleer U20 en de LM339 IC's op het cpu bord.

15. De melding "## Switch is stuck On" verschijnt op het display.
De kast heeft ontdekt dat een contact dat geopend hoort te zijn in rust nu gesloten is. In dit specifieke geval gaat het om een contact dat essentieel is voor de kast om te kunnen functioneren (tilt, muntinworp, etc.). Meestal wordt dit veroorzaakt door een afgebroken draad die tegen massa sluiting maakt.

16. De kast meldt "Wht-xxx Row x Short".
Dit is een indicatie van een contactrij die tegen massa sluiting maakt. Kijk de muntdeur- en de speelveldcontacten van de betreffende rij na op sluiting tegen massa.

17. De kast wil niet meer in Game Over gaan.
Kijk de outhole- en de ballthroughcontacten na op draadbreuk. Controleer de diodes van deze contacten en U20 en de LM339 op het cpu bord.

Flipperproblemen en mogelijke oplossingen:

18. De flipperknoppen doen niets in kasten zonder Fliptronicsbord :
(contacten 11 en 12).

Dit kan worden veroorzaakt door een defect aan U7 of U8 op het driverboard of U20 en U18 op het cpu bord.

19. Een flipperspoel wordt veel te heet of is doorgebrand in een kast zonder Fliptronicsbord :
Controleer of het contact dat bij deze spoel zit wel opent als de flipperhelemaal omhoog staat.

20. De Lanechange werkt niet in kasten zonder Fliptronicsbord :
Dit wordt bijna altijd veroorzaakt door een defect een U7 (linker flipper) of U8 (rechter flipper).

21. De flippers werken helemaal niet in een kast met Fliptronicsbord.
Controleer bij Addams Family of zekeringen F101 en F102 op het driverbord heel zijn alsmede de zekeringen op het extra zekeringbord. Bij alle andere fliptronics(2) kasten controleer je de zekeringen op het fliptronicsbord. Kijk of connectoren J902 en J904 goed op hun plaats zitten en kijk de solderingen van de pennen hiervan na op breuken.

22. De flipperknoppen en de lanechange doen niets maar de flippers werken wel in testmode in kasten met Fliptronicsbord :
Controleer eerst of het fliptronicsbord correct werkt, dit doe je door pen 1, 3,4 en 5 van connector J905 één voor één tegen massa te leggen. De aanwezige flippers horen nu te reageren, heeft de kast 2 of 3 flippers dan zullen niet alle pennen een reactie geven, gaat deze test goed dan zit de fout in de flipperbedrading, opto's of contacten. Gebeurt er niets dan moet de oorzaak op het fliptronicsbord worden gezocht,
Fliptronics fout: In de regel is één van de LM339 IC's U4 of U6 defect. Controleer ook of connectoren J905 (flipperknoppen ingang) en J903 (verbinding met de cpu) goed op hun plaats zitten Controleer of er 12volt aanwezig is op pen 3 van U4. Ook een defect aan de adres-encoder U5 is niet uitgesloten.
Bedrading, opto of contacten fout : Bij kasten zonder opto's bij de flipperknoppen dien je de contactbladen na te zien op goede werking en loszittende bedrading. Heeft de kast optobordjes dan kijk je of de connectoren goed op het bord zitten, controleer aan de soldeerzijde of de solderingen van de connector niet loszitten. Controleer of het plaatje wel goed tussen de opto valt, verwissel het optobord met die van de andere flipperknop en kijk of het probleem zich dan daarheen verplaatst, zo ja dan is dit optobord defect.

23. De flippers werken wel maar vallen terug als er een bal mee wordt opgevangen terwijl je toch de flipperknop vasthoudt in een kast met Fliptronicsbord.
Controleer of connector J9055 goed op zijn plaats zit. Er is ook een kans dat één van de LM339 IC's U4 of U6 defect is. Ook een defect aan de adres-encoder U5 is niet uitgesloten.

24. Er wordt een flipperspoel veel te heet of deze brandt door in een kast met Fliptronicsbord.
Controleer de corresponderende TIP36 transistor op het fliptronicsbord. Ook de TIP102 transistor en de voorversterker 2B4403 kunnen defect zijn. Tenslotte is ook de 74LS374 decoder een mogelijke oorzaak.

25. De kast flippert uit zichzelf zonder tussenkomst van de speler en doet dit ook in attractmode bij kasten met Fliptronicsbord.
Meestal is bruggelijkrichter BR1 op het driverbord is defect of de solderingen hiervan zitten los. Ook een defecte flipperopto kan de oorzaak zijn.

Lampproblemen en mogelijke oplossingen:

26. Alle lampen in de matrix weigeren (de gestuurde lampen).
Werp eerst een blik op LED6 van het driverbord. Als deze uit is controleer dan zekering F114 en bruggelijkrichter BR1. Brandt deze LED wel kijk dan de IC's U9 en U18 na. De uitgangen van beide IC's horen hoge (>4 volt) pulsen te geven. Controleer de +18 volt draad op breuk. In zeer zeldzame gevallen is de 18 volt wikkeling van de transformator kapot.

27. Alle lampen van een rij branden veel te fel of helemaal niet.
De TIP102 transistor die deze rij stuurt is vermoedelijk kapot. De LM339 comparator is ook een mogelijke oorzaak en een enkele keer veroorzaakt de flipflop 74LS74 deze storing.
TIP: Om snel te bepalen of een TIP102 transistor al dan niet kapot is kun je de behuizing (de metalen opstaande rand) ervan tegen massa houden met een meetsnoertje, gaat in dat geval de hele lampenrij branden dan is de transistor waarschijnlijk defect, gebeurt er niets dan is de transistor waarschijnlijk goed.

28. Alle lampen in een kolom blijven continu branden.
Dit wordt meestal veroorzaakt door een defect aan de TIP107 transistor die de kolom aanstuurt.

29. Alle lampen in een rij blijven continu branden.
Dit wordt meestal veroorzaakt door een defect aan de TIP102 transistor die de rij aanstuurt.

30. Een aantal lampen die niets met elkaar hebben uit te staan gaan nooit branden.
Kijk eerst of de lampjes nog wel goed zijn en goed contact met hun fitting maken. Controleer of de bedrading wel goed aan de fitting is gesoldeerd. Als de lamp in kwestie op een printplaat zit dan dien je de connectorpennen op de print na te kijken op losgeraakte soldeerverbindingen (zwarte rand om de pen aan de soldeerzijde)

31. Alle lampen blijven permanent branden.
Meestal is U9 dan defect en het komt vrij vaak voor dat tegelijkertijd U18 ook kapot is.

Problemen met spoelen en mogelijke oplossingen:

32. Geen van de 50 volt spoelen wil werken.
Controleer zekering F112 en bruggelijkrichter BR3.

33. Een motor of relais werkt niet.
Controleer zekering F103, de TIP102 transistor die de motor aanstuurt en de bedrading van de betreffende motor of relais. Natuurlijk kan de motor of het relais gewoon kapot zijn.

34. Een bepaalde spoel doet het niet.
Controleer de TIP36 en/of de TIP102 transistor die de spoel aanstuurt. Kijk bovendien de voorversterkertransistor 2N4403 na. Uiteraard ook hier weer nazien of de bedrading goed is gemonteerd en geen kortsluiting maakt. Meet aan de spoel de +50 volt na t.o.v. de massa. In theorie kan de fout ook in de 74LS374 adresdecoder zitten maar erg waarschijnlijk is dit niet.
Tip: Een snelle manier om een transistor te testen is het kortsluiten van de metalen behuizing tegen massa. Als de bijhorende spoel nu aantrekt is het vrij zeker dat de transistor defect is, gebeurt er niets dan zit de fout blijkbaar elders en is de transistor waarschijnlijk in orde.

35. Een bepaalde spoel blijft aangetrokken staan.
De TIP36 en/of TIP102 transistoren die deze spoel aansturen zijn vrijwel zeker doorgeslagen. Controleer (en vervang) ook de 2N4403 voorversterkertransistor. Het is in een geval als dit altijd verstandig om de hele cascade van transistoren te vervangen, dus de 2N4403 en de TIP102 en de eventuele TIP36C. Ook de blusdiode dient altijd te worden vervangen.

36. Er is een spoel doorgebrand.
In zo'n geval is er gegarandeerd ook iets mis met het driverbord, het vervangen van de spoel alleen resulteert dan in opnieuw doorbranden omdat de bijhorende stuurtransistor ook kapot is.
De oorzaak van een dergelijk doorbranden ligt overigens meestal bij de betreffende transistor, de preciese oorzaak is meestal niet meer te achterhalen maar een defecte blusdiode is een goede mogelijkheid. Ook de 74LS374 adresdecoder of de voorversterkertransistor kunnen kortgesloten zijn waardoor de spoel is blijven aantrekken.
Kijk ook of de spoel niet ergens kortsluiting met een ander metalen deel van het speelveld heeft gemaakt (is de papierwikkel doorgeschuurd ?)

37. Twee of meer spoelen trekken tegelijkertijd aan.
Controleer het driverbord op kortsluiting tussen de connectorpennen (soldeerklodders). Meet of uitgangen van de 74LS374 adresdecoder correct reageren op de cpu (testmode). Ook kortsluiting in de draadboom onder het speelveld tussen de draden van deze spoelen kan de oorzaak zijn.

38. Zekering F111 of F112 slaat door.
Een kortgesloten (verbrandde)spoel of kortsluiting in een flashlampfitting kan de oorzaak zijn. Ook motoren en relais dienen te worden gecontroleerd op inwendige sluiting. Mogelijk is bruggelijkrichter BR3 of BR4 kapot. Als zekering F111 of F112 vaker doorslaan is er waarschijnlijk ook iets mis op het driverbord.

Problemen met flasherlampen en mogelijke oplossingen:

39. Een enkele flasher licht nooit op.
Kijk of de lamp zelf niet stuk is. Controleer de bijhorende TIP102 stuurtransistor. Kijk of er geen problemen met de bedrading of de fitting zijn. Ook de voorversterkertransistor 2N4403 kan de oorzaak zijn..

40. Een enkele flasher blijft continu branden of brandt veel te fel.
Controleer de bijhorende TIP102 stuurtransistor en de 2N4403 voorversterkertransistors. Soms blijft de adresdecoder 74LS374 hangen waardoor het probleem ontstaat.

41. Geen van de flashlampen wil gaan branden.
Meet of de +20 volt op de fitting aanwezig is.Controleer vervolgens zekering F111 en bruggelijkrichter BR4.

42. Bepaalde flashlampen branden veel vaker door dan de rest van de flashers.
Er staat vermoedellijk een hogere spanning dan 20 volt op deze lampen. Controleer de spanning op de fitting ten opzichte van de massa, meet je een (veel) hogere spanning dan is er waarschijnlijk sluiting tussen de flasherbedrading en de spoelbedrading. Is de spanning goed dan zal de TIP102 transistor waarschijnlijk de oorzaak zijn.

Problemen met de algemene verlichting.

43. Een enkele reeks algemene verlichtingslampen brandt niet.
Controleer de zekering van die lampenreeks, is deze in orde kijk dan de connector na of deze niet verbrandt is. Kijk de bedrading na. Controleer of de triac van die lampenreeks in orde is.

44. De hele algemene verlichting doet het niet.
Controleer de 74LS374 adresdecoder. Meet of de 6.3 volt wisselspanning van de transformator wel op het driverbord aanwezig is.

45. Een enkele lampenreeks wil niet dimmen.
Meestal is dan de triac defect maar de 74LS374 adresdecoder kan ook de oorzaak zijn.

46. Geen van de lampenreeksen wil dimmen.
Of de 74LS374 adresdecoder is kapot of de nuldoorgangs detectieschakeling is defect. In dat laatste geval is meestal de LM339 comparator defect. Theoretisch kan een defecte microprocessor de oorzaak zijn.

47. De algemene verlichting gaat niet meer uit.
De nuldoorgangs detectieschakeling is defect. Meestal is dan de LM339 comparator hier de oorzaak. Theoretisch kan een defecte microprocessor de oorzaak zijn.

Voedings problemen en mogelijke oplossingen:
Als één de voedingscircuits op het driverbord niet werkt kijk dan altijd eerst de zekering na. Is deze goed of slaat deze direct weer door als je een nieuwe plaats controleer dan de betreffende bruggelijkrichter en evt spanningsstabilisator. Kijk ook naar de volgende mogelijke oorzaken:

48. F106-F110 slaan door : Kortsluiting in een fitting vd. alg. verlichting.

49. F111 slaat door : Kortsluiting in een flasherfitting.

50. F101-F105 of F112 slaan door : Kortsluiting in een spoel.

51. F113 slaat door : Kortsluiting van de +5 volt tegen massa.

52. F114 slaat door : Kortsluiting in een fitting vd. lampmatrix.

53. F115 slaat door : Soms een kapot IC U20.

Problemen met alfanummerieke displays en mogelijke oplossingen:
Aangezien de displaydriver en de enkele of dubbele displays gescheiden printen zijn begin je altijd met ze te verwisselen om het probleem te isoleren.
Alvast een waarschuwing voordat je alle electronica winkels afloopt.......
Het IC UDN-7180 is niet meer leverbaar.

54. Ontbrekende segmenten.
Meestal wordt dit veroorzaakt door een kapot UDN-7180 IC. De 74LS374 kan tegelijkertijd kapot gaan.

55. Er ontbreken hele cijfers.
Meestal wordt dit veroorzaakt door een kapot UDN-6118 IC. De 74LS240 kan tegelijkertijd kapot gaan.

56. Helemaal geen displayweergave.
Controleer zekering F301. Weez er van overtuigd dat de 90 volt aanwezig is.

57. De cijfers worden langzaam over het display gescand.
De 90 volt spanning is gezakt onder tot ongeveer 30 volt. Kijk de voeding op het displat driverbord na.

58. Segmenten vloeien in elkaar over.
Een van de platte kabels die van het display driverbord loopt zit verkeerd om.

Dotmatrixdisplay problemen en mogelijke oplossingen:
Opmerking : In de meeste gevallen betekent een dotmatrixprobleem dat in het display zelf zit (glas plus print) dat je het hele ding kunt weggooien. De gebruikte IC's zijn vaak SMD en de verbinding tussen glas is met uitzondering van het fabrikaat Cherry een zg. foilcable waar niet bij is te komen en niets aan te repareren valt. Kies bij aanschaf van een nieuw display altijd voor het merk Vishay, deze zijn verreweg het beste en kosten niets meer (en helaas ook niets minder)

59. Een stuk van het beeld ontbreekt of is te zwak.(vooral bij het aanzetten van de kast aan de bovenrand).
Dit betekent dat het display niet genoeg edelgas meer bevat om de gasontlading op alle gewenste plaatsen te laten plaatsvinden. Met spoed vervangen is de enige oplossing daar anders het controllerbord ook kapot zal gaan.

60. Er ontbreken dots op het scherm.
Kijk of je een losgeraakte soldering kunt vinden in de verbindingen tussen het glas en de print (alleen Cherry display)

61. Er ontbreken kolommen op het scherm (van 32 dots)
Een of meer van de kolomdriver IC's op de print is kapot of er is een slechte verbinding tussen het glas en de print.

62. Helemaal geen weergave op het display.
Het display of aanzittend driverbord is defect of één van de voedingsspanningen is niet (helemaal) aanwezig

63. Het display is onleesbaar.
Het ramgeheugen op het controllerbord is defect.

64. Het display geeft verkeerde beelden of herhaalt beelden foutief.
Eén van de 74HCT138 ingangsselectors op de controller is defect.

Geluidsproblemen en mogelijke oplossingen:

65. Helemaal geen geluid of alleen gekraak.
Meestal is de LM1875 eindversterkertransistor defect of deze heeft een slecht soldeerverbinding met de print. Meet of je -26 volt op pen 3 en +26 volt op pen 5 hebt. De verzwakker MC3340 kan defect zijn. De roms of de ram kunnen defect zijn. Controleer ook de solderingen van de voedingsconnector en kijk of de luidspreker wel is aangesloten.

66. Geen spelgeluiden.
Dit komt vaak door een kapotte AD7524 DAC.

67. Geen spraak.
Dit wordt vaak veroorzaakt door een defect aan de 55536 CVSD, de TL040 op-amp of de TL082 op-amp.

68. De spraak klinkt vervormd.
Meestal is de 55536 CVSD kapot maar een kapotte 74LS74 flipflop kan ook.

69. Geen musiek.
In de regel is de YM3012 of de YM2151 kapot.

70. Het geluid is te zacht maar de volumeregelaar werkt ogenschijnlijk wel.
Mogelijk een kapotte TL084 of TL082 op-amp.

71. Het hele bord doet niets meer.
Waarschijnlijk zijn de plus en min 12 volt afwezig. Controleer zekeringen F501 en F502.

72. Geluidsbord foutcodes bij het inschakelen:

        • 1 piepje = soundbord Oke.
        • 2 piepjes = U9 RAM defect.
        • 3 piepjes = U18 ROM defect.
        • 4 piepjes = U15 ROM defect.
        • 5 piepjes = U14 ROM defect.

* Ga naar WPC reparatiepagina Deel twee
* Ga naar WPC reparatiepagina Deel drie
* Ga naar WPC reparatiepagina Deel vier
* Ga naar onze homepage