2a. Voordat je de kast
aanzet: Controleer de zekeringen.
- Kijk alle zekeringen na. Het
lijkt zo vanzelfsprekend maar toch vergeten de meesten om dat te doen.
Voordat je een net gekochte kast inschakelt, controleer de zekeringen.
En dan niet alleen kijken of er een zekering is doorgeslagen maar ook
nakijken op te grote waarden. Zit er bijvoorbeeld een 8 Ampere zekering
op een plaats waar maar 5 Ampere hoort ? Of een trage zekering op een
plaats waar een snelle hoort te zitten ? Of zelfs een zekeringhouder die
door een voorgaande eigenaar is overbrugd met een stuk draad.
Hoe dan ook, de zekeringen dienen allemaal de juiste waarde te hebben en
het gebruik van te zware zekeringen en het overbruggen van een zekering
levert brandgevaar op.
Bijna
alle zekeringen van een WPC kast zitten in de kopkast en het leeuwendeel
ervan bevindt zich op het driverbord. Er zitten slechts een paar zekeringen
op andere borden.
Het testen van zekeringen : Maar dan op de Goede Manier.
Vertrouw niet te veel op je ogen of je reuk bij het controleren van de zekeringen.
Een goed uitziende zekering kan toch kapot zijn, dat gebeurt zeer regelmatig.
Zekeringen gaan soms ook kapot door ouderdom (metaalmoeheid) en dus niet
uitsluitend door kortsluiting. Gebruik de universeelmeter om ze door te
meten. Haal de zekering daarvoor eerst uit de houder. Dat is belangrijk omdat
je anders een verkeerde meting kunt krijgen. Zet de meter op
"uitbellen" (zoemer) of, als dat er niet op zit, op de laagste
weerstandsmeting. Plaats op beide einden van de zekering een meetpen en de
zoemer moet klinken (of je meet bijna 0 Ohm). Geen zoemer of een weerstand
van meer dan 10 Ohm wil zeggen dat de zekering kapot is.
Nog een goede reden om een zekering even uit de houder te trekken.
Het is best wel een goed idee om de zekeringen van een pas gekochte kast
allemaal een keer uit hun houder te trekken, soms zijn de metalen busjes
losgeraakt van het glas en maakt de smeltdraad nog maar net contact met de
metalen uiteinden, dit geeft dus een nogal lage bedrijfszekerheid op.
De kleinere zekeringen in WPC-95 kasten.
Met de introductie van WPC-95 ontdekt ook Williams eindelijk dat er zoiets
als een internationale standaard bestond in zekeringen (ISO) dit zijn de
bekende 5x20 mm zekeringen die je bijna overal in aantreft. De oudere kasten
gebruiken de verouderde Americaanse 3AG of AGC 1.25" ( 32 mm )
zekeringen. Aangezien Williams meer dan 50% van de productie exporteert was
het dus wel eens tijd om verandering nheirin aan te brengen, de ISO
zekeringen nemen trouwens ook nog minder ruimte in beslag op de printplaten.
Zekeringen op het WPC driverboard vóór WPC-95
Deze kasten gebruiken de USA 32mm zekeringen.
- F101: Middenboven. 2,5 A traag
(zonder Fliptronicsbord) of 3 A traag (met Fliptronicsbord). Wordt gebruikt
voor de linkerflipper bij de niet Fliptronics kasten en voor andere
spoelen bij de wel Fliptronics kasten.
- F102: Middenboven. 2,5 A traag
(zonder-Fliptronicbord) of 3 A traag (met Fliptronicsbord). Wordt
gebruikt voor de rechterflipper bij de niet fliptronics kasten en voor
spoelen 25 tot en met 28 bij de wel Fliptronics kasten.
- F104: Middenboven. 3 A traag.
Gebruikt door spoelen 9 t/m 16.
- F105: Middenboven. 3 A traag.
Gebruikt door spoelen 1 to 8.
- F106, F107, F108, F109, F110: Linkeronder hoek. Allemaal
5 A traag. Gebruikt door de algemene verlichting (GI).
- F111: Middenboven. 5 A traag.
Gebruikt door de wisselspanningsingang van de flashers.
- F112: Middenboven. 7 A traag.
Gebruikt door de wisselspanningsingang van de spoelen.
- F113: Middenboven. 5 A traag.
Gebruikt door de wisselspanningsingang van de gestabiliseerde 5 volt.
- F114: Middenboven. 8 A snel.
Gebruikt door de wisselspanningsingang van de 18 volt voor de
lampmatrix.
- F115: Linksmidden. 3/4 A snel. Gebruikt
door de 12 volt van de contactenmatrix.
- F116: Linksboven. 3 A traag.
gebruikt door de ongestabiliseerde 12 volt.
Fliptronics 2 bord
32mm zekeringen.
- F901: 3 A traag. Gebruikt door
de rechteronderflipper.
- F902: 3 A traag. Gebruikt door
de linkeronderflipper.
- F903: 3 A traag. Gebruikt door
de rechterbovenflipper.
- F904: 3 A traag. Gebruikt door
de linkerbovenflipper.
Fliptronics 1 bord (alleen Addams Family, op extra printje boven driverbord)
32mm zekeringen.
- 2 Zekeringen: 3 A traag.
Gebruikt door de beide bovenflippers.
Geluidsbord vóór WPC-95
32mm zekeringen.
- F501: 3 A traag. Gebruikt door
de -25 volt.
- F502: 3 A traag. Gebruikt door
de +25 volt.
Dotmatrix controllerbord vóór WPC-95
32mm zekeringen.
- F601: 3/8 A snel. Gebruikt door
de +62 volt.
- F602: 3/8 A snel. Gebruikt door
de -113 en -125 volt.
WPC-95 driverbord
Standaard ISO 20mm 250volt zekeringen.
- F101: 0,63 A traag.
Gestabiliseerde 12 volt.
- F102: 4 A traag. Spoelen 9 t/m
16.
- F103: 4 A traag. Spoelen 1 t/m
8.
- F104: 4 A traag. Spoelen 25 t/m
28.
- F105: 4 A traag. 5 volt logica.
- F106: 5 A traag. 18 volt
lampmatrix.
- F107: 4 A traag. Flashers
secondair.
- F108: 6,3 A traag. Spoelen
secondair.
- F109: 4 A traag.
Ongestabiliseerde 12 volt.
- F110: 4 A traag. Alg.
verlichtingsreeks 5 wit/paars.
- F111: 4 A traag. Alg.
verlichtingsreeks 4 wit/groen.
- F112: 4 A traag. Alg.
verlichtingsreeks 3 wit/geel.
- F113: 4 A traag. Alg.
verlichtingsreeks 2 wit/oranje.
- F114: 4 A traag. Alg.
verlichtingsreeks 1 wit/bruin.
- F115: 4 A traag. Flippers +50
volt.
- F116: 4 A traag. Flippers +50
volt.
- F117: 4 A traag. Flippers +50
volt.
- F118: 4 A traag. Flippers +50
volt.
WPC-95 audio- videobord
Standaard ISO 20mm 250volt zekeringen.
- F501: 2,5 traag. -15 volt.
- F502: 2,5 traag. +15 volt.
- F601: 0,315 traag. +62 volt.
- F602: 0,315 traag. -113 en -125
volt.
Netfilter
Onderin het cabinet rechts naast de geldbak.
- WPC-S en oudere systemen: 8
A traag, 32mm.
- WPC-95: 4 A traag, 20mm.
2b. Voordat je de kast
aanzet: Verbrandde
verlichtingsstekkers en wijzigen van de WPC-95 GI Diodes.
- Vaak zie je dat bij een WPC
kast de algemene verlichting (GI = General Illumination)
het niet meer doet, dit wordt simpel veroorzaakt door een verbrandde GI
connector op het driverbord.
GI Connector J115
zoals deze gebruikt werd tot 1993. Deze J115 connector bevindt zich op het
driverbord in de linkeronderhoek direct naast de vijf zekeringen.
Dit probleem wordt veroorzaakt door en te lage contactdruk waardoor een te
grote overgangsweerstand ontstaat, de connector vervolgens veel te heet wordt
en de hele zaak totaal verkoolt.
Hetzelfde gebeurt als de soldeerverbinding van de pen aan de onderkant het
begeeft.
Het gebruikte soort connector heeft te kleine contactvlakken die het probleem
ook nog eens versnellen. (de witte connectoren)
Een onderbemeten en
verbrandde connector in een vroege WPC kast..
De transformator brengt de 230 volt wisselspanning van
het lichtnet omlaag naar 6 volt. Deze 6 volt wisselspanning wordt naar connector
J115 gevoerd (of J103 bij WPC-95) op her driverbord.
Vervolgens loopt deze spanning via een aantal zekeringen (F106 t/m F110 bij
WPC-S en voorgaande borden, F110 t/m F114 bij WPC-95), dan door de triacs
(een soort transistor). Deze triacs maken het mogelijk dat de processor de
lichtsterkte van de GI kan bepalen.
Na door de triacs te zijn gegaan wordt de spanning naar connectoren J120 en
J121 geleidt (J105 en J106 bij WPC-95) en tenslotte via de bedrading naar de
kop en speelveld lampjes.
De WPC kasten voorgaand aan Twilight Zone hebben een
witte J115 connector, deze connector zal heet worden en kapot gaan. Dit
gebeurt voornamelijk doordat de connector te weinig contactoppervlak heeft om
de vrij grote stroom van de GI te kunnen. De hitte van de connector zal ook
de soldeerverbinding aan de onderkant op den duur vernielen waardoor nog meer
weerstand ontstaat en dus nog meer hitte. De pennen van de connector kunnen
zo heet worden dat ze zichzelf lossolderen. Door deze neergaande spiraal van
hitte en weerstand zal op den duur ook het bord verkolen waardoor het
oorspronkelijk isolerende materiaal hiervan stroom begint te geleiden. Je
raadt het al, hierdoor ontstaat nog meer hitte.
Het eind van het verhaal is simpel, de vreselijk hete zekering slaat door of
de verbinding valt weg doordat het circuit uiteindelijk zichzelf vernield.
Het driverbord aan de
achterkant gezien.
De zwarte ringen op de pennen noemen we ook wel koude lassen.
Twee andere pennen hier hebben zichzelf losgesoldeerd uit de print.
Bij het oorspronkelijke ontwerp van de WPC kasten (1990
tot 1993) is de J115 GI connector gemaakt van melkachtig wit plastic (zoals
alle andere connectoren). Dit zijn de standaard Molex connectoren. Vanaf de
productie van Twilight Zone in 1993 heeft Williams J115 gewijzigd in een
zwarte hoge temperatuur versie. Deze nieuwe versie heeft een groter
contactoppervlak en een hittebestendige behuizing. Hiermee werd het overgrote
deel van de problemen met deze connector voorgoed opgelost.
Helaas vergaten ze bij Williams om ook de
uitgangsconnectoren J120 en J121 te wijzigen naar deze nieuwe verbeterde
versie. Dus bij kasten gebouwd tussen 1993 en 1995 met GI problemen is of
J120, of J121 verbrandt (of allebei). Met de introductie van WPC-95 werden
door Williams eindelijk alle GI cicuits voorzien van de zwarte hofe
temperatuur connector en was het probleem nagenoeg zogoed opgelost.
Een verbrande J120
connector in een WPC-S kast. Let eens op de dikte van de draad die op deze
connector is gebruikt vegeleken bij die van J121 (de andere GI connector).
Deze draden zijn erg dun en vergroten ook de warmteontwikkeling waardoor ze
ook bijdragen aan de problemen.
Het repareren van een verbrande connector.
Repareren is feitelijk niet van toepassing, je dient de connector in zijn
geheel te vervangen.
Soms is het verstandig om ook het pennenblok op de print te vervangen.
Hoewel er hier en daar nog wel losse connector behuizingen te koop zijn met
losse er in te monteren pennen is dit zeker niet aan te raden, dit type
connectorpen zal zeer snel weer verbranden en dan kun je de klus opnieuw
doen.
Het beste is een nieuwe complete connector te bestellen (www.pinballheaven.co.uk) samen met
het bijhorende pennenblok voor de print.
Zijn de pennen niet of nauwelijks beschadigd dan is het soms voldoende om
deze grondig blinkend schoon te schuren met fijn schuurpapier en evt opnieuw
in te solderen, dwz dat jet het pennenblok er dus eerst moet uitsolderen, de
soldeerzijde ook schuren, de zwarte randjes van de soldeerdaten voorzichtig
schoonschuren en vervolgens het pennenblok terug te plaatsen. Laat de
soldering goed doorvloeien en zorg dat de pennen aan de soldeerzijde volledig
door tin omhuld zijn.
De transformator in
een Indiana Jones. Hier zie je de gele draden die
van de transformator naar de connector lopen. Dit is de voeding van het hele
algemene verlichtingscircuit en deze connector kan ook verbranden.
- De GI Transformator
connector.
Heb je problemen met de algemene verlichting (GI) en de connectoren op
het driverbord zijn allemaal in orde dan is er nog een connector die je
moet nazien. Het betreft hier de grote connector waarmee de
transformator verbonden is met het GI circuit. Vanaf de transformator
onderin de kast loopt een bundel gele dikke draden naar een grote
connector, deze connector is van
een ander type en heeft ronde pennen. Deze connector verbrandt niet zo vaak als de
connectoren op het driverbord maar het komt wel voor.
WPC-95 GI Dioden D25 t/m D32: Verwijderen en doorverbinden.
Williams gebruikte de dioden D25 t/m D32 in de GI om de 6.3 volt
wisselspanning naar gelijkspanning om te zetten. Dirt veroorzaakt problemen
omdat deze dioden veel te het worden en hierdoor het driverboard verbranden.
Het werd door Williams aanbevolen om deze dioden te vervangen door
draadbruggen (vanaf Scared Stiff deden ze dat zelf met een soort 0 Ohm
weerstanden). Het beste gebruik je 1,5qqm leidingdraad, heb je geen zin om de
dioden uit de print te solderen dan kun je rustig de dioden gewoon aan de
bovenkant overbruggen (kortsluiten).
Links: Een WPC- driverbord. Let eens op
de zwarte connector links (J115), dit is de verbeterde versie. De witte
connector bij J120 is flink verbrandt.
Rechts: Een WPC-95 driverbord. Williams kwam eindelijk tot de
conclusie dat de witte connectoren niet deugden en gebruikte hier de zwarte
verbeterde versie voor zowel de in- als uitgangen van de GI.
Op dit bord zie je vier grote dioden die in het GI circuit zitten. Deze
dioden zijn feitelijk overbodig en werden vanaf Scared Stiff weggelaten door Williams,
het is aan te bevelen om bij vroegere kasten deze dioden te vervangen door
dik draad (1,5qqm leidingdraad). Dit om hitteproblemen te voorkomen.
2c. Voordat je de kast aanzet:
Even een snelle transistortest.
- Als ik een nieuwe
flipperkast koop, dan controleer ik altijd eerst even alle TIP102
transistoren voordat ik deze aanzet. Omdat ik de kopkast toch al open
heb (om de zekeringen en GI connectoren te controleren) is dat weinig
extra moeite. Met de onderstaande methode kost het je een goede 20
seconden om alle TIP102 transistoren even snel te testen :
- Zet de kast uit.
- Zet je universeelmeter op
doorgangstest (zoemer).
- Plaats 1 meetpen op de
massastrip in de kopkast.
- Raak met de andere meetpen
de metalen rugzijde van de TIP102 transistoren één voor één aan.
- Als je 0 Ohm krijgt (je hoort
de zoemer) dan is de transistore in kwestie kapot. (inwendig
kortgesloten)
Kapotte
TIP102 transistoren moet je vervangen voordat je de kast inschakeld om
doorbranden van spoelen te voorkomen, het is bovendien verstandig om de
voorgaande predriver transistor ook te vervangen. (zie de transistoren
en spoelen sectie
voor meer informatie hierover).
2d. Moet ik mijn kast aan laten staan ?
- Dit is een veelgehoorde
vraag. Tenslotte stonden dit soort flipperkasten in de kroeg en
speelhal hele dagen achter elkaar aan zonder daar blijkbaar van kapot
te gaan (voorzover je weet!). Dus waarom kun je de kast dan thuis niet
de hele dag laten aanstaan ?
Hoewel
deze commerciële flipperkasten zijn ontworpen om hele dagen aan te staan zou
ik dat voor thuisgebruik toch niet willen aanraden. Hieronder een paar
redenen :
- De electronische score
displays (dotmatrixdisplays en dergelijke) in de kast hebben een
beperkte levensduur die omgekeerd evenredig is met de tijd die de kast
aanstaat.
- De verlichtingscircuits
raken onnodig verhit. Verbrande connectoren zijn veelal alleen te
vinden in kasten die langdurig aanstaan.
- Lampjes hebben niet het
eeuwige leven, zijn niet gratis verkrijgbaar en zijn op sommige plaatsen lastig te vervangen
in de kast.
- De warmte van de lampjes
kan in sommige gevallen andere electronica in de kast sneller doen
kapotgaan. (denk bijvoorbeeld aan de klok in Twilight Zone)
- De lampjes, displays en
dergelijke trekken alleen stof aan (convectie luchtstroom) als ze
aanstaan (warm zijn). Hierdoor vervuilt de kast onnodig.
- De warmte van de
speelveldlampjes kan de plastics krom doen trekken en de verf van
kopruiten doen bladderen, dit laatste geldt natuurlijk niet voor WPC
kasten maar bij de oudjes moet je hier wel degelijk rekening mee
houden.
- Electrische energie is een
kostbare en millieubelastende energiebron. Ga er zuinig mee om. Een
electronische kast van dit soort gebruikt ongeveer 1,5 Ampére (330
Watt) in attract mode. Dus je kast laten aanstaan is net zoiets als
drie peertjes van 100 Watt tegelijk laten branden wat je zeker niet
onnodig zult doen)
Ter vergelijking; Een flinke stereo installatie en een grote TV
gebruiken samen net zoveel energie als een WPC flipperkast.
Laten aanstaan kost dus veel meer dan welke
mogelijke schade dan ook door het uit en weer inschakelen van de kast.
Hierbij moet wel worden opgemerkt dat snel achterelkaar uit- en weer
inschakelen ook slecht is voor de kast, wacht tussen uit en inschakelen
teminste 30 seconden.
*
Ga naar WPC reparatiepagina Deel één
* Ga naar WPC reparatiepagina Deel drie
* Ga naar WPC reparatiepagina Deel vier
* Ga naar onze homepage
|