Reparatie van Williams/Bally WPC flipperkasten van 1990 tot 1999, Deel 2
copyright 2002 J.A. Balk Arnhem
(Laatst bijgewerkt op 23-9-2002)
Niets uit dit document mag worden overgenomen met de bedoeling dit commercieël te gebruiken of op enige andere wijze te gelde te doen komen zonder schriftelijke toestemming van de auteur en vertaler. Uitgave in druk of electronisch is nadrukkelijk verboden zonder schriftelijke toestemming van auteur en/n of vertaler.

Inhoud :

1. Aan de slag :

  1. DISCLAIMER en een paar welgemeende waarschuwingen.
  2. Kennis, wat is WPC?, Schema's
  3. Het gereedschap dat je nodig hebt
  4. Onderdelen die je bij de hand moet hebben
  5. De verschillende WPC Generaties
  6. De WPC kasten
  7. Smering, olie en andere viezigheid
  8. De printplaten
  9. Hoe werkt het nou allemaal
  10. Foutzoeken, (de korte uitleg)

2. Voordat je de kast aanzet :

  1. Controleer de zekeringen
  2. Verbrande Connectoren (en WPC-95 GI Diodes)
  3. Even snel de transistoren testen
  4. Moet de kast aan blijven staan ?

3. When Things Don't Work:

  1. Removing the Driver board
  2. Replacing Components
  3. Checking Transistors and Coils (stuck on coils and flashlamps)
  4. Game Resets (Bridge Rectifiers, Diodes and Caps)
  5. Problems with Flippers
  6. The Lamp Matrix
  7. The Switch Matrix
  8. Infrared Optic Switches
  9. Electronic Ball Sensors (Eddy Sensors a Magnetic Reed Switches)
  10. Ball Trough Problems (random multi-ball)
  11. Dot Matrix/AlphaNumeric Score Displays
  12. Power-On LEDs and Sound Beeps
  13. "Factory Settings Restored" error (Battery Problems)
  14. Lightning Strikes
  15. Sound Problems
  16. General Illumination (GI) Problems
  17. Test Report & The Diagnostic Dot
  18. Fixing a Dead or non-booting CPU board
  19. Game Specific & Miscellaneous Repair Tips

4. Finishing Up:

  1. Rebuilding Flippers
  2. New Coil Sleeves
  3. Protecting Slingshot Plastics
  4. Cleaning and Waxing the Playfield
  5. Playfield Rubber

 

 


2a. Voordat je de kast aanzet: Controleer de zekeringen.

  • Kijk alle zekeringen na. Het lijkt zo vanzelfsprekend maar toch vergeten de meesten om dat te doen. Voordat je een net gekochte kast inschakelt, controleer de zekeringen. En dan niet alleen kijken of er een zekering is doorgeslagen maar ook nakijken op te grote waarden. Zit er bijvoorbeeld een 8 Ampere zekering op een plaats waar maar 5 Ampere hoort ? Of een trage zekering op een plaats waar een snelle hoort te zitten ? Of zelfs een zekeringhouder die door een voorgaande eigenaar is overbrugd met een stuk draad.
    Hoe dan ook, de zekeringen dienen allemaal de juiste waarde te hebben en het gebruik van te zware zekeringen en het overbruggen van een zekering levert
    brandgevaar op.

Bijna alle zekeringen van een WPC kast zitten in de kopkast en het leeuwendeel ervan bevindt zich op het driverbord. Er zitten slechts een paar zekeringen op andere borden.

Het testen van zekeringen : Maar dan op de Goede Manier.
Vertrouw niet te veel op je ogen of je reuk bij het controleren van de zekeringen. Een goed uitziende zekering kan toch kapot zijn, dat gebeurt zeer regelmatig. Zekeringen gaan soms ook kapot door ouderdom (metaalmoeheid) en dus niet uitsluitend door kortsluiting. Gebruik de universeelmeter om ze door te meten. Haal de zekering daarvoor eerst uit de houder. Dat is belangrijk omdat je anders een verkeerde meting kunt krijgen. Zet de meter op "uitbellen" (zoemer) of, als dat er niet op zit, op de laagste weerstandsmeting. Plaats op beide einden van de zekering een meetpen en de zoemer moet klinken (of je meet bijna 0 Ohm). Geen zoemer of een weerstand van meer dan 10 Ohm wil zeggen dat de zekering kapot is.

Nog een goede reden om een zekering even uit de houder te trekken.
Het is best wel een goed idee om de zekeringen van een pas gekochte kast allemaal een keer uit hun houder te trekken, soms zijn de metalen busjes losgeraakt van het glas en maakt de smeltdraad nog maar net contact met de metalen uiteinden, dit geeft dus een nogal lage bedrijfszekerheid op.

De kleinere zekeringen in WPC-95 kasten.
Met de introductie van WPC-95 ontdekt ook Williams eindelijk dat er zoiets als een internationale standaard bestond in zekeringen (ISO) dit zijn de bekende 5x20 mm zekeringen die je bijna overal in aantreft. De oudere kasten gebruiken de verouderde Americaanse 3AG of AGC 1.25" ( 32 mm ) zekeringen. Aangezien Williams meer dan 50% van de productie exporteert was het dus wel eens tijd om verandering nheirin aan te brengen, de ISO zekeringen nemen trouwens ook nog minder ruimte in beslag op de printplaten.

Zekeringen op het WPC driverboard vóór WPC-95
Deze kasten gebruiken de USA 32mm zekeringen.

    • F101: Middenboven. 2,5 A traag (zonder Fliptronicsbord) of 3 A traag (met Fliptronicsbord). Wordt gebruikt voor de linkerflipper bij de niet Fliptronics kasten en voor andere spoelen bij de wel Fliptronics kasten.
    • F102: Middenboven. 2,5 A traag (zonder-Fliptronicbord) of 3 A traag (met Fliptronicsbord). Wordt gebruikt voor de rechterflipper bij de niet fliptronics kasten en voor spoelen 25 tot en met 28 bij de wel Fliptronics kasten.
    • F104: Middenboven. 3 A traag. Gebruikt door spoelen 9 t/m 16.
    • F105: Middenboven. 3 A traag. Gebruikt door spoelen 1 to 8.
    • F106, F107, F108, F109, F110: Linkeronder hoek. Allemaal 5 A traag. Gebruikt door de algemene verlichting (GI).
    • F111: Middenboven. 5 A traag. Gebruikt door de wisselspanningsingang van de flashers.
    • F112: Middenboven. 7 A traag. Gebruikt door de wisselspanningsingang van de spoelen.
    • F113: Middenboven. 5 A traag. Gebruikt door de wisselspanningsingang van de gestabiliseerde 5 volt.
    • F114: Middenboven. 8 A snel. Gebruikt door de wisselspanningsingang van de 18 volt voor de lampmatrix.
    • F115: Linksmidden. 3/4 A snel. Gebruikt door de 12 volt van de contactenmatrix.
    • F116: Linksboven. 3 A traag. gebruikt door de ongestabiliseerde 12 volt.

Fliptronics 2 bord
32mm zekeringen.

    • F901: 3 A traag. Gebruikt door de rechteronderflipper.
    • F902: 3 A traag. Gebruikt door de linkeronderflipper.
    • F903: 3 A traag. Gebruikt door de rechterbovenflipper.
    • F904: 3 A traag. Gebruikt door de linkerbovenflipper.

Fliptronics 1 bord (alleen Addams Family, op extra printje boven driverbord)
32mm zekeringen.

    • 2 Zekeringen: 3 A traag. Gebruikt door de beide bovenflippers.

Geluidsbord vóór WPC-95
32mm zekeringen.

    • F501: 3 A traag. Gebruikt door de -25 volt.
    • F502: 3 A traag. Gebruikt door de +25 volt.

Dotmatrix controllerbord vóór WPC-95
32mm zekeringen.

    • F601: 3/8 A snel. Gebruikt door de +62 volt.
    • F602: 3/8 A snel. Gebruikt door de -113 en -125 volt.

WPC-95 driverbord
Standaard ISO 20mm 250volt zekeringen.

    • F101: 0,63 A traag. Gestabiliseerde 12 volt.
    • F102: 4 A traag. Spoelen 9 t/m 16.
    • F103: 4 A traag. Spoelen 1 t/m 8.
    • F104: 4 A traag. Spoelen 25 t/m 28.
    • F105: 4 A traag. 5 volt logica.
    • F106: 5 A traag. 18 volt lampmatrix.
    • F107: 4 A traag. Flashers secondair.
    • F108: 6,3 A traag. Spoelen secondair.
    • F109: 4 A traag. Ongestabiliseerde 12 volt.
    • F110: 4 A traag. Alg. verlichtingsreeks 5 wit/paars.
    • F111: 4 A traag. Alg. verlichtingsreeks 4 wit/groen.
    • F112: 4 A traag. Alg. verlichtingsreeks 3 wit/geel.
    • F113: 4 A traag. Alg. verlichtingsreeks 2 wit/oranje.
    • F114: 4 A traag. Alg. verlichtingsreeks 1 wit/bruin.
    • F115: 4 A traag. Flippers +50 volt.
    • F116: 4 A traag. Flippers +50 volt.
    • F117: 4 A traag. Flippers +50 volt.
    • F118: 4 A traag. Flippers +50 volt.

WPC-95 audio- videobord
Standaard ISO 20mm 250volt zekeringen.

    • F501: 2,5 traag. -15 volt.
    • F502: 2,5 traag. +15 volt.
    • F601: 0,315 traag. +62 volt.
    • F602: 0,315 traag. -113 en -125 volt.

Netfilter
Onderin het cabinet rechts naast de geldbak.

    • WPC-S en oudere systemen: 8 A traag, 32mm.
    • WPC-95: 4 A traag, 20mm.

2b. Voordat je de kast aanzet:  Verbrandde verlichtingsstekkers en wijzigen van de WPC-95 GI Diodes.

  • Vaak zie je dat bij een WPC kast de algemene verlichting (GI = General Illumination) het niet meer doet, dit wordt simpel veroorzaakt door een verbrandde GI connector op het driverbord.

GI Connector J115 zoals deze gebruikt werd tot 1993. Deze J115 connector bevindt zich op het driverbord in de linkeronderhoek direct naast de vijf zekeringen.
Dit probleem wordt veroorzaakt door en te lage contactdruk waardoor een te grote overgangsweerstand ontstaat, de connector vervolgens veel te heet wordt en de hele zaak totaal verkoolt.
Hetzelfde gebeurt als de soldeerverbinding van de pen aan de onderkant het begeeft.
Het gebruikte soort connector heeft te kleine contactvlakken die het probleem ook nog eens versnellen. (de witte connectoren)

Een onderbemeten en verbrandde connector in een vroege WPC kast..
burnt connector

De transformator brengt de 230 volt wisselspanning van het lichtnet omlaag naar 6 volt. Deze 6 volt wisselspanning wordt naar connector J115 gevoerd (of J103 bij WPC-95) op her driverbord.
Vervolgens loopt deze spanning via een aantal zekeringen (F106 t/m F110 bij WPC-S en voorgaande borden, F110 t/m F114 bij WPC-95), dan door de triacs (een soort transistor). Deze triacs maken het mogelijk dat de processor de lichtsterkte van de GI kan bepalen.
Na door de triacs te zijn gegaan wordt de spanning naar connectoren J120 en J121 geleidt (J105 en J106 bij WPC-95) en tenslotte via de bedrading naar de kop en speelveld lampjes.

De WPC kasten voorgaand aan Twilight Zone hebben een witte J115 connector, deze connector zal heet worden en kapot gaan. Dit gebeurt voornamelijk doordat de connector te weinig contactoppervlak heeft om de vrij grote stroom van de GI te kunnen. De hitte van de connector zal ook de soldeerverbinding aan de onderkant op den duur vernielen waardoor nog meer weerstand ontstaat en dus nog meer hitte. De pennen van de connector kunnen zo heet worden dat ze zichzelf lossolderen. Door deze neergaande spiraal van hitte en weerstand zal op den duur ook het bord verkolen waardoor het oorspronkelijk isolerende materiaal hiervan stroom begint te geleiden. Je raadt het al, hierdoor ontstaat nog meer hitte.
Het eind van het verhaal is simpel, de vreselijk hete zekering slaat door of de verbinding valt weg doordat het circuit uiteindelijk zichzelf vernield.

Het driverbord aan de achterkant gezien.
De zwarte ringen op de pennen noemen we ook wel koude lassen.
Twee andere pennen hier hebben zichzelf losgesoldeerd uit de print.
cold and missing solder joints

Bij het oorspronkelijke ontwerp van de WPC kasten (1990 tot 1993) is de J115 GI connector gemaakt van melkachtig wit plastic (zoals alle andere connectoren). Dit zijn de standaard Molex connectoren. Vanaf de productie van Twilight Zone in 1993 heeft Williams J115 gewijzigd in een zwarte hoge temperatuur versie. Deze nieuwe versie heeft een groter contactoppervlak en een hittebestendige behuizing. Hiermee werd het overgrote deel van de problemen met deze connector voorgoed opgelost.

 

Helaas vergaten ze bij Williams om ook de uitgangsconnectoren J120 en J121 te wijzigen naar deze nieuwe verbeterde versie. Dus bij kasten gebouwd tussen 1993 en 1995 met GI problemen is of J120, of J121 verbrandt (of allebei). Met de introductie van WPC-95 werden door Williams eindelijk alle GI cicuits voorzien van de zwarte hofe temperatuur connector en was het probleem nagenoeg zogoed opgelost.

Een verbrande J120 connector in een WPC-S kast. Let eens op de dikte van de draad die op deze connector is gebruikt vegeleken bij die van J121 (de andere GI connector).
Deze draden zijn erg dun en vergroten ook de warmteontwikkeling waardoor ze ook bijdragen aan de problemen.

WPC-S J121 connector


Het repareren van een verbrande connector.

Repareren is feitelijk niet van toepassing, je dient de connector in zijn geheel te vervangen.
Soms is het verstandig om ook het pennenblok op de print te vervangen.
Hoewel er hier en daar nog wel losse connector behuizingen te koop zijn met losse er in te monteren pennen is dit zeker niet aan te raden, dit type connectorpen zal zeer snel weer verbranden en dan kun je de klus opnieuw doen.
Het beste is een nieuwe complete connector te bestellen (www.pinballheaven.co.uk) samen met het bijhorende pennenblok voor de print.
Zijn de pennen niet of nauwelijks beschadigd dan is het soms voldoende om deze grondig blinkend schoon te schuren met fijn schuurpapier en evt opnieuw in te solderen, dwz dat jet het pennenblok er dus eerst moet uitsolderen, de soldeerzijde ook schuren, de zwarte randjes van de soldeerdaten voorzichtig schoonschuren en vervolgens het pennenblok terug te plaatsen. Laat de soldering goed doorvloeien en zorg dat de pennen aan de soldeerzijde volledig door tin omhuld zijn.

De transformator in een Indiana Jones. Hier zie je de gele draden die
van de transformator naar de connector lopen. Dit is de voeding van het hele
algemene verlichtingscircuit en deze connector kan ook verbranden.

WPC transformer

  • De GI Transformator connector.
    Heb je problemen met de algemene verlichting (GI) en de connectoren op het driverbord zijn allemaal in orde dan is er nog een connector die je moet nazien. Het betreft hier de grote connector waarmee de transformator verbonden is met het GI circuit. Vanaf de transformator onderin de kast loopt een bundel gele dikke draden naar een grote connector, deze connector  is van een ander type en heeft ronde pennen. Deze connector  verbrandt niet zo vaak als de connectoren op het driverbord maar het komt wel voor.

WPC-95 GI Dioden D25 t/m D32: Verwijderen en doorverbinden.
Williams gebruikte de dioden D25 t/m D32 in de GI om de 6.3 volt wisselspanning naar gelijkspanning om te zetten. Dirt veroorzaakt problemen omdat deze dioden veel te het worden en hierdoor het driverboard verbranden. Het werd door Williams aanbevolen om deze dioden te vervangen door draadbruggen (vanaf Scared Stiff deden ze dat zelf met een soort 0 Ohm weerstanden). Het beste gebruik je 1,5qqm leidingdraad, heb je geen zin om de dioden uit de print te solderen dan kun je rustig de dioden gewoon aan de bovenkant overbruggen (kortsluiten).

Links: Een WPC- driverbord. Let eens op de zwarte connector links (J115), dit is de verbeterde versie. De witte connector bij J120 is flink verbrandt.
Rechts: Een WPC-95 driverbord. Williams kwam eindelijk tot de conclusie dat de witte connectoren niet deugden en gebruikte hier de zwarte verbeterde versie voor zowel de in- als uitgangen van de GI.
Op dit bord zie je vier grote dioden die in het GI circuit zitten. Deze dioden zijn feitelijk overbodig en werden vanaf Scared Stiff weggelaten door Williams, het is aan te bevelen om bij vroegere kasten deze dioden te vervangen door dik draad (1,5qqm leidingdraad). Dit om hitteproblemen te voorkomen.
WPC-S connectors  WPC-95 connectors


2c. Voordat je de kast aanzet:  Even een snelle transistortest.

    • Als ik een nieuwe flipperkast koop, dan controleer ik altijd eerst even alle TIP102 transistoren voordat ik deze aanzet. Omdat ik de kopkast toch al open heb (om de zekeringen en GI connectoren te controleren) is dat weinig extra moeite. Met de onderstaande methode kost het je een goede 20 seconden om alle TIP102 transistoren even snel te testen :
      • Zet de kast uit.
      • Zet je universeelmeter op doorgangstest (zoemer).
      • Plaats 1 meetpen op de massastrip in de kopkast.
      • Raak met de andere meetpen de metalen rugzijde van de TIP102 transistoren één voor één aan.
      • Als je 0 Ohm krijgt (je hoort de zoemer) dan is de transistore in kwestie kapot. (inwendig kortgesloten)

Kapotte TIP102 transistoren moet je vervangen voordat je de kast inschakeld om doorbranden van spoelen te voorkomen, het is bovendien verstandig om de voorgaande predriver transistor ook te vervangen. (zie de transistoren en spoelen sectie voor meer informatie hierover).


2d. Moet ik mijn kast aan laten staan ?

    • Dit is een veelgehoorde vraag. Tenslotte stonden dit soort flipperkasten in de kroeg en speelhal hele dagen achter elkaar aan zonder daar blijkbaar van kapot te gaan (voorzover je weet!). Dus waarom kun je de kast dan thuis niet de hele dag laten aanstaan ?

Hoewel deze commerciële flipperkasten zijn ontworpen om hele dagen aan te staan zou ik dat voor thuisgebruik toch niet willen aanraden. Hieronder een paar redenen :

      • De electronische score displays (dotmatrixdisplays en dergelijke) in de kast hebben een beperkte levensduur die omgekeerd evenredig is met de tijd die de kast aanstaat.
      • De verlichtingscircuits raken onnodig verhit. Verbrande connectoren zijn veelal alleen te vinden in kasten die langdurig aanstaan.
      • Lampjes hebben niet het eeuwige leven, zijn niet gratis verkrijgbaar en zijn op  sommige plaatsen lastig te vervangen in de kast.
      • De warmte van de lampjes kan in sommige gevallen andere electronica in de kast sneller doen kapotgaan. (denk bijvoorbeeld aan de klok in Twilight Zone)
      • De lampjes, displays en dergelijke trekken alleen stof aan (convectie luchtstroom) als ze aanstaan (warm zijn). Hierdoor vervuilt de kast onnodig.
      • De warmte van de speelveldlampjes kan de plastics krom doen trekken en de verf van kopruiten doen bladderen, dit laatste geldt natuurlijk niet voor WPC kasten maar bij de oudjes moet je hier wel degelijk rekening mee houden.
      • Electrische energie is een kostbare en millieubelastende energiebron. Ga er zuinig mee om. Een electronische kast van dit soort gebruikt ongeveer 1,5 Ampére (330 Watt) in attract mode. Dus je kast laten aanstaan is net zoiets als drie peertjes van 100 Watt tegelijk laten branden wat je zeker niet onnodig zult doen)
        Ter vergelijking; Een flinke stereo installatie en een grote TV gebruiken samen net zoveel energie als een WPC flipperkast.

Laten aanstaan kost dus veel meer dan welke mogelijke schade dan ook door het uit en weer inschakelen van de kast.
Hierbij moet wel worden opgemerkt dat snel achterelkaar uit- en weer inschakelen ook slecht is voor de kast, wacht tussen uit en inschakelen teminste 30 seconden.


* Ga naar WPC reparatiepagina Deel één
* Ga naar WPC reparatiepagina
Deel drie
* Ga naar WPC reparatiepagina
Deel vier
* Ga naar onze
homepage